Een snelle terugtocht naar Nederland

Groot water

Zo vaar je nog naar Brunsbüttel aan het eind van het NOKanaal aan de Elbe en zo ben je weer terug in Nederland in Delfzijl aan de Eems. We wilden naar huis. Het was mooi varen in Denemarken. De weersomstandigheden waren gekenterd van bijna altijd mooi naar wisselvallig. En er zijn technische probleempjes. De lader-omvormer weet geen maat te houden en blijft met een te hoge spanning de accu’s volgieten als we aan de walstroom liggen. Volgens de wet van meneer Murphy komen dingen nooit alleen. Dus onze navigatiecomputer hield er ook mee op. Een zwart scherm. Gelukkig hadden we de kaarten nog en een eenvoudiger navigatie programma op de iPad. We kennen de route van vorige tochten. Ouderwets navigeren en in-plotten van je positie op de kaart zijn we nog niet verleerd. Kortom we zijn heelhuids in Delfzijl aangekomen. Onze vrienden met hun Gillesen-trawler zijn bij het verlaten van het Küstenkanal bakboord uit afgeslagen richting hun thuishaven.

Van de Elbe naar Otterndorf over een stuk bijna droogvallend wad

Terugdenkend over de terugreis waren er onderweg nog wel wat spannende momenten. Om 6 uur in alle vroegte hebben we erg lang moeten wachten voor de zuid-sluis in Brunsbüttel. Niet leuk als je met afgaand water verderop een ondiepte moet passeren om bij de sluis in Otterndorf te komen. Twee en een half uur voor laagwater bij Otterndorf zou het net nog moeten kunnen volgens een buurman in de haven. We waren er iets eerder en de geul naar de sluis binnenvarend zagen we een vader met zijn zoontje tot aan hun enkels langs de geul door het water lopen op nog geen 10 meter vanwaar wij voeren. De sluisdeuren stonden open. We konden zo invaren. Omdat we vroeg waren konden we het hele Hadelnerkanal doorvaren tot voor de sluis in de Geeste bij Bremerhaven, waar we de nacht doorbrachten langs een steiger van het haventje een paar honderd meter voor de sluis. Het Hadelnerkanal dat van Otterndorf richting Bremerhaven loopt en op het laatst overgaat in het getijde-rivierdeel van de Geeste, is een een fraai stuk waterweg door natuurgebied. De diepte van ongeveer 1.50 m. is bijna overal voldoende, maar je moet niet raar opkijken als je af en toe onderwater een stuk hout of een tak van een boom tegen je scheepshuid hoort bonken alsof er aangeklopt wordt om binnen te mogen komen. Het bevaren van het traject van de Geeste na de sluis dat bergafwaarts naar de Weser loopt kan spannend zijn. Bij hoogwater kunnen wij niet door de sluis en we moesten wachten tot het water ruim een meter gezakt was, net voldoende om met ons schip dat 2.50 meter hoog is onder de sluis-klep door te kunnen varen. Met de volle ebstroom mee scheurden we, zo goed mogelijk midwater houdend, meanderend naar beneden. Omdat we met de vloed-stroom de Weser op wilden varen hebben we bij de monding van de Geeste een getijstop ingelast. Een mooie gelegenheid om in Bremerhaven even iets lekkers bij de bakker te halen. Met de opkomende vloed-stroom als aanjager schoot het lekker op. Al snel gingen we harder en klokten regelmatig een snelheid over de grond van 9 knopen ofwel ongeveer 16-17 km per uur. Over het riviertje de Hunte naar Oldenburg ging het ook hard. Eenmaal door de sluis bij Oldenburg vonden we een paar kilometer verder een aanlegplek voor de nacht op het Küstenkanal. Het Küstenkanal is een beetje saai. Er staan veel bomen langs, bijna alleen maar bomen. Dat betekent doorvaren, en dat deden we. In Dörpen, 60 km verderop, vonden we een plekje in de haven, waar we het voorspelde onweer met heftige regenbuien hebben afgewacht en ondergaan. De volgende ochtend was het tijd om afscheid te nemen van onze vrienden, die via een zuidelijker route naar huis zouden gaan.

Getijdestop bij de monding van de Geeste, het water is al flink gezakt
Getijde stop

De sluis in Dörpen draait vanaf 6 uur. Hoogwater bij de laatste sluis van het Dortmund-Emskanaal, de Herbrumsluis, was rond 8 uur. Als alles ons meezat zouden we vanaf daar de stroom mee hebben tot Delfzijl. En het zat ons mee. Om 5 uur zijn we opgestaan en om 5.45 uur lagen we voor de sluis in Dörpen. Weinig vrachtschepen en geen wachttijden. Zonder oponthoud werden we vlot door alle 3 sluizen geloodst en rond 12.30 uur voeren we in Delfzijl bij de zeesluis naar binnen. Prettig als alles volgens plan loopt.

We hadden nog een technisch probleempje. Na elke tocht lag er wat diesel in de bilge. En dat hoort niet. Na overleg konden we terecht bij de Delfzijl Werf, een vertrouwd adres waar vorig jaar onze vrienden van de Tiberius goed geholpen zijn. Na een nacht langszij bij een sleepboot in hun haven is het probleem de volgende ochtend door een monteur snel opgelost. In de buurt van een verstuiver onder de motorafdekplaat klemde een slangklem niet voldoende. Een nieuwe klem gemonteerd, afdekplaat erop en wij konden weer varen.

Bollingerfähr
Als je handen te kort komt bij het wisselen van de gastenvlag.
Papenburg. Meyer werf, waar gigantische cruiseschepen worden gebouwd

Inmiddels liggen we in Groningen en blijven we hier een paar dagen. De Groningse Motorboot Club biedt een mooie rustige plek vlak bij de Oostersluis. We zijn tevreden.

De wind is gaan liggen. We kijken uit op een fietspad langs de Praxis en becommentariëren de bonte mengeling aan fietsers die langskomen……..

Geen commentaar
Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

4 gedachten over “Een snelle terugtocht naar Nederland”

  1. Neem aan dat de AIS ook via de defecte navigatie computer loopt? Jullie liggen al 5 dagen op de Weser net buiten Bremerhaven!
    Wij op Terschelling!

    Like

Geef een reactie op Hans Thijsse Reactie annuleren