De Dode Hond
| Eiland van Nederland | |||
| Locatie | |||
| Land | Nederland | ||
| Provincie | Noord-Holland | ||
| Locatie | Eemmeer | ||
| Coördinaten | 52° 17′ NB, 5° 19′ OL | ||
| Foto’s | |||
| Eemmeer met eiland Dode Hond | |||
|
|||
Uit Wikipedia
Dode Hond is een kunstmatig eiland in het Nederlandse Eemmeer. Bestuurlijk gezien valt het onder de gemeente Blaricum (provincie Noord-Holland). Het ligt ten oosten van de Stichtse Brug (de Rijksweg 27 tussen Blaricum en Almere) en is het meest oostelijk gelegen stukje land in de provincie Noord-Holland. Het eiland is opgespoten tijdens de aanleg van de polderdijk van Zuidelijk Flevoland(omstreeks 1964 [1]).
Het natuurgebied is grotendeels onbegaanbaar. Er kan aangelegd worden met een boot, ook mag er beperkt overnacht worden. Het eiland maakt deel uit van het Natura 2000-gebied Eemmeer & Gooimeer Zuidoever.[2] Vele vogelsoorten en andere dieren kunnen hier ongestoord leven.
Naam[bewerken]
Op het eiland zijn borden waarop onder andere het verhaal van de herkomst van de naam ‘Dode Hond’ staat. Het verhaal gaat dat arbeiders, die bezig waren met de drooglegging van de IJsselmeerpolders een hond hadden. Deze ging plotseling dood en, om kosten te besparen werd het karkas niet naar hetdestructiebedrijf gestuurd maar begraven op het eiland. Als men, sinds die tijd, iets op het eiland moest, werd gezegd “Ik ga even naar de Dode Hond”. “En dat duurt tot op den huidigen dag”.[bron?]
Op een van de eerste door de Hydrografische Dienst gemaakte kaarten van het eiland heette het Daphnium[bron?] (Latijn voor watervlo). Vanuit de lucht heeft het ook de vorm van een watervlo. Later is deze naam niet meer terug te vinden en heeft het de naam Dode Hond gekregen.
In het nabijgelegen dorp Spakenburg staat het eiland bekend onder de naam ‘Vogeleiland’. Dit heeft zijn oorsprong in het doel van het eiland als depot voor grond die vrijkwam bij de aanleg van de dijk van Flevoland. In die tijd vlogen veel vogels rond het eiland om in de pas gestorte grond naar voedsel te zoeken.
| Bronnen, noten en/of referenties |
De overkant en een andere kant
De doop van de Nine Marit
Mooi licht en een geheime plek
De rietkragen aan de kant lichten geel op in het magere zonnetje. Onder het zachte gebrom van de motor glijden we door het landschap over het donkerblauwe vrijwel rimpelloze water. In de verte zien we IJlst en passeren het aquaduct waar vroeger in het hoogseizoen de vele passanten zich voor de brug ophoopten in afwachting van een opening. De Jeltesloot is nu zonder oponthoud te bevaren en de enkele schepen die we tegenkomen zijn voor het merendeel Duitsers die evenals wij genieten van dit vroege voorjaar. Het is nog opvallend stil op het water. Vluchten watervogels en een enkele kokmeeuw kruisen ons pad op weg naar wie zal het zeggen. Twee waterhoentjes klepperen luid watertrappend voor onze boeg weg, verstoord piepend om even later hun gram af te reageren op elkaar.
De naam Nine Marit
Over de naam van ons nieuwe schip hebben we niet lang hoeven nadenken.
De maidentrip van de Nine Marit
Nine Marit heeft haar maidentrip gemaakt. Ze had er zin in. Als verwacht waren er nog enkele kleinigheden te herstellen, waardoor we pas aan het begin van de vrijdag-middag de steven richting Friesland konden richten. De nacht ervoor sliepen we beiden slecht en de ochtend van het geplande vertrek bleek het schip onder het Sahara-zand te zitten. Gelukkig waren we allebei in het bezit van een mop geraakt. Nienke had er een met een katoenen pruik, en ik had er een bij de Action gescoord met een ingenieus wringsysteem dat mij wel,maar Nienke niet kon bekoren. Het moet gezegd, ik haalde er in de eerste minuten mijn handen al aan open, hetgeen resulteerde in bloedspatten op het net door Nienke gemopperde achterdek. Een ervaring rijker lukte het me even later om mijn taak te verrichten zonder dat er verbandmiddelen uit de doos gehaald moesten worden. De Action is een winkel waar ik niets van moest hebben, maar ik ben bekeerd. Het kost er allemaal niets, en de spullen zijn er ook meestal niets, behalve een enkel pareltje zoals deze mop. Geen natte handen, en het vuile water vliegt er uit met die handige draaiwringer. Zelden zoveel smerigheid in een handomdraai de plons in zien gaan. Het soppen in dat zelfde buitenwater vind ik zoleuk dat ik haast niet kan stoppen. Van het voordek krijg ik dan een gil, dat het zo wel genoeg is.
Eenmaal klaar met al dat gemoedelijk gemopper en alles aan kant, ontvangen we de zus van Nienke, die met ons de maidentrip zal maken.
De motor wordt gestart en Steenwijk ligt al snel achter ons. Een prachtige tocht langs de Weerribben, Ossenzijl, Echtenerbrug, het Tjeukemeer, de Langweerder wielen, de Koevorder, richting het Snekermeer, waar we overnachten aan een lieflijk walletje. Het torretje is mooi stil, en we genoten van alles wat er aan de wallenkanten te zien is: Woedende vissers die ons stampvoetend en scheldend hun pas gevangen ondermaatse paling toesmijten omdat we over hun dobber zijn gevaren. Waarom hebben ze ook van die lange hengels? Als je aan de andere kant van de vaart wilt vissen, ga je toch met een kort hengeltje aan de overkant zitten. En wat te denken van de overhangende wilgetakken die ze in de winter hebben vergeten te snoeien omdat de wilgetenen-manden uit China goedkoper zijn?
Het sturen vind ik nog best lastig, en het eerste deel van de reis, moet het geen fraaie aanblik zijn geweest. Regelmatig had het schip last van ‘overstuur’, waardoor ik het stuurrad telkens te ver doordraaide naar de andere kant. Een eend die in dit slingerend vaartuig een mogelijke bedreiging zag, heeft ons zeker een kilometer luid kwakend achtervolgd. Maar al doende leert men en na de derde brug met bijna-schade doorgevaren te zijn, kreeg ik de slag te pakken. Zo binnen sturend heb je niet in de gaten wat je voor enorme hekgolven je maakt. De snelheidsborden langs de kant schijnen op het binnenwater niet te slaan op de maximale snelheid in knopen, maar in kilometers per uur. Dank je de koekoek dat die hekgolven gigantisch waren en de vissers zo uit hun dak gingen.
Het was een mooie tocht en we hebben veel geleerd. Het is veel ingewikkelder dan een tocht over zee naar Noorwegen met de zeilboot die we hiervoor hadden.
In Sneek keken we elkaar aan, is dit leuk? Ja, het is leuk, en ja, hier gaan we mooie tochten mee maken.
Nienke en Rob Peters
Ach, wat is het al weer lang geleden.
Na het heftige reisje over de oceaan van Cuba naar Nederland met de Wylde Swan, waren er nog verschillende andere zeereisjes, die ik hier niet ga noemen. Alles bij elkaar heb ik bijna 7000 zeemijl afgelegd in dit jaar op meerdere schepen. En dat is wel even genoeg.
Nog even op zee en aankomen in Oostende
9 04 2013
We bereiden ons voor op een kleine storm. Het zal niet lang duren als we de weerkaarten mogen geloven. Het is een kleine depressie die in 6-8 uur overtrekt. De wind zal achterlijk zijn, de snelheid van het schip kunnen we aftrekken van de snelheid van de ware wind. Dat scheelt al gauw 9 knopen in mindering op de ware windsnelheid, al houden de golven daar geen rekening mee en wordt het waarschijnlijk een heftig zeetje. De kapitein heeft bevolen alle luiken te sluiten en de luchtroosters te vergrendelen. Alles wordt extra gecontroleerd op zeevastheid. Van slapen zal wel niet veel komen, het schip maakt in de storm rare schuivers, je klem zetten of op bed liggen tegen het schot is de beste manier om je eigen veiligheid aan boord te verzekeren. De wacht die het schip bestuurt, mag zich alleen gezekerd in een harnas over het schip bewegen. Over het dek zijn extra lijnen gespannen waar de wacht zich aan kan vasthaken als ze over het dek moeten lopen. De altijd tijdens de reis aanwezige netten boven de reling bieden een extra veiligheid tegen overboord vallen.
Ieder uur wordt er een dekrondje gemaakt, om de verstaging, de schoten en de vallen te controleren. Ook binnen in het schip, waaronder de machinekamer, wordt voortdurend gecontroleerd. Ieder uur wordt het logboek bij geschreven. Op de grote kaart staan de posities die achter ons liggen ingetekend. Het is een continue bedrijf dat geen moment zonder toezicht mag blijven. ’s Nachts en op sommige momenten overdag staat de radar aan die in combinatie met de plotter en de AIS andere schepen of mogelijke obstructies signaleert.
Op de plotter zien we ook de windaanwijzers van de gribfiles, die iedere dag vers worden opgehaald van het internet. Zo kan de kapitein de beste route uitzetten, rekening houdend met de te verwachten windsterkte en windrichting.
We schieten lekker op en het lijkt erop dat de wind uit zuid-westelijke richtingen blijft waaien.
10 04
De storm bleek een stormpje zonder pit. De gribfiles vertelden een iets te heftig en deels fout verhaal. De kern van de depressie ging zuidelijker dan werd verwacht, waardoor we te maken kregen met een draaiende wind om de noord. Voordeel is wel dat het schip nu lekker op orde is. Klaar om straks bij de zuid-westelijke wind het kanaal in te schieten.
Vanmiddag krijgen we les in astronavigatie, waar ik zeker bij wil zijn. Nooit te oud om te leren.
12 04
Langzaamaan komt haven X naderbij, de ‘geheime’ tussenstop waar we 2-3 dagen uitrusten van de oceaan. Het wordt waarschijnlijk Oostende. Afgezien van het slingeren was het met de bakstagwind uit het zuidwesten mooi zeilen. Een gemiddelde snelheid van 9-10 knopen is niet onverdienstelijk. In haven X zal ik afstappen. Thuis kan ik mooi mijn taak afronden door de medische informatie over de leerlingen die ik behandeld heb uit te werken en vast te leggen voor de ouders. Op zondag 21 april ben ik bij de aankomst en ontvangst in IJmuiden. Daar kan ik de gegevens aan de ouders overhandigen.
13 04
Op de race of Alderney, het stuk zee tussen het eiland en de vaste wal, klokte ik een snelheid van 17.4 knopen! Even maar, dat wel. De stroom mee en een gunstige wind uit het zuid-oosten laat de zwaan laagvliegen. Het gaat nu snel, jammer dat de gestage regen de pret wat bederft. Het wordt Oostende waar we zondag, morgen, in de middag zullen afmeren. De leerlingen hebben nu het schip overgenomen, de crew doet een stapje terug. Tijdens de scheepsovername zullen mijn assistent-scheepsartsen de anderen een ehbo les geven, waarop ze dan van mij een aantekening krijgen in hun matrozenboek. Nu even stroom tegen, het laatste stuk naar Oostende voornamelijk stroom mee.
Samenvatting
In de 2 maanden die ik aan boord ben heb ik ongeveer 80 consulten gedaan. Vaak ging het om kleinigheden, die geen of nauwelijks behandeling vergden. De meeste tijd ging zitten in het omgaan met psychologische problemen, een aantal ongevallen, ontstekingen en huidproblemen.
Vanwege mijn positie aan boord stond ik enigszins op afstand van het geheel en nam ik een afwachtende houding aan t.o.v. wat er op me af kwam. Daarom was het juist leuk om 3 leerlingen op te leiden tot ‘assistent scheepsarts ‘.
Terugkijkend maakte ik me het meest zorgen om de eventuele ongevallen en ziekten die door mijn beperkte mogelijkheden en de afwezigheid van eventuele hulp midden op de oceaan, niet te behandelen zijn. Uiteraard is er de overleg-mogelijkheid met de radio medische dienst en de mogelijkheid om een backup te krijgen van mij bekende collegae aan de wal. Echter een ernstig hoofdletsel of een inwendige bloeding zou ik, zelfs met hulp van RMD, niet kunnen behandelen en zo kan ik nog wel meer ellende bedenken.
Een ander schip, dat maar net in de buurt moet zijn, heeft meestal niet meer behandel-mogelijkheden aan boord dan wij.
Als ik er verder over nadenk; Hoe ver ga je in het scheppen van behandelmogelijkheden aan boord tijdens een oceaan-oversteek of met wat kun je meestal volstaan? Internationaal zijn er afspraken over gemaakt die vastgelegd zijn in medische protocollen voor de verschillende vaargebieden. Op ieder groot zeegaand schip hoort dit boekwerk aanwezig te zijn. Daar is dus wel over nagedacht en dat is prettig. Het optreden van ernstige pathologie blijft een probleem dat je met de bestaande protocollen midden op zee niet altijd kunt ondervangen. Een risico dat genomen moet worden.
Gelukkig waren de meeste medische problemen die op de Wylde Swan gebeurd zijn goed te behandelen, al moest ik ter bevestiging van mijn diagnose op de Azoren met 2 leerlingen naar het ziekenhuis voor X-foto’s.
Met preventie van ongelukken (en ziektes) denk ik, kom je het verste. En juist daarin koste het me veel moeite om dat aan de leerlingen duidelijk te maken. Het leek erop dat er door de rest van de leerlingen geen lessen werden getrokken uit wat een medeleerling uit onachtzaamheid overkwam. Ik had vaak het gevoel dat wat ik zei niet binnenkwam of dat ik tegen een muur van onbegrip sprak. De leraren en de crew gingen daar beter mee om, ze zeiden gewoon, zo moet het, en geen discussie. Ik besef dat de houding van adviezen negeren of bagatelliseren past bij de leeftijd en dat je als oudere niet moet rekenen op dat wat je van een aanspreekbare volwassene verwacht. Dit risico op een risico moet je als arts incalculeren in de begeleiding van jongeren van deze leeftijd.
Ik vond het een bijzondere ervaring, deze trip over oceaan. Ik verlang ook weer naar mijn lief, mijn familie en mijn eigen bed. Ik vroeg één van de leerlingen of ze niet verlangde om naar huis te gaan. ” nee hoor, ik zou nog wel een tijdje willen door zeilen, maar dan wel zonder schoolwerk “.
Foto’s:
vertrek van Horta in alle vroegte
Onderweg naar Oostende
Aankomst in Oostende , opdoeken van het grootzeil
Onderweg 17.4 knopen bij Alderney , stroom mee.
Azoren-IJmuiden 2
Foto’s

















