Overpeinzing en een mooi reisje naar Twente

Als een rij kippen op stok stonden ze daar, campers, naast elkaar hoog op de wal van het Noordoostzeekanaal. Enigszins denigrerend vroegen we ons af wat daar nu leuk aan was. Met de camper-neus gericht naar het kanaal, luifel uit tegen de zon, zittend op een stoeltje met een glaasje bier in de hand, loeren naar de voorbij varende schepen. Wij, in ons schip op weg naar Holtenau en de Oostzee hadden destijds nooit gedacht dat we een paar jaar later zelf een camper zouden hebben en dat we net zo op een plekje aan het water zouden zitten innig tevreden met een glaasje wijn in de hand. Al moet ik erbij zeggen dat we samen met zoon en schoondochter en hun eigen camper op een heel wat mooier en rustiger plekje stonden. Het massale samenhokken op een grote camperplaats met tientallen campers is aan ons niet besteed. De plekken die we na wat zoekacties vonden waren meestal plekken bij een boerderij of wat vroeger een boerderij was geweest. Er zijn een aantal app’s die ons de weg wijzen. Zeer nuttig dankzij de uitvoerige beschrijvingen van eerdere gasten.

De Mosbeek

Opnieuw kwamen we voor een paar dagen in Twente terecht. In de omgeving van Oldenzaal werden we getroffen door het heuvelachtige landschap met stukken bos en daartussen delen met landbouw en boerderijen. De Mosbeek en de Dinkel slingeren tussen de heuvels door en je kunt zien dat recent de overvloedige regen het peil van de beek en het riviertje fors heeft doen stijgen, waarbij de oevers zijn afgekalfd en delen gele leemgrond bloot zijn komen liggen. Op de wandeling langs de Mosbeek was te zien dat grote hoeveelheden losse takken en bladeren zich hadden opgehoopt bij versmallingen van de beek.

De Dinkel
Afgekalfde oever van de Dinkel

Met onze fietsjes reden we de volgende dag een route rond Ootmarsum. Af en toe was het stevig klimmen en keken we afgunstig naar de mensen met hun elektrische tweewielers, die ons op de helling naar boven fluitend voorbij fietsten. Ook naar beneden fluitend, maar dat was van de wind. Regelmatig lagen we dan ook in de berm in een minder geslaagde poging de langs suizende gemotoriseerde oudjes, volledig in de ban van hun fietscomputer op het stuur, te ontwijken. Waarschijnlijk zien we binnenkort leeftijdsgenoten op een nieuwe fenomeen, de fatbike, de fietspaden onveilig maken, liefst zonder helm, want dat staat stom.

Ootmarsum, het kunstenaarsdorp van Twente is de moeite waard om te bezoeken. De toerende oudjes op hun laag-vliegende fietsen komen hier tot rust op één van de talrijke terrassen rond de kerk. Wij zochten en vonden een plekje op één van de terrassen en werden gedwongen mee te luisteren naar een Duitse oudere dame, veel ouder dan wij, met een schelle stem, die de roerselen van haar familie meende te moeten delen met haar eveneens veel oudere vriendin die blijkbaar net als ik hardhorend was. Probleem alleen was, dat ik mijn hoorapparaten aan had staan en nieuwsgierig als ik ben, niet de neiging had ze uit te zetten. ‘Het was niet best met een nichtje’. Voor zover ik begreep had ze een relatie met een getrouwde man, op zich al een schande. Hij stemde fout, AFD volgens haar, en was zeker 10 jaar ouder dan het nichtje. Zij, de vrouw, vond hem ‘een engerd, een pluk haar onder zijn neus en een veel te grote bril met donker glazen’, waardoor je zijn ogen niet kon zien. ‘Ein Arschloch mit gefärbten Haaren’. Het ergste was dat het nichtje haar goed bedoelde raad niet wilde horen, ‘Naar mij luistert ze niet’.

Twentse boerderij stijl bij Ootmarsum

De kerk, in Bentheimer-kalksteen gebouwd, dateert uit ongeveer1000 na C, althans het middendeel. De indruk van de kerk is er een van zwaarte, al is gepoogd het geheel te verlichten door de vroeg-gothische stijl van de grote vensters. De katholieke versierselen in de vorm van sombere schilderijen met rampspoed-taferelen domineren. Een man stond midden in de kerk iets religieus te zingen, zichtbaar genietend van de galm die hij produceerde. Nadat we sluipend een rondje door de kerk hadden gemaakt en het potje met de gleuf, smekend om een bijdrage, hadden gespekt, liepen we weer naar buiten.

De gestileerde beeldengroep bleek gemaakt door een oude bekende, Kiny Copinga. We herkenden haar stijl. Ze moet inmiddels meer dan 80 jaar oud zijn. Ooit was ze een patiënte van mij, en volgens Wikipedia leeft ze nog. Gelukkig maar, een beetje vervelend als iemand na je behandeling overlijdt.

Na ons vertrek uit Twente, kregen we via het nieuws te horen dat er op de plek waar we met de camper hadden gestaan veel regen was gevallen. De A1 stond blank bij de Lutte. De camperplaats waar we stonden vlak bij de Lutte, heeft vast ook onder water gestaan. Gesteund door opgedane kennis omtrent het weer tijdens de vele jaren varen met onze scheepjes waren we net op tijd vertrokken naar het noorden……

Ontmoetingen in de Achterhoek

Op Camperplaats ‘Op de Bult’ staat al een grote blauwe tot woonmobiel omgebouwde bus als we het plekje ernaast willen inrichten. Met twee getrapte blokken onder de voorwielen staan we vrijwel waterpas. De ontvangst was hartelijk. De eigenaar van de Camperplaats liet ons zien waar we allemaal konden gaan staan en vertelde waar alles was en wat er kon.

De blauwe bus en wij

Nauwelijks een beetje geïnstalleerd sprak Nienke de eigenaar van de bus en zijn vrouw aan die net van een fietstocht bij hun bus aankwamen. Ik hoorde hem ‘Willem’ zeggen, terwijl hij zich voorstelde ‘en mijn vrouw heet Jos’. Omdat het socialiseren me wat al te snel ging verborg ik me achter de camper die als een prima geluidswal fungeerde. Wat ik aan inhoudelijk gesprek kon horen was niet te verstaan, luid was het wel. Toen ik het waagde om rond de camper in zijn gezichtsveld komen, stoof hij op me af, nam mijn hand in de klem als in een bankschroef en zei met een donderende stem dat hij Willem heette. Hij kwam uit de Beemster, zei hij, en voordat ik het wist volgde zijn levensverhaal terwijl zijn vrouw zich, na met Nienke gesproken te hebben, opmaakte om te gaan douchen. ‘Alles in de bus en aan de bus heb ik zelf gemaakt, als ik iets niet wist zocht ik het uit op het internet’ en dat was duidelijk te zien. Ik doe alles zelf, lassen, timmeren, elektra aanleggen, noem het maar op’.

Zijn huis verbouwt hij zelf en ook dat van zijn kinderen, met eikenhouten balken, dikke balken. Hij wees me de lengte en dikte ervan aan als had hij zojuist een bovenmaatse snoek gevangen. Kortom een homo universalis . Spullen die hij nodig heeft koopt hij op Marktplaats. ‘Ik heb een vrachtwagenrijbewijs en reed op allerlei vrachtwagens met vee naar de slachthuizen. Volgens hem is alle groente en fruit bespoten met pesticiden, ‘aardbeien zitten vol met gif en van druiven worden je kinderen ziek’. ‘De groente van de Lidl was ik minstens 3 keer ’. ‘Bovendien, ik heb ook een Irissen-kwekerij gehad, en daar wordt veel gif bij gebruikt ‘ik weet er alles van’. De kinderen moesten altijd helpen met de bollen, maar mijn vrouw zei: ‘de irissen eruit of ik ga eruit’, en dat bracht hem ratelend als een bolderwagen over de kasseien op het thema gezondheid. Hij had me ontfutseld dat ik in de gezondheidszorg had gezeten. Hij was doodziek geweest, zijn alvleesklier was ontstoken, hij had te veel gezopen, nu drinkt hij geen drup meer. ‘Ik heb nu een bedrijf met caravanstalling, daar leef ik van met mijn vrouw’.’ Zij, zijn vrouw Jos, kent een vrouwtje die met lapjes gedrenkt in een gele vloeistof wonden kan genezen die gewone dokters niet kunnen genezen. Een wond die met zo’n lapje is behandeld ziet er na de eerste nacht vreselijk uit, maar is na een paar dagen helemaal genezen. ‘Het recept is geheim, want de farmaceutische industrie moet er niet mee aan de haal gaan’. ‘Ze kosten maar €3 per stuk, die lapjes’, maar dat vrouwtje hoeft er niets aan te verdienen‘ Trouwens’, overstappend op een ander onderwerp ‘ik zie aan je wielvelgen dat je je remmen te veel gebruikt’, terwijl hij met zijn vinger over de velg streek en me de zwarte veeg op zijn vinger onder m’n neus porde. ‘Je moet je camper meer laten uitrollen!’ Terwijl het me nauwelijks lukte een weerwoord te geven en niet anders kon reageren dan met een instemmend knikje of een blik van ongeloof hem aankijken, bleef hij me vol overgave deelgenoot maken van zijn overtuigingen en inzichten. Nu heb ik de nodige ervaring opgedaan als het gaat om een gesprek voeren vanuit mijn vroegere functie als arts, echter een praatkanon als deze overigens hartelijke, aardige man vol levenslust was ik nog niet eerder tegengekomen, laat staan dat het mogelijk is om vriendelijk doch beslist een niet al te kwetsend einde aan het gesprek te breien. Slechts door non-verbaal tussen de woorden door enkele zijdelingse, achterwaartse stappen te maken, lukte het me om in hem het idee te laten groeien dat ik me van hem en het gesprek wilde losmaken. Je moet een buurman, zo dichtbij, niet voor het hoofd stoten. Dat hij zich later nog een paar keer uitvoerig liet horen, heb ik belangstellend en met mildheid ondergaan. Bij het afscheid de volgende morgen, kreeg Nienke een zoen op de wang en nam hij mijn hand in de klem als was het in een bankschroef …..

Onze volgende stop was Winterswijk. De stad waar mijn grootmoeder ooit woonde. Ze was geboren in de Achterhoek, vertrok met mijn pas geboren en 6 weken oude vader en mijn opa per boot naar Indonesië waar mijn opa een functie kreeg bij de politie. Daar woonden ze 16 jaar en kwamen vlak voor de oorlog terug naar Nederland waar mijn opa overleed aan een nierziekte die hij had opgelopen door veelvuldig fenacitine-gebruik voor zijn chronische hoofdpijn. De verjaardagen van mijn oma in Winterswijk, waar ze na terugkomst uit Indonesië weer was gaan wonen, herinner ik me goed. Ik had er een grote pest aan om een hele middag rond de tafel te moeten zitten met de rest van familie, die rookten en praatten. Eerst gebak met koffie en voor ons limonade. Later kwam bier, Jenever en een citroentje voor de vrouwen op tafel. Mijn broer en ik verveelden ons rot, terwijl de stemming steeg en de verhalen die ons nauwelijks interesseerden, breder werden uitgesponnen. Zo dichtbij een paar ‘roots’ kwamen we met onze camper terecht op een Camperplaats vlak bij de Duitse grens, een paar kilometer van Winterswijk. De naam ‘Schaapskudde’ had ons nieuwsgierig gemaakt. Een prachtige plek bij een oude boerderij waar aan het camperplaats nog flink gesleuteld moet worden, sanitair moet nog aangelegd worden. Overal liepen kippen, eenden, pauwen en ganzen los over het erf. Uit een schuur klonk geblaat van een paar schapen

. Op een veldje naast de weg stonden de schapen. We stonden er alleen. Met de te verwachten regen konden we op een verharde plek staan naast de brandnetels en de bramen. Later in de middag verscheen de eigenaar om een praatje te maken. Hij is een zzp-herder die zich met zijn kudde schapen verhuurt om hobbelig en ruig terrein af te grazen, terrein dat lastig met grof materieel te bemaaien is. Hij zag er uit als een Viking met blonde wapperende haren. Een Drenth die per ongeluk in de Achterhoek was beland. Hij vond Winterswijk maar niets, ‘ je wil er niet dood gevonden worden’. De dorpen eromheen waren veel aardiger. Er werd in deze grensstreek na de oorlog levendig gesmokkeld door de mensen die elk aan een zijde van de grens woonden. Er waren plekken waar Duitsers en Nederlanders elk aan hun kant van de grens een stukje grond van een paar vierkante meter hadden gekocht, gescheiden door prikkeldraad, waar buiten het zicht van de douane, koffie, sigaretten en soms hele varkens over het prikkeldraad werden uitgewisseld. Ons plan om de kalksteengroeve, bekend van de vondst van een fossiel zeemonster, een Nothosaurus en de wijngaard van Hesselink te bezoeken, viel door de vele regen in het water. In de steengroeve hebben zich een aantal oehoe’s gevestigd, de grootste uilen-soort van de wereld. Gevlucht voor te veel regen en nattigheid zijn we de volgende dag toch maar verhuisd naar drogere streken.

Camperplaats de Flint bij Fochteloo

Rommelen met de ruimte

In het pinksterweekend waren we wederom met 2 campers op stap. Onze zoon en schoondochter hadden een locatie op het oog in het Emstal in Duitsland.

Bij de boer

We zijn nog niet volledig op orde in ons nieuwe rijdend buitenhuis, al blijft het ermee rijden vanaf de hoge zit een leuke ervaring. We hebben inmiddels een aardig aantal mooie plekjes om te staan en te overnachten gevonden. De wereld bezien vanuit een camper is anders dan vanuit je gewone auto of je schip. Nieuw voor ons is hoe we omgaan met de beperkte ruimte en hoe je alles het beste indeelt. In ons schip, vijf meter langer en bijna 2 meter breder dan de camper, was er voor ons gevoel altijd ruimte om spullen op te bergen, al zat er daar ook een grens aan. Ik had een rommel-lade met van allerlei spullen die wel eens van pas konden komen, maar die we nooit gebruikt hebben. Dat verlengbare lampje op een buigzame steel om onder de motor te kijken heb ik aan boord nooit gebruikt. Het rolletje speciale plakband om een lekkende leiding te repareren, ook nooit gebruikt. De grote objecten zoals stoelen, tafel en bijzet tafels lagen onder het luik in de kuip naast sommige spullen die er in 10 jaar niet uit zijn geweest.

Helaas heb ik een eigenschap die geen prijs verdient. Ik vergeet wat ik ooit aan ‘mogelijk nuttige’ spullen heb gekocht. Van gereedschap dat ik nooit heb gebruikt, heb ik er twee of meer. Bij de afgeprijsde spullen in de Gamma zie ik soms zo’n mogelijk nuttig tangetje liggen en denk dan, die kon wel eens handig zijn…. . Een groot deel van mijn verzameling lijntjes, elastieken, sluitingen, zaklampen, en gereedschappen die ik aan boord ooit meende nodig te hebben maar nooit heb gebruikt, heb ik, impulsief of beter gezegd ‘enigszins overwegend’ met het idee ‘je weet nooit of het van pas komt’ overgeplant in de camper.

Bovendien, dat alles logisch geordend opslaan in de bergruimte, de garage van de camper, is niet mijn sterkste kant. Zeker omdat er geen grote laden zijn die je dicht kunt schuiven. Veel van die spullen blijven dus in het zicht in de ondiepe nissen van de garage.

Mijn zoon Ewout en mijn schoondochter Fenny zijn organisatorische wonders, die ons bij ons laatste reisje hebben geholpen de garage van de camper handiger in te delen. De fietsen stonden plat tegen de achterwand. De handige spullen, opgeslagen in de ondiepe vakken tegen de voorwand, waren slecht bereikbaar omdat de stoelen, tafels en het droogrek, bevestigd met te veel elastieken, ervoor stonden. Als we de vloerwisser, een spons of een opgerolde lijntje nodig hadden, moest vrijwel alles eerst verplaatst worden, waarbij ik voortdurend mijn kop stootte tegen een uitzetter van de deur die naar mijn smaak te laag zit voor mijn vermeende lichaamsafmetingen.

Toen ook nog bleek dat ik in mijn neiging om mogelijk nuttige of handige spullen aan te schaffen, in de loop der tijd meer dat 10 spanbanden in alle soorten en maten verzameld had, heeft mijn zoon een grondige reorganisatie van de garage in de camper opgestart.

Handige spullen

We zijn allebei blij met het resultaat. Kilo’s lichter, verlost van vele onnuttige zaken, al moet ik bekennen dat ik een paar van die onnutte zaken, zoals een lang stuk elastiek en een paar handschoenen na uitvoerig overleg met Nienke toch weer terug in de vakken heb gelegd. Je weet maar nooit waarvoor het handig kan zijn….. Echter de garage is nu wel op orde. De stoelen en de tafels zijn in een wip te pakken. De fietsjes staan dubbel gevouwen aan bakboord in de garage en er is nu ruimte te over, misschien wel voor nog wat mogelijk nuttige of handige spullen…

Dit gebied, het Emstal, ligt in Duitsland vlak over de grens bij Emmen. Meerdere keren reden we over bruggen en sluizen van het Dortmund-Emskanal waarover we vaak met ons schip naar het noorden voeren, zonder kennis te nemen van het achterland.

Wandelen in de buurt van Bad Bentheim

Het is Spargeltijd en die asperges aten we in het restaurant bij de Baccumer Mühle, een pond per persoon, Duits, ruimhartig opgediend. Bij het restaurant met molen en vijver mochten we gratis staan met onze twee campers, mits je er hebt gedineerd. Water en stroom ook gratis voor 2 nachten.

Tweede pinksterdag vielen we bij een tussenstop op de terugweg met onze neus in het feestgedruis in Lingen. Uit de gehele omgeving kwamen verenigingen gekleed in middeleeuwse en 18e eeuwse tenues samen om een historische optocht te houden door de straten van het plaatsje. Een kleurrijk gebeuren met veel getrommel en getoeter. De strakke gelaatsuitdrukking op de gezichten van sommige deelnemers aan de optocht getuigde van de nodige ernst waarmee men deelnam. Een eeuwenoud ritueel dat in deze streek jaarlijks met Pinksteren wordt herhaald. Een ritueel om de verbondenheid van de verschillende dorpen en stadjes in het Emstal te bevestigen. Grappig om te zien maar ook door een licht militaristisch tintje voor ons Nederlandse buitenstaanders een klein beetje eng. De Currywurst mit Soße smaakte voor een keertje goed. Het gebied is zeker de moeite waard om te bezoeken door de rijke afwisselende landschappen en natuur, oud vulkanisch graniet en heuvelachtig met veel soorten landbouw tussen de bossen.

Ogentroost

Het is wat stil op mijn blog en dat heeft een reden. De plannen die we hadden blijven voor even in onzekerheid hangen, of beter gezegd, zijn onvrijwillig in de koelkast beland. Vanwege twee ingreepjes aan mijn ogen in verband met een plotselinge verergering van mijn sluimerende glaucoom, zijn we min of meer veroordeeld om in de buurt van Sneek te blijven. Inmiddels is één oog succesvol geopereerd, waarbij tegelijkertijd, parallel aan de glaucoom behandeling, de lens met een lichte staar is vervangen door een kunstlens. Dit betekent dat ik voorlopig niet mag autorijden, in de periode van de nabehandeling. In de wachtrij voor de ingreep aan het andere oog kunnen we niet ver weg en moeten we ons tevreden stellen met kleine tochtjes in de buurt. Nienke rijdt uitstekend met de Camper al laat ze het manoeuvreren op krappe plekken het liefst aan mij over. De onrust of het goed gaat met de ingrepen en de controles die erna komen beperken de mogelijkheden. Het is weer eens duidelijk dat het leven allerlei verrassingen voor je in petto heeft hoe oud of hoe jong je ook bent.

Op het grindpad, het gras was te zacht en drassig

Hoe is het om te constateren dat cámperen iets heel anders is dan motorbootvaren. De keuzes voor een plek om te overnachten of te verblijven zijn er in overvloed. Allerhande apps bedienen de zoekende camperaar. Een uitgezochte plek kan meevallen of tegenvallen. Ons laatste tochtje naar een camperplaats in Drenthe resulteerde in een plek waar onze camper buiten het toegangspad zou veranderen in een woonboot vanwege het drassige moeras waarin de staanplaatsen waren veranderd. Met twee campers, onze zoon en schoondochter hebben een zelfde camper, hebben we er op het toegangspad één nacht gestaan om vervolgens in de ochtend snel te vertrekken naar een droge plek.

De Meistershof bij Dwingeloo voldeed aan de beschrijving, alles klopte en de omgeving nodigt uit tot prachtige wandelingen in een afwisselend natuurgebied. Misschien is dat wel het aardige van onderweg zijn met de camper, vrij snel ben je zomaar op plekken die je anders met een schip niet kunt bereiken, al moet ik bekennen dat die redenering ook omgedraaid kan worden. Met onze voormalige schip kwamen we op plekken waar je met een auto of camper onmogelijk kon komen, was het niet een eiland, dan wel een waterrijk gebied zonder wegen of parkeermogelijkheden. Wat ik het meest aardige vind aan de camper is het rijden door gebieden die je normaal gesproken niet frequenteert, zeker niet met je eigen auto, die ik eerder zie al een vervoermiddel om ergens vlot te komen. In de camper rijden is een feestje op zich zelf, door de hoge zit, het uitzicht van achter het stuur of de bijrijdersstoel. De spanning om je rijdend buitenhuis veilig over smalle weggetjes en langs onverwachte obstakels te loodsen, maakt het rijden aantrekkelijk. Tegelijkertijd is er ook een rustgevende kant, je rijdt langzamer en neemt meer de tijd. Aandachtig en afstandelijk gericht op het rijden zelf, met een wagen die driedimensionaal 4 keer zo groot is als de auto die thuis in de carport staat. Ik kan me voorstellen dat de ware gedreven vrachtwagen chauffeur dit beroep koos vanuit een soort gevoel de bestuurder te zijn van iets groots, in controle over iets dat vele malen groter is dan je eigen lichaamsafmetingen.

Meistershof, bij Dwingeloo
Dwingelderveld

Ik prijs me gelukkig dat we geen haast hebben, geen verantwoording moeten afleggen ergens op tijd te zijn, binnenwegen kunnen kiezen in plaats van snelwegen. Slechts de afmetingen van onze camper zijn beperkingen om rekening mee te houden, tunnels, smalle weggetjes of straten die dood lopen, modderige zachte bermen waar in je kunt wegzakken en zo kun je nog meer obstakels verzinnen. De vorige eigenaar had dan ook als reminder, een stukje karton op het dashboard geplakt met de hoogte, de breedte en de lengte van de camper daarop vermeld. Dat karton zit er nog, we laten het zitten…..

Jeneverbesboom, Dwingelderveld

Oude Willem

Onderweg naar de Camperplaats in Oude Willem, een gehucht nabij Diever en Appelscha, rijdt Nienke voor het eerst achter het stuur van de camper over een aantal smalle binnenwegen. Het is wennen met de camper die 3-4 keer groter is dan onze Yaris. Terwijl ik naast haar zittend, de naar het midden van de weg neigende bomen en lantarenpalen, in stilte probeer op afstand te denken, gaat alles uiteindelijk goed, niets van dat alles geraakt. Nienke stuurt zo goed als ze ook met onze motorboot deed door smalle bruggen en nauwe vaartjes. Op de plek van bestemming loodste de boerin van de camping ons naar een mooie plek, water en stroom direct naast de camper. Het zonnetje vergezelde ons bij het installeren van de nieuwe stoelen en het oude tafeltje uit de boot. Nieuwsgierige koeien leken onze bezigheden zeer interessant te vinden, en na enig staren begonnen ze vlak voor onze neuzen aan de andere kant van de greppel de lengte van het gras een knipbeurt te geven.

Stoelen uitgeklapt, lekkers op tafel en koeien in de verte

Dit gebied is natter dan normaal door de vele regen in de laatste maanden. De camping was ooit een boerenbedrijf, de vader van de huidige boer heeft zijn terrein verkocht om het weer terug te geven aan de natuur. Nu kijken we uit over een natuurgebied waar tussen de planten kleine vennetjes lijken te zijn ontstaan. Op de fietstocht die we in de middag maakten zagen we op veel plekken de bomen in het water staan alsof het mangrove-bossen waren. Een fietspad was afgesloten door de wateroverlast.

In de schemering werden we verrast op een luchtshow van duizenden zwermende spreeuwen. Van achter ons kwamen telkens nog meer hulptroepen die zich bij de al aanwezige aansloten. Eén groot feest van zwenkende clusters vogels die allen tegelijk als op commando van richting veranderden. Na de show daalden ze als één samengebald geheel naar beneden tussen de struiken en vennetjes.

Spreeuwen, heel veel spreeuwen(gefilmd door Nienke)

We hebben het nog steeds druk met het leren kennen van de camper met al zijn, voor ons nieuwe, eigenschappen. Toen ik op zoek naar de sleutel het lichtje boven de voorruit probeerde aan te doen en blijkbaar op het verkeerde knopje drukte, kreeg ik via de boordradio in het dashboard opeens een vrouwenstem te horen die me in het Duits vroeg wat het probleem was. Ik had de alarmknop ingedrukt. Blijkbaar zit er ook een verborgen telefoon in onze camper die doorverbindt met een vriendelijk mevrouw op afstand die over ons waakt als we haar nodig hebben. Te verbouwereerd om te reageren drukte ik de ‘verbreek-de-verbinding-knop’ in, zonder haar te bedanken. Excuses…. Toen we laat op de avond een lampje zagen branden dat het water bijna op was, hebben we de slang uitgerold en met de zaklantaarn in de aanslag er een paar liter bij getapt. Alles prima gelukt behalve dat de dop van de tank niet lekker op de vulopening zat en weigerde om de scheve greep die hij had los te laten. Een ernstige vermaning en krachtdadig wrikken hielpen niet. De schroevendraaier bleek ons ook al niet te willen helpen, zelfs niet na losdraaien van het armatuur. Pas na woest rammelen, drukken, draaien en smeken lukte het de dop los te weken uit zijn hardnekkige greep. Een dop in het donker op de vulopening van de watertank draaien is dus een secuur werkje…

ganzepoel

Het is hier mooi bij Oude Willem( volgens de overlevering de naam van een herder die hier in vroegere tijden zijn kudde schapen hoedde). De wandeling op de volgende dag bevestigde de schoonheid van het gebied en hoe nat het op dit moment is. Verschillende wandelpaden lagen zodanig in het water dat onze schoenen dreigden vol te lopen, een reden om af en toe omwegen door het struikgewas te zoeken, wat niet altijd lukte. Niettemin een aanrader als je van een afwisselend en fraai bos-heidegebied houdt.

Langs de weg naar Oude Willem

Een nieuw boek, de eerste bladzijden van een nieuw hoofdstuk

Rob en Nienke 4 februari 2024 2 Minutes

Een Hymer 600 van 2021

Eigenlijk best gek, de boot net verkocht, maar nog geen 3 weken later zijn we in het bezit gekomen van een mooie camper. Een nieuw avontuur in een levensfase waarin we het ouder worden en omgaan met ongemakken voor lief nemen en door dat wat we mooi vinden , reizen en onderweg zijn, zo lang als het kan proberen te handhaven. Een camper leek ons het meest passend om die wens waar te maken. Kleiner dan de boot, maar wel van alle gemakken voorzien. De mogelijkheid om naar onontdekte gebieden te reizen, gebieden die verborgen blijven voor een schip, dat van nature gebonden is aan water onder haar kiel. 

In mijn fantasie was er van vroeger af al een fascinatie voor de zee, het water én de bergen. Ik zag me ooit wonen aan zee met hoge kliffen en een berg—achtig achterland. Het is anders gelopen. Sneek in Friesland achter de dijken was en is de plek waar ik en ook Nienke het langst, maar ook met plezier wonen. Het water voor ons huis, de meren, de vaartjes en de eilanden, wat hebben we er altijd van genoten. Op de vakanties was er dan altijd de trek om naar de heuvels en de bergen te gaan. Als kind, geboren in Nijmegen nabij de door de ijstijd opgeworpen heuvelrug van Berg en Dal en de Zeven Heuvelenweg bij Groesbeek, moet dit landschap al een zaadje hebben gelegd voor de wens om later in een dergelijk landschap te verkeren of er door te reizen. Onze vroegere vakanties naar de bergen, de wintersport, waren steeds weer belevenissen die grote indruk maakten. De machtige steenkolossen, steile pieken van graniet en afgestompte toppen van kalksteen, de heldere, schone lucht, het skiën ,de wandelingen door de sneeuw, en niet te vergeten de zomer-bergwandelingen in de Dolomieten met de jongens. Dit alles of althans een deel ervan hopen we met de camper, zij het vanuit een ander vervoermiddel te mogen beleven. Wat we met de Nika, ons zeilschip hebben bereikt, de droomreis naar de Lofoten in 2008, kunnen we nu misschien herhalen over land. Met motorboot Nine Marit is ons dat niet gelukt, Denemarken was het best haalbare tot vrijwel aan Arhus op Jutland. Een wereld gaat voor ons open. We hebben er zin in.

In de camper

Voor de goede orde, onze camper heeft de naam van de motorboot gekregen. De nieuwe eigenaar van ons voormalige schip gaat de naam veranderen. Nine Marit vinden we een mooie naam, een unieke naam die bij ons hoort. De camper personifiëren maakt haar in onze ogen tot een dierbaar familielid, net zoals dat ook voelde met ons oude schip. Een ding dat een menselijke connotatie krijgt, een ‘levend’ wezen met een karakter en eigenschappen die afhankelijk van omstandigheden kunnen variëren. Het rammeltje bij de raamlijst links bij de stuurstoel is zo’n trekje waar ik beslist wat aan moet doen en haar op moet aanspreken. Mijn hand erop leggen of kneepjes geven heeft tot nu toe geen effect gehad, ik vermoed dat er een koppige natuur in haar huist. Dit gaat nog wat strijd opleveren. Voor de rest , ik beken het, ze rijdt fantastisch, alsof ze er ook zelf plezier in heeft.

Op de top van de Lemelerberg.

De eerste tocht die we maakten, was naar het oosten, Winterswijk, Holten en de Lemelerberg. Mooi stuk Nederland…..

Na 10 jaar varen

Het boek is uit, een mooi boek. We hebben er bijna 10 jaar van genoten.

In dit laatste ninemaritblog maken we bekend dat onze mooie motorboot naar een andere eigenaar mag. Ze heeft ons jaren lang gediend op vele reizen. Nederland van noord naar zuid en van oost naar west, Duitsland, Denemarken en Polen, over kanalen, rivieren en over zee. Het proces van toegroeien naar een afscheid van ons schip was een langzaam proces. Het laatste zomerseizoen voeren we verder dan ooit in Denemarken naar het noorden. Lange stukken over open zee. Spannend omdat het weer onberekenbaar was, mooi en bevredigend omdat het ons lukte. Nine-Marit heeft ons voortreffelijk gedragen en geen moment in de steek gelaten. Dat ons computertje voor de navigatie er mee ophield ( inmiddels al weer gerepareerd) nemen we haar niet kwalijk.

Nu we allebei wat ouder zijn geworden en de lijven wat strammer en kwetsbaarder is het een goed moment om uit te kijken naar andere vervoersmogelijkheden. We zijn nog steeds nomaden die het reizen en onderweg zijn een prettige bezigheid vinden. In de natuur zijn, wandelen en verblijven op mooie plekken waren prioriteiten tijdens onze tochten op het water. Dat zal als het ons betreft niet veranderen. Wat het gaat worden als we niet meer over het schip kunnen beschikken is nog onduidelijk. We zullen de contacten met mede-eigenaren op het water missen en we hopen dat ons mooie schip in handen van nieuwe eigenaren nog een lang mooi leven te wachten staat.

Nine Marit bij de schilder en de Biesbosch

Het voordek

Na meerdere jaren varen op zoet en zout willen er hier en daar wel wat beschadigingen ontstaan. En dat was het geval met ons schip. 2 jaar geleden bleek de antifouling last van blaren te krijgen en ook de verf boven op het dek en de gangboorden vertoonde na 10 jaar wat verouderingsverschijnselen. De Pollardboys van de werf in Steenwijk vonden dat de antifouling nog geen blaren had mogen krijgen en hebben dat 2 jaar geleden vakkundig hersteld. Voor het schilderwerk bovenop het schip zochten we contact met vader en zoon Kooistra in Akkrum. Een gouden greep. Na anderhalf jaar wachten werd door vader Kooistra de klus met verve opgepakt. Vakmanschap met liefde. Het voordek rond de mast heeft in dezelfde kleur een antisliplaag gekregen. De gangboorden kregen eveneens een grondige beurt met een ruwe laag verf, zodat uitglijden slechts te danken kan zijn aan de al dan niet benevelde staat van de begaander naar het voordek. De gelakte houtdelen binnen en buiten zijn opgefrist, waardoor we het gevoel hebben een nieuw schip hebben. Het was duidelijk dat vader Koos Kooistra lol heeft in zijn werk en het was mooi om te zien hoe deze man de liefde voor zijn vak nog steeds koestert.

Een nieuwe antislip laag

Doordat ons schip een tijdje op de wal doorbracht zijn we de laatste 2 weken met haar niet aan varen toegekomen. De uitnodiging om met het Nederlands Medisch Nautisch Genootschap de Biesbosch te verkennen was een mooie gelegenheid het gemis enigszins te compenseren. De Biesbosch is een natuurmonument, een kreken-stelsel tussen moerassige eilandjes, waar het getij vanuit de Noordzee nog altijd voelbaar is. De stille wens, een excursie onder begeleiding van een boswachter door de kreken op zoek naar bevers en andere waterdieren bleek anders uit te vallen dan gehoopt. We werden geacht deel te nemen aan een spel met 3 fluister-boten en dat moest plaats vinden in een openbaar toegankelijk deel van de Biesbosch. Toegankelijk voor boten en alles wat kan varen. En daar waren er veel van….. het mooie weer nodigde half Brabant uit tot vermaak op het water. Daar waar wij gespannen in afwachting waren van wat we moesten doen, kwamen we met 3 fluisterbootjes in een krioelende kermis van varende en voor anker liggende bootjes terecht. Schaarsgeklede mensen wentelden zich in de zon op de voordekken van polyester strijkijzers van een formaat die de breedte van de kreken bijna volledig in beslag namen. Jonge en oude types op sup-boards die zich als wiebelige wandelende-takken traag voort bewogen tussen de voor anker liggende motorboten en sloepjes. Dat we geen dobberende zwemmers overvaren hebben is een compliment voor de roerganger in onze fluisterboot. We zaten met 5 mannen en 5 vrouwen in één fluisterboot. De hand-gps die we hadden gekregen zou de richting en afstand hemelsbreed aangeven naar een aantal waypoints met opdrachten. Probleem was dat die waypoints zodanig waren gekozen dat je eigenlijk recht over een eiland moest varen om er te komen als je de richting die de pijl op de gps aangaf wilde aanhouden. Zonder een kaart van alle kreken en eilanden was het een gok langs welke kant een eiland gerond moest worden wat regelmatig resulteerde in fout-routes door smalle en soms doodlopende kreken. Gelukkig konden we in onze boot vals spelen doordat we beschikten over een elektronische waterkaart op de iPhone. We hebben dan ook met overmacht gewonnen, mede dankzij het zeer intelligente team ‘nautische genootschappers’, die de meeste opdrachten in taal en uitbeelding tot een goed einde wisten te brengen. Ondanks de Kalverstraat-drukte was het een aardige bezigheid waarbij zelfs twee teamleden in onze boot, ter verkoeling het lauwe Biesbosch-water aan hun lijven mochten ervaren. De barbecue aan het eind van de middag lieten we ons goed smaken, al hebben we als flexitariers onze principes over minder vlees eten voor deze keer tijdelijk overboord moeten gooien.

Op weg naar waar het spel zou beginnen
Wachten op de derde deelnemer

De Biesbosch, het meest interessante deel ervan, bleef voor ons verborgen. Misschien komt er ooit een mogelijkheid om dit unieke deel een keer te mogen bezoeken, mét de boswachter, of moet ik zeggen, de moeraswachter…..

Dit slaat nergens op,

Heen en weer over het IJsselmeer

Het weer leek goed en aangenaam te worden. Hardzeildag is in de Sneekweek altijd op woensdag. Uitstekend idee om met ons schip de drukte te ontvluchten. Aanstalten maken om te gaan kost ons altijd moeite. Het huis goed achterlaten, welke kleren moeten mee, en wat zullen we onderweg eten. Boodschappen doen en dan even later merken dat we weer wat vergeten hebben, zodat we nadat we dachten klaar te zijn toch nog opnieuw naar de supermarkt moeten. En als we dan ook nog bij het aan boord gaan merken dat het achterschip wederom is onder gekakt door het zwemmende gevogelte is een deel van de pret pas weer op acceptabel niveau als we de box uitvaren en koers zetten naar de meren.

Onze Cornish Crabber in de 80 er jaren

Al jaren waren we niet meer in Medemblik geweest. Het stadje aan het IJsselmeer waar we in de jaren 80 ons zeilavontuur begonnen met de aankoop van een Cornish Crabber. Een zeven en een halve meter, min of meer zeewaardig, kottergetuigd Engels bootje, naar het model van een krabbenvisser dat veel gebruikt wordt aan de oostkust van Engeland en Cornwall. Toen het schip klaar was en we haar zouden ophalen om over het IJsselmeer naar Friesland te varen, woei het stevig uit het westen. Volgens Onno Bosselaar, de dealer van de Crabbers, was dat geen enkel probleem. Gewoon het bijgevoegde driehoekige topzeil achter de mast vast maken in plaats van het grootzeil, fok erbij en varen maar. Enigszins benauwd voeren we vergezeld van de vader van Nienke, een ervaren boeierzeiler de haven van Medemblik uit, uitgezwaaid door de moeder van Nienke met onze beide zonen van 4 en 5 jaar. Met alleen een kompas, een dieptemeter, en een nieuwe kaart van het IJsselmeer richtten we de steven naar Workum. De geïmproviseerde zeilvoering hield zich goed en na een poosje wennen aan de korte maar steile golfslag groeide het vertrouwen in ons nieuwe schip doordat ze haast onaangedaan met de nodige flair de golven wist te bemeesteren.

Medemblik

Hoe anders was ons laatste tochtje met de Nine Marit. Van Stavoren naar Medemblik genoten we van een zwak windje vanuit het zuidwesten op het IJsselmeer, waar we allebei haast meditatief de ruimte en het wijde water op ons lieten inwerken. Een mooie oversteek en een prettige ontvangst in de Oosterhaven waar we langszij een Grouwstervlet konden afmeren. De volgende morgen zou de wind eveneens zwak uit het zuidwesten waaien. Daar gingen we vanuit. Pas in de avond zou de wind toenemen. Vroeg vertrekken was onze conclusie. Toen we de haven verlieten en dezelfde koers in omgekeerde richting aanhielden bleek er wat mis te zijn. Meer wind dan de dag ervoor, en niet uit het zuidwesten maar uit het zuidoosten. Met een koers naar het noordoosten betekent dat voor Nine Marit rollen op de inkomende golven van opzij. Zo mooi op één oor met de Crabber mist onze motorboot een steuntje van een zeil. De truck is, zoals de meeste motorboot-vaarders wel weten, schuin in de golven of schuin vanaf de golven varen. Het was een hobbelige schommel-tocht, niet aangenaam en zeker niet geschikt om meditatief naar buiten te staren. Van koers veranderen met een hoek van 90 graden betekent goed vasthouden en het ritme van de golven volgen om op een rustig moment zo snel mogelijk naar de gewenste koers te draaien. Klinkt misschien wel wat dramatisch, is het niet, alleen wat ongemakkelijk. Ons schip valt niet om en de bloemen en de olielamp in de kajuit hadden we vrij snel verhuisd naar de gootsteen in de keuken. Toen we na deze kruis-tocht de sluis van Stavoren binnen voeren, was het leed snel vergeten. De korte golfslag op het IJsselmeer is niet te vergelijken met de golfslag op de Oostzee. De zee is daar veel dieper en levert daardoor langere golven. De bewegingen van het schip gaan wat geleidelijker en zijn daarom aangenamer.

We liggen weer in de buurt van Sneek. Aan het steigertje is slechts plaats voor 3 boten. Achter ons ligt een klein zeilschip met twee jonge mensen. Ze gaan hier net als wij de nacht doorbrengen. Nadat ze hun potje zittend op de steiger hebben toebereid en naar het lijkt lekker hebben opgepeuzeld waren ze in de weer om een zeiltje over hun kuip te spannen. Een paar uur na ons en hun vertrek de volgende ochtend, kregen we een mailtje van hun. De naam van ons schip hadden ze gegoocheld en waren op onze Ninemarit.blog-site terecht gekomen. Twee studenten aan de technische universiteit van Twente die in de mail vermeldden dat ze het blog leuk vonden.

Ons schip gefotografeerd door de twee studenten

Een front met regen trekt vannacht en morgenochtend over. Het is ineens warm en klam. Zondag willen we weer thuis zijn. Er zijn nog sociale wensen te vervullen….

Aan een walletje bij het Oudhof

Meticulous

Het was mooi in Denemarken, Snaptun

Het is altijd weer leuk om te zien hoe mensen hun schip aan de kade leggen. Zeker als dat gebeurt vlak voor je raam terwijl je zelf meent onbespied te zijn. De Engelsman en zijn vrouw hadden er moeite mee. Hun 14 meter lange wit-groen geschilderde motorboot met opbouw, was voorzien van een vaal verkleurde Engels vlag. Hij, met een fraai getrimde witgrijze baard en zij met sliertig grijs haar dat als gebundelde palingen over haar schouders hing. Terwijl zij zwaar trekkend aan de landvast probeerde de kop van het schip bij de wal te houden, rende de man beurtelings naar de stuurstand en de hek van het schip om 2 dingen tegelijk te doen; De boegschroef laten razen en achter proberen een dubbele lijn te bevestigen die veel te ver van het schip onder de sier-reling van de kade was doorgehaald. Dat een en ander lastig was bleek duidelijk uit zijn intentie het perfect te doen. Steeds ontevreden over het resultaat, en zijn vrouw toeroepend dat het anders moest, bleef het schip minutenlang heen en weer schuiven langs de kade voor ons raam. Een stukje naar voren en een stukje naar achteren, weer een stukje verder en dan toch maar weer naar achteren. De voorste lijn te kort, de achterlijn te lang, waardoor het schip met haar kont van de kade afweek. Toen dat zo een kwartiertje doorging, kon ik het niet laten om als schipper aan de wal mijn neus te laten zien en een belerende opmerking te plaatsen. Mijn ironisch bedoelde opmerking dat hij ‘rather meticulous’ (nogal overmatig precies) was, werd ingetogen aanvaard met de mededeling dat hij voldoende ruimte wilde overlaten voor een ander schip dat misschien achter hun schip wilde afmeren. Toen hij het achterschip dat nogal afweek van de kade met een extra dubbele lijn verticaal en veel te kort aan de kade bevestigde, vroeg ik wijsneuzig of dat wel verstandig was. ‘Het gebeurt wel dat snel langsvarende schepen golven produceren waarop landvasten met weinig rek niet prettig reageren’. Hij was het met me eens en ging direct de spring met een ‘bigger angle’ bevestigen, waardoor de door hem bevestigde vier-dubbelde uitvoering ervan nog eens de nodige tijd en inspanningen vergde. Zijn vrouw, die nog steeds met een landvast voor bij de boeg stond, bezag een en ander met bewonderenswaardige lijdzaamheid. Toen hij vond dat het achterschip naar behoren, met dubbele en vierdubbele lijnen vast zat, was er eindelijk oog voor zijn vrouw, zijn boegschroef in den vleze op de wal. De vette haar-palingen over haar schouders leken nog dikker door de inspanning die ze moest leveren. Het is na zeker een half uur goed gekomen, het schip lag ‘te plak’ en kan niet voor- en niet achteruit. Laat de storm maar komen.

Het regent en de man en zijn vrouw zitten tevreden in de tent bij de roerstand aan de thee, English tea, I presume….

Zoals de attente lezer reeds heeft bemerkt, we zijn weer thuis, in Sneek. De probleempjes in de boot zijn voor het merendeel opgelost. Nine Marit ligt in de box waar ze geduldig wacht tot wij er weer zin in hebben om haar te gebruiken. Op het programma staan nog vage, niet nader besloten vaardoelen, maar die komen nog wel.

Het Engelse schip voor ons raam nu aan de overkant

We zijn een uur later, en de Engelsen zijn weer weg. Ze zijn nu bezig om aan de overkant af te meren, de aanlegprocedure wordt herhaald. Zo te zien sneller dan daarnet. Misschien was de ervaring van een uur geleden ‘too embarrassing’ of is het omdat de supermarkt dichterbij is? Ik zal het niet weten…..