Bermuda – Azoren 3

Slingeren 16 03

Het zwaantje slingert alsof ze een slok op heeft. Neen, dit is geen prettige koers. Met een flinke wind van achteren heeft ze weinig druk op de langsscheepse zeilen. Afhankelijk van de golven tilt ze haar kont schuin omhoog en gooit zich daarna in een tegenovergestelde zijdelingse slingerbeweging. Daarbij dondert er regelmatig iets van zijn plek, mezelf incluis. Alles is in principe zeevast gezet. Toch ontsnapt er wel eens een theepot of een kopje aan onze aandacht zijn om vervolgens zijn vrijheid rinkelend te vieren. Er zijn regelmatig, kleine blessures, waarvoor ik in actie moet komen.

De gevolgen van mijn val, zijn te verdragen, al voel ik me wel onzekerder bij het bewegen over het schip. Bepaalde bewegingen zijn nog erg pijnlijk. Ik vermoed dat de tijd als gebruikelijk de wond zal helen. De leerlingen blijven onder dit alles vrij stoïcijns, en gaan vanavond al heen en weer slingerend een film bekijken. Gek genoeg is er niemand zeeziek, zelfs één van onze vaste klanten loopt huppelend rond. Iedereen is dus behoorlijk ingeslingerd. Van misselijkheid is geen sprake. De pizza met sla trok gretig aftrek.

Op de Regina Maris, die een andere koers vaart dan wij zijn we door de gunstige wind en niet te vergeten de goede routering van onze kapitein flink ingelopen. We hadden een achterstand van 60 uur sinds we opnieuw, na herstel van het roer, vertrokken vanaf Bermuda. We zijn iets over een derde van de afstand naar de Azoren. Persoonlijk vind ik dit niet het mooiste stuk varen, het is een stuk kouder en de voordewindse slingerkoers is niet prettig. In de periodes, als de wind iets meer van opzij inkomt en het zonnetje erbij schijnt is alles veel prettiger en hoef ik me minder te verhouwen en vast te klampen bij iedere schuiver van het schip.

De komende dagen verwacht ik dat de wind nog wat gaat draaien als ik de gribfiles mag geloven. Ik vertrouw erop dat Ingo de beste route uitzoekt.

Officieel ben ik nu ontslagen uit de avondwacht en alleen oproepbaar bij uitval van bemanningsleden. ’s Morgens ben ik om 8 uur present, omdat in de ochtend de planning voor de dag wordt gemaakt. Dat geeft me wel meer lucht, omdat ik iedere dag wel voor één of een paar medische klusjes geroepen word.

Behalve dat moet ik ook de lessen voorbereiden, voor de assistent-artsen en de lessen geven. Ze zijn erg leergierig en als er wat is staat één van de leerlingen met haar neus er boven op.



17 03

De wind is wat gedraaid en we liggen nu veel stabieler. Het is happy hour-dag, dus schoonmaken. In de middag hadden we een drill, een veiligheidsoefening. Er was zogenaamd van alles mis, een aanvaring met een container, brand, twee gewonden, en een zinkend schip, waar we vanaf moesten. Alle procedures zijn geoefend. Mijn 3 assistent-scheepsartsen hadden het druk en deden het goed. De triage( bepalen wat als eerste behandeld moest worden) was de beste les voor hen. Morgen ga ik alles met hen evalueren. Dit soort oefeningen tijdens de reis zijn verplicht om te doen en moeten steeds herhaald worden.

Het lijkt erop dat we de Regina Maris bijna ingehaald hebben, 60 uur achterstand ingelopen. Het klokje gaat regelmatig over de 10 knopen, 13 knopen was het maximum dat we registreerden. De wind blaast met 25-30 knopen uit iets noordelijk van west. Een windje 6-7 Beaufort op de kont. Met de enorme breefok wil dat wel lopen. Als dit zo doorgaat, zijn we met 5-6 dagen op de Azoren . We zien wel….

Bermuda – Azoren 2

Aan bakboord regent het, aan stuurboord probeert de zon door de hoge bewolking de zee te belichten. Een mooie bakstag wind laat de Swan zo’ n 8-9 knopen varen. Het schip ligt als een tevreden teckel languit op één oor. Om ons heen alleen maar water, mijlen ver van land. Het ritme van de oceaan heeft ons in de greep.

De leerlingen zijn deels aan het werk, deels lopen ze mee in de wacht. Na de valse start vanaf Bermuda met de harde wind en de hoge golven is dit tweede begin van de reis heel wat aangenamer. Ik praat met de mensen in de wacht over de meest uiteenlopende onderwerpen. Bootjes is favoriet. Met twee leerlingen had ik een gesprek over de eigenschappen en gevaren van drugs. Ze blijken er niet echt veel van te weten. Zouden hun ouders dat wel beseffen?

Er wordt tot nu toe met de hand gestuurd. De wachtlopende leerlingen lossen elkaar steeds af. Ze vinden het leuk om dit prachtige schip op koers te houden, de baas over een slanke kolos van staal, dat op de wind door het water stuift. We zijn benieuwd of we de achterstand van 60 uur op de Regina Maris wat kunnen inlopen. Tot onze vreugde, blijken zij volgens de gribfiles nu wind tegen te hebben, terwijl wij de wind mee hebben. As het zo doorgaat, zijn we met 10- 11 dagen bij de Azoren. Een gemiddelde van 180 mijl per dag is met een gunstige wind misschien wel haalbaar.

Gisteren is er een spel gestart. Het murdergame. Iedereen trekt 3 briefjes, met respectievelijk een naam, een voorwerp en een locatie. Je bezitter van de briefjes moet met het voorwerp op de desbetreffende locatie de persoon met die naam, ‘vermoorden’ met de uitspraak ‘ je bent dood’. De ‘dode’ wordt geregistreerd en moet zijn briefjes aan de ‘moordenaar’ geven. Het spel gaat door totdat iedereen ‘dood’ is behalve degene die als laatste overblijft en dus de ‘supermoordenaar’ is. In tegenspraak met mijn taak hier aan boord, heb ik de eerste ‘moord’ op mijn geweten. Met een rubber antislip-matje heb ik mijn euvele daad verricht bij de bar en ben nu in het bezit van een nieuwe set briefjes. De komende dagen ga ik vast voor de bijl, want mijn locatie is geen plaats maar een datum over 2 weken, ik kan dus tot die tijd niemand ‘vermoorden’.

‘Het broest erover’. Het karakteristieke geluid van de golven die langs het schip bruisen wordt af en toe begeleid door een voelbare siddering, een teken dat we hard gaan. Het stuurwiel maakt het vertrouwde rommelende geluid als het teruggedraaid wordt. Af en toe slaat een vlak inkomende golf met een dreun tegen de romp, als wil de zee laten weten dat ze er is. Laat dit windje en deze golven maar een tijdje duren. Een uur later is de pret voorbij, niets wisselender als het weer. Een bui met een bult wind teistert de Swan, het leek een beetje op een rolwolk, zoals ik dat een keer op land heb meegemaakt. Eerst vrijwel geen wind, een paar spetters regen en dan plotseling een dikke vlaag tot stormachtige proporties. De oude wijsheid blijkt hier te kloppen; Eerst de regen dan de wind, berg uw zeilen maar gezwind. Eerst de wind dan de regen, laat maar staan het kan er tegen. Nu komt de wind uit de tegenovergestelde richting, uit het noordwesten. Daarvoor moesten we een stormrondje maken. Heel wat ingewikkelder dan met een Valk of een kajuitjacht. Ik denk dat we met alle drie wachten, zeker een kwartier bezig zijn geweest om alles voor elkaar te krijgen. De leerlingen zijn blijkbaar wat gewend, want de lunch werd in alle rust genuttigd ondanks de bewegingen van het schip. De potten met jam en chocoladepasta, bleven met hun pootjes op de plank, dus uiteindelijk viel het mee.



15 03 Er is weinig wind. Het schip rolt. In de keuken achter onze hut hoor ik het wapengekletter van het bestek, dat vecht om het beste plekje in de bak. Ik lig op bed. Gisteravond maakte ik een lelijke val tijdens de wacht.

Omdat de wind het voor gezien hield, klapperde het grootzeil nutteloos op de onregelmatige deining. Dat zeil moest naar beneden. Op een slingerend schip is dat een heel gedoe, waarbij vooral het lastig is om de zware giek in de mik te krijgen. Met steunlijnen aan beide boorden werd de giek midscheeps gebracht. Ik zekerde de bakboordlijn met een slag om de bolder er moest hem zo strak mogelijk houden, terwijl twee leerlingen de lijn aantrokken als de giek hun kant op zwaaide. De grootschoot was al aangetrokken. Terwijl ik hard aan de lijn trok, was er een onverwachte slingerbeweging van het schip. De slag om de bolder was ineens zonder spanning en schoot los omhoog. Ik werd daardoor achterwaarts gelanceerd en kwam met mijn onderrug en bekken op een grote lier terecht. De felle pijn was haast niet te verdragen en ik dacht aanvankelijk het ergste. Ingo, de kapitein was direct bij me. Spoedig bleek dat ik alles goed kon bewegen en de diagnose die ik meende te mogen stellen was dat het waarschijnlijk een forse blessure van de bovenbilspier in de buurt van mijn bekkenkam rechts betrof. Pijnlijk maar niet ernstig. Na een poosje rust en arnica lokaal en inwendig, heeft de bootsman me ondersteund op weg naar de hut over het schommelende schip.

Vanochtend is de pijn wat minder en ik hoop vandaag weer wat te mobiliseren. Mijn bil zal wel bont en blauw zijn. In een bavianen kolonie zou ik vast aantrekkelijker zijn voor de dames en in de rangorde een paar stapjes hogerop komen.

De laatste en de komende blogs worden via Sailmail naar mijn zoon Jeroen gestuurd, die ze op het blog zet. Zonder foto’s, dat schijnt niet te kunnen omdat de mail via de kortegolfradio verstuurd wordt.



Tot de volgende sailmail! Rob

Bermuda – Azoren 1

Via de sailmail update Rob zijn blog, ik (Jeroen) zal proberen deze blogs zo snel mogelijk te plaatsen.

Het roer is gerepareerd, de stuurcylinders doen hun werk naar behoren. Alles is dubbel gecheckt en we hebben na controle van de bevoegde instanties, toestemming om uit te varen. Regels, regels en nog eens regels. Alles om de veiligheid zo optimaal mogelijk te kunnen garanderen.

Een lome deining bij een windje Bf 2 laat het schip aangenaam wiegen. Er zijn nu geen zeezieken, en het 11 uurtje, bestaande uit een paar partjes sinaasappel, valt er goed in. In een vorig blog schreef ik dat de oversteek naar de Azoren 1400 mijl bedraagt. Dat is niet correct, het zijn er bijna 1800. Die paar mijltjes extra maakt op zo’ n afstand ook niet zo veel meer uit. Als we rond de 27 maart op Horta aankomen is het mooi.

Ik probeer me voor te stellen hoe eeuwen geleden mannen als Columbus en al die andere moedige zeelieden, die de oversteek naar de Carieb en weer terug maakten, zich hebben gevoeld aan het begin van de reis. Geen meerdaags weerbericht, alleen de wolken en de wind als indicatie voor wat er de komende uren te verwachten is. Hoe bereidden zij zich voor op zwaar weer? En hoe was het met de proviandering voor de reis zonder koelkast en zonder vriezer? Was het schip te trimmen op de wind, of werd er voortdurend gestuurd, het oog constant gericht op het kompas. En laten we niet vergeten, hoe was het gesteld met de ziekenzorg aan boord? Ik stel me voor, dat er niet veel mogelijk was. Een rotte kies trekken was voor de chirurgijn, die tevens de rol van kapper had, een redelijk makkelijk oplosbaar probleem. Een open fractuur van een been resulteerde meestal in het afzetten van een been of de dood door gangreen. Voor veel zeelieden was de heen of terugreis hun allerlaatste reis. Mooi dat er tegenwoordig zoveel aandacht is voor veiligheid en dat er meerdere mogelijkheden zijn om contact te hebben met de wal. Mocht ik met een medisch probleem zitten waar ik geen duidelijk antwoord op heb, kan ik met de radio-medische dienst in Nederland overleggen wat ik moet doen.

Ik zie op tegen het wachtlopen, het lijkt alsof de tijd dan stroperig wordt, de minutenwijzer van de klok tart mij door schijnbaar te vertragen als ik er naar kijk. Het verbaast me als ik zie hoe ik hier aan boord het voortschrijden van de tijd ervaar; Zo snel,als ik een goed gesprek heb met één van de opvarenden of bezig ben met een klusje en zo traag op de momenten dat ik even niets hoef of moet.

De lunch met bouillon en vers brood valt er bij iedereen goed in, geen zeeziekte tot nu toe. Vanavond gaat de wind toenemen naar 20 knopen, goed om wat meer vaart te maken. De zee ziet er uit als een bewegend glooiend landschap, waar we langzaam met zachte bewegingen overheen glijden. De stemming aan boord is opgewekt, er wordt heel wat geconverseerd. Het achterdek is daarvoor een geliefkoosde hangplek.

Vanmiddag krijgen de assistent-scheepsartsen hun eerste anatomie les. We beginnen met de botjes. Waar ze zitten en waarom, waar de zwakke plekken zitten en waar ze kunnen breken. Het aanschouwelijk in de les zal ik deze keer beperken tot een aantal plaatjes en demonstraties aan het levende model,waar bij ik een botbelasting- breekbaarheidstest achterwege zal laten. Inzichten die de kandidaten verkrijgen door mijn lesjes bieden geen garantie voor de toekomst.

Het roer en wat filosofie

Het lijkt erop dat het roer te repareren is.
De wind is gaan liggen, en af en toe piept het zonnetje door de wolken. In het plaatselijke internetcafe is het goed toeven. Ik permitteer me de luxe van een cappuccino en een Brusselse wafel, een soort pannenkoek in de vorm van een kleine letterbak. Ik had nog wat dollars, die nu goed van pas komen.
De keuken aan boord is weer helemaal schoon gemaakt door de leerlingen. Ondanks dat alles zeevast gezet was, waren er toch een paar items ontsnapt aan hun tijdelijke gevangenschap.
Vandaag wordt er weer gestudeerd, vanmiddag mogen de leerlingen een uur aan de wal.
De kleine medische probleempjes die ik tot nu toe op mijn bordje kreeg waren meestal eenvoudig op te lossen. En één van de dozen met medicijnen die door de schipsbewegingen van zijn plek gevallen was, heb ik opnieuw ingepakt. We gaan de dozen extra zekeren met een lijntje.
Ik merk dat ik popel om weer te gaan varen, ik verheug me op de Azoren. De reis ernaartoe mag dan wel lastig en lang worden, eenmaal onderweg, komen we ieder uurtje dichter bij het reisdoel. Zonder het roerprobleem waren we inmiddels al 200 mijl in de goede richting gevorderd.
Telkens weer accepteren dat de dingen lopen zoals ze lopen, is misschien wel de grootste les die ik hier tijdens de reis voorgeschoteld krijg. Net als de constatering dat ik voortdurend moet kiezen uit iets wel doen of uit niets doen bij de medische problemen.
De natuur zijn werk laten doen of ingrijpen. Het valt me op dat de leerlingen, geen notie hebben van natuurlijke geneesprocessen en hoelang iets duurt voordat het beter gaat. Er wordt makkelijk gevraagd om pillen, terwijl een klacht ook vanzelf kan overgaan. Maar uitleg en geruststelling blijken daarentegen vlot geaccepteerd te worden.
We leven in een maatschappij waarin het hebben van pijn of een ongemak, direct verholpen moet worden, als waren we een machine zonder zelfherstellend vermogen. Is het niet geweldig dat een snee in de vinger zich zelf repareert en een infectie vaak ook zonder ingrijpen geneest, mits het afweersysteem zijn werk goed doet?
Dit al te mechanistische beeld van ons lichaam, baart me in dien zin wel zorgen. Het ‘maakbare’ lijkt een steeds overheersender rol te gaan spelen. Het imago, het beeld van ons naar de buitenwereld lijkt belangrijker dan wat er binnen in ons leeft.
Misschien dat jonge mensen dit op den duur gaan inzien en kunnen omvormen naar een meer evenwichtige mensbeeld. We zijn geen machines, geen robots waar je aan sleutelt, geen klonen van artiesten of BN-ers, maar stuk voor stuk individuen met een eigen identiteit en een eigen innerlijk leven.
Genoeg gefilosofeerd.
Ik ben blij met dit rustige moment na de hektiek van de laatste dagen.
Zoals gezegd; op naar de Azoren. Varen met die vogel.
Foto: de trossen liggen klaar.
Nog even zwemmen voor het vertrek.

Weer terug op Bermuda

Gedwongen terug naar Bermuda

Vo goede moed gingen we samen met de Regina Maris en de Eye of the Wind de zee op. Met twee voorzeilen en een staysail liepen we ondanks de golven van soms 22 feet (6-7 meter) zo’n 6.5 knoop. Mooi zeilen, maar dat we ons er allemaal lekker bij voelden is een eufemisme. Meer dan de helft van de opvarenden hadden in meer of mindere mate last van zeeziekte. Ondergetekende bleef er gelukkig vrij van, al vond ik de plotse bewegingen niet aangenaam, omdat ik, me voortbewegend over het schip, voortdurend tegen in de weg staande objecten gesmeten werd. Mijn reactiesnelheid is blijkbaar niet meer zo fief als die van de jonge mensen.
Zeeziekte is een raar fenomeen, ik heb het nu van dichtbij zien voorbijkomen. Vaak zag ik eerst het geeuwen, geeuwen op een aanstekelijke manier. Daarna of tegelijkertijd ontstaat er een soort rillerigheid, waarbij de kandidaat, zich steeds meer in zichzelf terugtrekt, het hoofd buigt en niets meer zegt. Dan is er het plotseling onbedwingbaar moeten overgeven. Even lijkt er een opluchting te zijn, maar dan volgt snel de tweede voedering aan de vissen. Een gesprekje op gang houden en het advies om naar de horizon te kijken, lijken tijdelijk te helpen.
Het is interessant om te horen wat mensen allemaal voor adviezen hebben om dit vervelende verschijnsel tegen te gaan. Wat zeker is dat copieus dineren overspoeld met alcohol, de kans op visjes voeren bepaald vergroot.
Men adviseert van alles, van gember tot pleisters, Belgische pillen, polsbandjes en zware doses van slaperig makende antihistaminica. Iedereen heeft zo zijn eigen favoriet. M.i. is dat naast de fysieke symptomen eveneens psychologische factoren een rol spelen.
Tenslotte wordt je hele basis-zekerheid onderuit gehaald, de wereld wankelt, letterlijk. Een vast punt, een vaste basis ben je even kwijt. Ook is het vreemd dat naarmate de leeftijd vordert de neiging om zeeziek te worden afneemt. Ook schijnen mensen met doofheid minder last te hebben. Misschien ben ik met mijn erfelijke doofheid, daarom wel gezegend weinig last te hebben van de zwabberdans van onze Swan op hoge golven.

In de avond, merkten we dat telkens het stuurautomaat-alarm afging, aanvankelijk door ons geduid als overbelasting van het systeem door de hoge golven. Later bleek dat één van de twee hydraulische stuurcylinders, het begeven had. De beslissing van de kapitein, om terug te gaan naar Bermuda, was niet leuk maar wel verstandig. Met 1200 mijl voor de boeg en slechts één werkende stuurcylinder, neem je een risico dat vermeden kan en moet worden. Pech, maar niet te voorzien.
Het is wel een voordeel is dat ik weer een blogje kan schrijven.
Dit soort probleempjes komen meestal niet alleen. Tijdens mijn wacht, kwam de leraar die het bed boven mij beslaapt, tijdens een heftige slingerbeweging van het schip een verdieping lager te liggen. De bedconstructie met inhoud bleek de zee niet te kunnen trotseren. De zee is een geduchte sloper.
Ik lag er gelukkig niet. Aan een platte dokter heb je niet zoveel. De bootsman heeft alles weer keurig gerepareerd zodat ik met een gerust hart het hoofd op mijn kussen kan leggen.
Dus nu liggen we wederom aan de kaai in St. George.
Hoe lang de reparatie van het roer gaat duren is nog niet duidelijk.
Foto’s:
De Thor Heyerdahl vertrekt als eerste.
Vertrek Wylde Swan, alles extra vastgesjord.
De Regina Maris staat op het punt van vertrekken.
De grens van ondiep en diep water.
Terug naar bermuda, de pilot vaart naast ons maar hoeft niet in te grijpen.

In afwachting van het vertrek naar de Azoren

St George

Het was een leuk feestje. De leerlingen hebben het schip ingericht voor het bezoek van de Regina Maris en een aantal bemanningsleden van de Eye of the Wind en de Thor Heyerdahl. De Barbecue gloeide aan het begin van de avond, verdekt opgesteld, achter een container, mooi uit de wind. Onder in het schip flikkerde een veelkleurig licht en er klonken wanklanken en oergeluiden die iets als muziek moesten voorstellen. Er werd volop gedanst en iedereen leek het geweldig naar zijn zin te hebben. De keukenploeg had zich uitgesloofd gezien de prachtige buffet-tafel vol met allerlei lekkers. Op het achterschip van de Swan, heerste een gemoedelijke stemming, ‘crew meets crew’ en er werden veel ervaringen uitgewisseld.
Toch werd het geen nachtwerk, vóór het middernacht-klokje tikte, was er voor het grootste gedeelte opgeruimd en werd al het bezoek naar huis gestuurd. Lekker vast liggend aan de kade, stoorden we ons niet aan de stortregens en windvlagen die het schip geselden.
Vandaag is de storm op zijn hevigst. Op de teller haalt de wind hier in de beschutte baai regelmatig de 40 knopen. Ik vermoed dat het buiten op het grote water, nog wel wat harder blaast. We gaan niet eerder weg dan dat de wind is afgenomen. Maar te lang wachten met weggaan is niet handig, omdat er na de storm een windstilte-gebied op komst is dat we graag vóór blijven. ‘Its raining cats and dogs’, zeggen de Engelsen. Nu die heb ik niet gezien, die zitten waarschijnlijk binnen. Als er hier een bui overkomt, dan lijkt het op een wolkbreuk. De kade staat blank, waar ik verwacht binnenkort een roeiboot nodig te hebben om naar het stadje te gaan.
Uit de 6 sollicitaties voor de functie van assistent-scheepsarts, heb ik 3 leerlingen uitgekozen, die ik gedurende het volgende traject ga inwijden in de eerste beginselen van het artsenvak. Met de leraren heb ik eerst overlegd of hun schoolwerk niet zou lijden onder de extra lessen die ze nu van mij krijgen. Voor deze 3 mensen heb ik groen licht gekregen.
Ze hebben er erg veel zin in. Tijdens deze spoedcursus krijgen ze 3 onderwerpen voor hun kiezen: Anatomie, anamnese/onderzoek en praktische EHBO.
Een examen krijgen ze niet, maar het plan is dat ze wel een nep-slachtoffer krijgen tijdens een oefening, die gaat plaatsvinden ergens voor de aankomst op de Azoren. Voor de rol van slachtoffer moeten we nog een geschikte persoon vinden die goed kan toneelspelen. De tomatenketchup-voorraad zal zeker aangesproken worden.
Ik hoop uiteraard dat ons echte narigheid bespaard zal blijven. We willen allemaal gezond en veilig in IJmuiden aankomen.
Eerst nog een speelse dans over de ongetwijfeld hoge golven naar de Azoren, die prachtige eilanden, waar meestal het mooie weer voor Europa zijn geboortewieg heeft staan.

Hamilton-St. George Bios

Hamilton 5

Met de bus richting St. George, maar nu met helder weer en niet met een stortregen in het donker, rijden we over dezelfde weg die ik eergisteren reed. Alles lijkt nu wel vriendelijker. Naast me zit een donkere lady, fraai opgetut, bril met een gouden randje en kunstig beschilderde, puntige plaknagels, waarmee ze een moord zou kunnen plegen.
We gaan naar het BIOS een biologisch research center, gerund door Amerikanen. Daar aangekomen, lopen we over een campus met fraaie palmen en een oud koloniaal ogen hoofdgebouw. We worden vriendelijk ontvangen door één van de wetenschappelijk medewerkers. Zij gaat direct van start met haar presentatie, en laat ons een voedselketen ontwerpen aan de hand van een paar foto’s van verschillende zeedieren en plankton. Met haar levendige verhaal weet ze ons te boeien, en ik kom veel te weten, over het zeeleven rond Bermuda en dit geheimzinnige zeegebied, de Saragossazee. Het is nog steeds niet duidelijk waar onze paling in dit gebied zijn eitjes legt. De wetenschappelijk medewerkers bevragen elkaar voortdurend, als een running joke, of ze het al gevonden hebben. We krijgen een bijzonder dier te zien, dat leeft in de wier-plakkaten die drijven op de zee. Ze noemen het de Saragossa-vis. Het beest ziet er uit als een stukje zeewier, en heeft 2 waaierachtige poten, waarmee hij zich afzet in zijn omgeving. Eigenlijk zijn de blauwe oogjes het enige herkenbare dierlijke aan het beestje, dat niet groter is dan een duim.
Een paarse zeeëgel zet zich zelf met schelpfragmenten een hoed op ter bescherming tegen eventuele vijanden. Lijkt me wat overbodig, alsof de stekels al niet afschrikwekkend genoeg zijn.
Sinds de jaren 60 wordt er continu onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het zeewater. Er worden nieuwe soorten zeedieren ontdekt en de mate van vervuiling wordt bijgehouden. Op het laatst van haar verhaal laat ze ons nog een aantal vreemde zeewezens zien die je in je dromen of in het echt liever niet tegenkomt.
Na een gratis( inderdaad gratis, een unicum op Bermuda) kopje koffie in de kantine van het instituut en een genoeglijke babbel met een op leeftijd zijnde aimabele medewerkster, vertrekken we lopend naar St. George. Aan de kade liggen nu 4 tallships; de Regina Maris, de Eye in de Wind, de Thor Heyerdahl , en de Wylde Swan. We wachten op beter weer. Het waait als de pieten, er wordt 50 knopen wind gemeten in de vlagen. Verstandig als de kapiteins zijn, zullen we niet eerder vertrekken dan dat de depressie is overgewaaid. Ondanks de stormachtige wind en de heftige stortbuien oogt het water in de baai tussentijds als waren we aan de Middellandse zee.
Vanavond zal het zijn, een gemeenschappelijke barbecue met vier schepen. Het wordt nog uitgebreider dan we dachten.
Nog even geduld en dan gaan we. We zijn klaar voor de overtocht naar de Azoren.
Foto’s : van alles wat

Hamilton 4

College economie.

Vanochtend vroeg op. Ik mag mee naar het Hamilton college, alwaar we een les krijgen van Graig Simmons, professor in de economie.
Met ons allen stappen we in de bus. De chauffeuse, een donkere dame, heeft heur haar op een gekunstelde manier op haar hoofd geplakt, zodat het lijkt alsof ze haar spaarzame natte haar in een netje heeft gestopt. Ze rijdt als de beste in het drukke verkeer.
Op het college aangekomen, is het even zoeken waar we moeten zijn. We krijgen hulp van een vriendelijke leraar. Deze week hebben de studenten vrijaf, zodat het erg stil is op het terrein.
Voordat de prof ons zou verlichten, heeft de pas aangekomen leraar economie, Eerde, zijn kunsten vertoont, omdat we veel te vroeg ter plekke waren. Hij wist de leerlingen al snel tot nadenken te prikkelen. Hij is duidelijk gewend om met leerlingen om te gaan.
Professor Simmons blijkt een vlotte erg Amerikaanse no nonsens figuur gekleed in spijkerbroek en sweater lopend op veelkleurige sneakers.
De kern van zijn verhaal gaat al snel in de richting van zijn zorg om het milieu op dit rijke eiland. Bedrijven zijn door afwijkende belasting-regels tov. het vaste land in staat om goedkoop hun verzekeringen te regelen. Hij noemt dit captive insurance. Daarnaast wordt er hier veel herverzekerd, om risico’s te spreiden. Deze rijkdom gaat steeds meer gepaard met een belasting van het milieu, die niet bestraft wordt, waardoor het voor dit eiland een groot probleem aan het worden is. Verbranding van het meeste vuil is niet voldoende. Er blijft veel liggen dat schadelijk is voor het eiland, maar ook voor de omringende zee.
Min of meer vermanend maakt hij de leerlingen duidelijk dat je zo de volgende generatie opzadelt met de gevolgen van je consumerende gedrag.
Behalve zijn links gekleurde ideeën over het milieu, is zijn idee over armoede op Bermuda, erg Amerikaans. Je hebt het aan jezelf te wijten, en een percentage van 20 % armoede lijkt hij niet zo vreemd te vinden. Een sociaal netwerk, georganiseerd door de regering is er niet. De vele kerken leveren de zorg voor de armen en werklozen.
Toch zegt hij generaliserend ‘rich people are not nice’, they become selfish’.
Niet van zelfkritiek gespeend zegt hij: ‘here on Bermuda we were pirates in early days, now we are still pirates on a legal base’.
In de gesprekjes die ik later met enkele leerlingen had, kwam naar voren dat dit nieuw voor hen was. Het college heeft indruk gemaakt.
In mijn geliefkoosde rock Cafe komen een stel meiden binnen van het Duitse equivalent van school at sea. Ze liggen eveneens met hun schip op Bermuda, de Thor Heyerdahl. Ook zij zijn bloed-enthousiast over het school at sea project.
Morgen zullen zij zich bij ons voegen bij de barbecue. Het wordt een internationaal feestje.
Ik hoop dat de voorspelde storm geen wind in het eten gooit.
Foto’s:
Een schattig kindje komt in het cafe bij ons buurten, zich gelukkig niet bewust van dit alles wat ik hierboven beschreef. Het papiertje om een rietje wordt uitvoerig bestudeerd en losgepeuterd. Een stralende lach krijgen we cadeau.
De andere foto is van een man die wacht op de bus, een tukje is nooit weg.

De was en excursies

06 03 2013 Hamilton.
Vandaag een rustig dagje. Ik zit in een internetcafe met de naam Rock Island Cafe. Een verademing tussen al het gelikte horecagebeuren in Hamilton. Ik waan me hier in een Portugees Cafe, dichtbij de zee, waar een mix van goedgeklede zakenlui en wat artistieker geklede types de clientèle vormen.
Een aantal leerlingen hebben onder begeleiding van een leraar vrijaf. Ik kwam ze tegen in de stad. Ze hadden een ijsje gekocht waar ze zichtbaar van genoten.
Zojuist de wasserette bezocht. De man die bij de ingang stond ontfutselde mij doelgericht mijn zak met was, en stopte de inhoud in de machine. Of ik maar even wilde tekenen, en mijn telefoonnummer wilde opschrijven. Dat laatste ried ik hem ten sterkste af. Een telefoontje naar mij over een provider in Nederland zou hem wel eens een flinke duit kunnen kosten.
Over twee uurtjes kon ik terugkomen. En jawel, bij terugkomst is alles klaar. De was is keurig opgevouwen en ligt in stapels klaar om ingepakt te worden. Kostte me 27 dollar, maar ik heb nu wel een schone was voor de komende weken. Aan boord wordt ook gewassen volgens een schema. Je bent er dan wel een hele tijd mee bezig, vooral het drogen neemt veel tijd. Ik heb me dus maar de luxe gepermitteerd voor de snelle methode.
De economie-leraar is gisteren gearriveerd. Hij gaat de leerlingen ondersteunen met zijn kennis. Als ik zie wat ze allemaal in hun koppies moeten stouwen, krijg ik acuut medelijden met hen. Veel van de algebra, natuurkunde en scheikunde heb ik vroeger ook moeten verteren. Nu zou ik jammerlijk falen als mij een vraagstuk voorgeschoteld zou worden.
Ik weet niet hoe hun toetsen zijn verlopen, ik zie alleen dat ze er hard voor werken, er wordt serieus geblokt. Mooi om te zien hoe een ieder zo zijn eigen manier van werken heeft. De één heeft een koptelefoon op, de ander werkt liever buiten, ook als het kouder is. Weer een ander ligt op dek met het hoofd op een kussen en een boek of laptop in de handen. De leraren zijn voortdurend in de buurt voor toezicht en ondersteuning.
Ik heb respect voor deze vrouwen en mannen, die er voor zorgen dat alles gestroomlijnd verloopt. Morgen is er een excursie naar een school waar ze een les krijgen van een prof in de economie. Overmorgen gaan we vroeg in de ochtend met een bus naar het oceaan-onderzoekscentrum in de buurt van St. George. Daarna krijgen we een flinke wandeling voor de kiezen naar het stadje zelf, alwaar de Regina Maris ligt, het zusterschip. Het is de bedoeling om een barbecue te organiseren met de leerlingen van de Regina Maris. Intussen heeft de crew van de Wylde Swan getankt en het schip naar St. George gevaren, zodat we in de avond met een vol buikje weer aan boord kunnen gaan.
Het is bijna tijd voor de lunch, ik brei er een puntje aan.
Foto’s:
Het Cafe en een fraaie spreuk in de spiegel.