Een boeket Wortels en storm Poly

het land achter het Gieselaukanaal

Vandaag zag ik Günther weer, bij de sluis. Hij had een bos wortels in zijn hand, terwijl hij achteloos met zijn andere hand de brug bediende voor een schip, dat gesluisd wenste te worden. Het scheepje had hem gestoord bij het worteltrekken in zijn moestuin achter het huis. Eindelijk dan toch een klant die gesluisd wilde worden. Met een gulle lach bood hij de schipperse de wortels aan als was het een boeket bloemen. Al die wortelen die nog in zijn tuin zaten konden ze toch niet op. Bovendien waren de wortels bovenop al groen aan het worden. Zijn vrouw had hem nog zo gewaarschuwd. Dus die bos wortelen kon hij wel missen. De schipperse blij. Haar bij de Aldi gekochte wortels in de voorraadkast onder de vloer hadden een dieselluchtje en met de kleur van die wortels was ook iets aan de hand. Dieselmarinade had de wortels veranderd in slappe bruingele taps toelopende sigaren, ongeschikt om te roken en zeker niet om te eten. Welke schipperse krijgt in de sluis zomaar een bos wortels, vers uitgegraven door de Sluismeester zelf, zomaar voor niets? Omdat haar man met zijn hoofd in het voorluik hing op zoek naar nog een stootwil, wist de schipperse een vluchtige kus op de wang van de sluismeester te drukken, waarop Günther nog meer ging stralen. Ik stond erbij en wreef een opwellend traantje weg bij zoveel liefdevolle uitwisseling tussen twee wildvreemde mensen. De sluis als vreugdevolle ontmoetingsplek voor twee zielen met een totaal verschillende achtergrond, zij met haar voeten in het schip, hij op de kant met voeten onder de zwarte aarde van zijn moestuin. Zij, los van haar man in de boot die nog steeds met zijn hoofd in het voorluik op zoek was naar die stootwil en hij, los van zijn vrouw die thuis zijn overhemden strijkt. Ik dacht nog wel dat er hier niets te beleven is.

De wind begint te aan te trekken. Storm Poly komt dichter bij. De vlagen brengen de bomen in beweging en de ons aanvankelijk vriendelijk toewuivende takken aan de bomen naast ons veranderen steeds meer in dreigende wild-zwaaiende creaturen die het op ons gemunt lijken te hebben. De bomen zelf, eiken, zijn nog redelijk jong en lijken goed geworteld in de wal.

Zojuist is een zeilschip door de sluis gegaan, richting de Eider. Günther blij, denk ik. Ik hoorde van een voorbijganger dat er toch serieus wordt gesproken over sluiting van de sluis. Het zou te duur zijn om hem open te houden. Hoe het met de af en toe benodigde afwatering moet is me niet duidelijk. Alleen de opening naar zee blijft open. Niet bepaald aantrekkelijk voor mensen die met hun grotere schip alleen maar van zee naar Friedrichstadt of Tönning aan de Eider kunnen varen. Met een kleiner schip wil ik beweren dat het even erg is, misschien wel erger, omdat de zee voor een kleiner schip veel groter is. Zelf hebben we een redelijk klein schip, maar best groot voor sommigen die een nog kleiner schip hebben. Er zijn vast mensen die toch met een nog kleiner schip over zee denken te kunnen gaan. Als je nog kleiner bent heeft dat consequenties. Ze moeten wel snappen dat als wij het niet doen met ons redelijk kleine schip, zij het zeker niet moeten doen met hun nog kleinere schip. Immers golven kunnen hoger worden. Voor een redelijk klein schip niet prettig en een nog kleiner schip zeer onprettig. Kun je stellen dat golfhoogte evenredig is met de windsterkte, maar dat golfhoogte omgekeerd evenredig is met de grootte van het schip? Zou het kloppen: ‘Hoe hoger de golven en krachtiger de wind, des te ‘kleiner’ wordt het schip?’ Zeker wanneer je heen en weer wordt geslingerd en met samen geknepen billen merkt dat de wanden van je schip op je af komen. Dacht je veel ruimte om je heen te hebben, valt dat door al die golven zwaar tegen. Ik zag onlangs een heel wat kleiner schip varen dat mogelijk tegen alle adviezen in, te lang op zee was geweest. De schipper zat klem in zijn kajuit. Veel te klein voor hem geworden. Men moest hem door het dakluik bevrijden. Hij had met hoge golven en harde wind niet op zee moeten gaan. Ik zou zeggen, lekker in de haven blijven. Doen we nu ook.

Daar kregen we even later een staartje van mee.

Het waait nu hard, de wind giert door de bomen. Inmiddels is er een heel wat groter schip aangekomen. Echt een heel wat groter schip, haast onfatsoenlijk groot. Ze ligt nu aan de overkant vlak bij een grote scheve boom, die soms nog schever staat in de harde windvlagen. Mooi schip. Hij blijft hier ook liggen, onder de boom, schuilen voor de harde wind, dus waarom zouden wij vertrekken……

Al met al, het viel mee met storm Poly. De bomen zijn hun dooie puntjes en loszittende bladeren dankzij de storm-kapper kwijt. Ons schip, bezaaid met takjes en bladeren, leek wel een bospad na de storm.

Het weer wordt beter, we varen richting Brunsbüttel…..

Onder weg naar Brunsbüttel
Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

Eén gedachte over “Een boeket Wortels en storm Poly”

Geef een reactie op Willy W. Reactie annuleren