Charmes van Chartres

Camping Kotaventure aan de Orne was nu zo’n plek waar je pas na enige tijd van denkt, hmmm ‘t kan er mee door, maar het is ook geen straf om er weer van weg te rijden.

De kathedraal

Dwars door midden Frankrijk naar het oosten bracht ons rijdend huisje ons in Chartres. Een stad die we ooit met onze jongens bezochten toen ze nog klein waren. We waren onderweg met een gehuurde camper naar Spanje in Februari, de jongens hadden een maand vrij gekregen van de lagere school en dat mocht, mits ze onderweg les zouden krijgen. Een taak die Nienke op zich nam en hen iedere dag een uur onderwees vanuit het lespakket dat we meekregen. Na die maand bleken Jeroen en Ewout 2 maanden voor te zijn op het normale lesprogramma.

In de buurt van de kathedraal herinner ik me dat we oesters aten bij een kraam op het plein. Van de kathedraal zelf herinnerde ik me destijds weinig behalve het beroemde labyrint op de vloer. Het labyrint heeft Nienke op meerdere manieren in haar leven geïnspireerd, een reden om het opnieuw te bezoeken.Gemaakt rond 1200 tijdens de bouw van de kathedraal. Het is één enkel kronkelend pad dat naar het midden leidt. Dus geen doolhof. Waarschijnlijk bedoeld als symbolische pelgrimage, een spirituele reis, of de imaginaire af te leggen weg van de mens door het leven naar verlossing. Er zijn meerdere theorieën over hoe het labyrint in oude tijden werd gebruikt. De kathedraal die we opnieuw bezochten is indrukwekkend. Schitterend glas in lood in boogramen en rozetten. Je voel je nietig als je er buiten voor staat, en nog kleiner eenmaal binnen. Een aantal pilaren laten nog restanten van oude beschilderingen zien. Ook aan de buitenkant waren vroeger( men heeft resten van pigmenten op de beelden gevonden) de heiligen en andere overleden kerkelijke types in felle kleuren beschilderd. Tijdens onze wandeling in de avond ervoor vanaf de camping naar het centrum werden we vergast op lichtshows op meerdere gebouwen en op de Kathedraal zelf ( een tip van de campinghoudster).

De geprojecteerde kleuren op de heiligen zouden lijken op de oorspronkelijke kleuren. Kleurrijk was het inderdaad, een vuurwerkshow is er niets bij. Alles lijkt te bewegen, kleuren, patronen en beelden wapperen langs de gevels en muren als een caleidoscopische voorstelling. Indrukwekkend, maar ook wat vervreemdend, een wat misplaatst affront ten opzichte van de geelgrijze steenkleur van de kathedraal bij daglicht. Chartres is een oude stad, de huizen zijn oud, de steegjes in de avond spookachtig, donker met lantaarns aan de muren.

Lapwerk op z’n Frans

Veel kozijnen van de huizen, ooit wel eens geverfd, zijn duidelijk toe aan wat renovatie. Bruin uitgeslagen gevelstenen, zwaar hekwerk en kasseien op de straatjes, alles ademt historie uit. Dwalend door de stad en de sfeer proevend in het donker, noopten ons de volgende ochtend en middag op herhaling te gaan. We wilden Chartres bij daglicht zien en de gelegenheid nemen de kathedraal ook van binnen te bekijken, maar nu met hedendaagse ogen. Wonderlijk hoe je anders gaat kijken naarmate je ouder bent geworden. Vroeger keek ik niet naar gevels, naar structuren van de muren, naar gebeeldhouwde gevel stenen. Nu let ik op hoe het licht op de oude structuren en huizen valt en probeer ik me voor te stellen hoe het er uit zou hebben gezien in de middeleeuwen.

De stad is gebouwd op een heuvel. Daar is het centrum en staat op het hoogste punt de kathedraal. Beneden aan de heuvel lopen 2 takken van de Eure, een ondiepe snelstromende rivier, die via waterwerken om een eiland met huizen rondgeleid worden. De bomen langs de rivier kleuren in het mooiste doorschijnend rood en geel tegen het lage licht van de zon. Het pad naar- en van- de camping loopt langs de rivier, in het donker een beetje eng, maar overdag is het een prachtige wandeling van een kleine 20 minuten. De camping van Chartres is een aanrader, alles is top. Eén minpuntje, geen Wifi. We stonden er 2 dagen, in afwachting van de eerste tekenen van de voorspelde naderende storm die vanuit het zuidwesten zich zou uitbreiden naar het noordoosten.

Onze volgende stop verder noordoostwaarts was Bouillon, net in België over de grens, aan de rivier de Semois. Het plaatsje wordt gedomineerd door een groot fort annex chateau op een hoge heuvel. De lagere delen van het stadje liggen langs de rivier. De plek voor campers ligt iets zuidelijk van het stadje en is voor 24 uur gratis te benutten. Duidelijk dat het er vol stond met collega-reizigers. De beginnende zuidwester-storm goot als voorproefje de nodige bakken regen over ons heen tezamen met afgewaaide bruine larixnaalden, geen fijne plek onder deze weersomstandigheden.

De volgende dag zijn we met de wind in de rug nog maar een stukje verder naar het noordoosten gereden, terwijl we steeds meer de verder aantrekkende wind tegen de achterkant van de camper voelden botsen. Vorig jaar waren we al eens in Durbuy, een leuk stadje aan de Ourthe, nu omringd met bomen in vrolijke herfstkleuren op de omringende hellingen. We staan, terwijl ik dit schrijf, mooi rustig in het dal aan de Ourthe op Camping Le Vedeur. De stormachtige wind wordt beteugeld door een omgeving van steile hellingen met bossen en is hier duidelijk minder aanwezig dan in grote delen van Nederland. De regen komt in dikke buien. In de camper zitten we droog. Het is goed toeven als je niets moet of hoeft…..

Lac de la Gileppe, de laatste stop

Suisse Normande

De Orne bij Clécy

Zoevend over het Franse asfalt met slechts hier en daar een hobbeltje, een putje of patchwork op wat eens een putje was, bereikten we ons reisdoel in Suisse Normande. Clécy is een klein dorp aan de Orne dat op afstand uitkijkt op steile rotswanden. Het brede dal in het kalksteenplateau is ooit uitgesleten door de rivier Orne die in oude tijden veel breder geweest moet zijn. De gratis Camperplaats ligt naast het sportterrein. Een echt Frans uitziend marktpleintje achter de kerk is het centrum van het dorp. Je loopt er vanaf de Camperplaats in slechts 3 minuten naartoe. Op het marktplein staat behalve een minisupermarkt ook een patissier-boulanger, waar onze bakkers in Sneek maar eens langs zouden moeten voor wat inspiratie. De slager op de hoek heeft de lekkerste zelfgemaakte paté de campagne. De huizen in het dorp ogen robuust. Dikke grijze stenen in de muren doen denken aan tijden waarin men dacht zich te moeten verdedigen tegen ongewenste gasten. Een huis waar we langs liepen leek wel een vesting met vierkante torens en hoge kleine ramen.

Gedurende de nacht heb ik volgens Nienke in mijn slaap gecommuniceerd met het paard aan de andere kant van de heg. Na elke snurk van mij antwoordde het paard met een luide bries. Onduidelijk of hij mijn gesnurk interpreteerde als bedreigend of als liefdesverklaring.

We maakten de volgende dag een pittige wandeling. De bossen op de hellingen beginnen te kleuren. Vanuit het dorp staken we de Orne over en liepen geleidelijk langs een bospad omhoog naar de steil oprijzende grijze rotsen boven de rivier. Het venijn zat in het bospad op 2/3 van het pad omhoog. Hijgend bereikten we het hoogste punt. Op het uitkijkpunt maakten we een stop. Bij de afdaling bleek het pad vrijwel loodrecht naar beneden te gaan. Uitstekende rotsblokken en keien op los zand met net te diepe stappen voor voldoende steun. Het koste ons moeite om balans te houden. Elkaar de hand reikend of soms omgekeerd met het gezicht naar de helling, zijn we naar beneden geklauterd om uiteindelijk op meer gebaande paden uit te komen. We vonden het beide een spannende tocht die al met al ruim 2 uur duurde. Het rotsachtige, deels met bossen bedekte plateau, wordt doorsneden door de meanderende rivier, die van boven af gezien in het lage licht van de zon zilverachtig opblinkt. In het dal aangekomen liepen we over de brug. De Orne is bij Clécy op dit moment in de herfst erg ondiep. Bruine waterplanten wapperden in het snelstromende water, als waren het de lange donkere haren van een vrouw die tegen de wind in loopt.

Na een tweede rustige nacht op deze gratis camperplek, zijn we 20 minuten verderop naar het zuiden op camping Kotaventura beland. Nu wel voorzien van enkele simpele gemakken, zoals douches, toiletten en helaas zwak wifi. Stroom is inbegrepen op de plaats, een mooie kans om ons elektrische kacheltje te testen. De plek die we toegewezen kregen is erg open. De wind was koud en de zon had moeite door de sluierbewolking te breken. We staan naast een oud bootje op het gras, dat mogelijk bij een te hoge waterstand van de Orne op het land werd gezet? Er nog mee varen was geen optie, dus hebben ze er maar een caravan met aangebouwd achter-terras van gemaakt…

Voor het eerst hebben we onze fietsjes op steile hellingen kunnen testen. Suisse Normande is dan misschien geen alpenlandschap, steile hellingen zijn er zat. We maakten een fraaie tocht naar het dorp Pont d’ Ouilly. We hadden wel zin in een kopje thee. Naast de bar bij de brug bestegen groepjes mannen in kleurige pakken net hun racefietsen weer na een rustpauze. Ruimte genoeg dachten we. Echter het terras van de bar zat vol met paffende gasten, niet aantrekkelijk om daar tussen te gaan zitten. De thee dus maar binnen genoten. Via een omweg zijn we terug gefietst naar de Camping, waarbij we onze fietsjes flink aan het werk konden zetten.

Creatief ankeren

Terug bij de camping bleken we niet meer de enige gasten en later op de middag volgden er nog meer. Een buscamper met sportief ogende jonge mensen en een tweede buscamper met een ouder echtpaar die bezoek kreeg van hun zoon. Bergklimmen is heel populair, ook in de herfst. We zagen iemand op de camping die zijn uitrusting schoon maakte. In de zomer schijnt Parapente, een manier om je van een berg naar beneden te storten, met dunne draadjes hangend aan een soort matras van dun polyester, een geliefde sport te zijn.

Het weer gaat veranderen, er wordt regen voorspeld. We zullen het morgen lijdzaam ondergaan, we staan hier mooi en zitten hier droog, de koelkast gevuld, het kacheltje aan…..

Snottebellen en ‘Bubblesbellen’

Ravenstein

Eigenlijk hadden we een kleine week eerder al weg willen gaan voor een korte trip naar Dordrecht en wat later een herfst -camperreisje naar het zuiden. Een rottig virus gunde ons dat niet. Nee geen Corona, maar gewoon een fikse verkoudheid met blafhoest die eerst Nienke en daarna mij te pakken nam. Het was lang geleden en ik verkeerde in de veronderstelling dat het mij zou overslaan, omdat ik me goed voelde, terwijl Nienke in haar laatste fase van een paar vervelende dagen leek te zijn. Ben je op het ene moment nog prima, ben je een uur later een snot-kraan, die maar door blijft lopen en word je in enkele uren later beloond met een prikkelhoest die de ramen in de sponningen doen trillen. Maar goed, we hebben het allebei overleefd en zijn vandaag on the road naar Noord Frankrijk. Alles lijkt goed te functioneren. Het geroffel dat ik meende te horen achter in de camper bij een wat hogere snelheid, was niet iets wat aanliep, maar twee achterbanden die vierkant waren geworden. Schijnt voor te komen met banden die ouder worden en misschien wel eens wat weinig hebben gerold door lang stilstaan. De banden-man van Veenstra heeft de nog vrijwel nieuwe voorbanden naar achteren verhuisd en vóór twee nieuwe banden gemonteerd. Nu zoeven we gladjes over het asfalt als zaten we in een door paarden getrokken slede over een uitgestrekte besneeuwde en bevroren ijsvlakte. De paarden in onze camper doen het best, even de teugels vieren, of ze gaan ervandoor. Schijnbaar moeiteloos passeren we vlotjes vrachtauto’s of asfaltkruipers die naar onze smaak wat te langzaam zijn. Al moet ik niet overdrijven, een kruissnelheid van 95-100 km per uur vind ik eigenlijk het prettigste. Waar ik merk dat de paarden voelen dat mijn gaspedaal wordt ingetrapt, zoals bij het invoegen op de snelweg, kan ik een enigszins triomfantelijk kreetje van plezier met moeite onderdrukken.

Wat we het lastigste vinden is bepalen waar we naar toe zullen gaan, waarbij we net als vroeger met ons schip, vooral naar het te verwachten weer kijken. Nog steeds zijn wind en temperatuur bepalende factoren, al zijn keuzemogelijkheden om met een camper ergens in korte tijd naar toe te rijden vele malen groter. Dat betekent ook dat het weer, verderop, of verder weg heel anders kan zijn dan in de directe omgeving van waar je met je schip ligt. Bij een overtochtje van Stavoren naar Medemblik is het weer van belang voor het IJsselmeer. Of het onweert aan het Lago Maggiore is voor je overtocht niet van belang. Met de camper bekijk je vanwege de korte periode die we nu hebben gepland, de weerkaart van Europa. We houden onderweg met de camper niet van: harde wind, overstromingen, aardverschuivingen, hagelbuien, wolkbreuken, onverwachte gladheid of vast komen zitten in de Limburgse klei. Het bereik is groter geworden, de twijfel over waarheen en de factor ‘blijft het wel leuk’ laten we in onze overwegingen voor een ‘weekje weg’ misschien wel wat veel de overhand krijgen. De uitspraak; ‘niet het doel maar de weg’, is voor mij een houvast. Al vinden we samen het toch wel steeds prettig om een bestemming, een doel te hebben. Ouder worden lijkt omkleed met dichterbij blijven. Nieuwe dingen zijn leuk, maar het vertrouwde is ook erg prettig.

Herfst

We staan op een door Nienke gevonden Camperplaats in de buurt van Geluwe, inderdaad Geluwe, dus niet de Veluwe. Het plaatsje ligt in het zuidwestelijk deel van België in de buurt van Lille. Het wijndomein, Ravenstein, annex Camperplaats is een leuke tussenstop. De ontvangst werd gedomineerd door veel bedrijvigheid in de loods, waar de wijnboeren bezig waren met het vullen en kurken van flessen. Zo te zien een schuimende wijn die in zijn bubbel-neiging bedwongen moest worden. Een witte Cremant de Flandres? Afgezien van het plaatsen van de lege flessen op de band deed een machine de rest. Als soldaatjes in kiel-linie schuiven de flessen de machine in en komen voorzien van een bolle kurk aan de andere kant er uit. Het plas- en plopgeluid is een leuk speels deuntje naast het gebrom van de generator even buiten de loods. Voor een proeverij waren we te laat, de boetiek was dicht.

5.5 hectare wijngaarden
Dit is geen reclame

Intussen is het nu donker geworden. Het is windstil, de geluiden bij de loods zijn verstomd, de bubbels in de flessen tot rust gemaand, en ik krijg nog even een hoestbui…