Saint-Malo en Fervaches

Saint-Malo

Ben je lekker aan het rijden met de camper en heb je een volgende mooie plek op het oog, zie je onderweg een afslag richting Saint-Malo. Het stuur is zomaar gedraaid en in nog geen kwartier later rijden we Saint-Malo binnen. Een spontane oprisping die uitmondt in een van toeristen vergeven schiereiland-stadje. Het lijkt allemaal oud en dat zijn sommige gebouwen en fortificaties ook, maar later lezen we dat het stadje tijdens de tweede wereldoorlog voor 80 procent is verwoest. Na de oorlog is veel hersteld in oude stijl, en zo lijkt het ook oud. Dikke hoge muren, bastions, torens, een vesting die onneembaar lijkt. Vroeger de uitvalsbasis van piraten, die net als onze VOC admiraals van hoger hand toestemming hadden om vijandige schepen aan te vallen, te kapen of lichter te maken. De vroege vesting was gebouwd om de Noormannen buiten de muren te houden (Intra-Muros), later was het de veilige haven om vanuit dit roversnest zeelieden en schepen het leven zuur te maken.

Kortom we bezochten een leuke aantrekkelijke attractie met een hoog nep-authenticiteit gehalte.

Tegenwoordig is Saint-Malo een belangrijke handelshaven. De jachthaven ernaast, waar we langs liepen, oogde vol, met dicht op elkaar gepakte zeilschepen, als waren ze aan elkaar gelijmd en overloopbaar van kade tot kade.

Binnen de muren van het stadje verbaasden we ons over een paar paters die voor de kathedraal achter een tafel aan omstanders glazen wijn uit deelden. Gewijde witte wijn, denk ik, met een doel, al weet ik niet precies met welk doel. De kathedraal Saint-Vincent is een fraai voorbeeld van een sobere vroeg gothische kerk, waar we allebei het gevoel hadden rond te lopen in de middeleeuwen van koning Arthur. De link vanouds met Engeland blijkt al uit de naam van dit deel van Frankrijk. Brittany, Bretagne. De taal die hier nog steeds gesproken wordt, het Bretons , heeft veel verwantschap met o.a. het Welsh( Wales), Gaelic, Manx (Isle of Man) en het Baskisch, oude talen die hun oorsprong hebben in het Keltisch. Net als in Friesland zien we vaak 2 namen staan op de plaatsnaam-borden langs de weg, één in het Bretons en één in het Frans.

Na een lichte lunch in ons rijdend buitenhuis, reden we Normandië binnen, achtervolgd door buien en miezer. We gingen voor een Camperplaats in het Vire dal. Echter de camping was vrijwel leeg en er stond een bordje dat men er niet was vanwege een fête de Météo jour?. We hebben het maar vertaald als een’ feestje vanwege het slechte weer’. Een kwartiertje verder naar het noorden kwamen we op een paradijselijk plek in een dorpje met een wat rare naam, Fervaches. Fer (Ferrum) doet me denken aan ijzer, en een vache is een koe. Dat gecombineerd moet ‘ijzerkoeien‘ betekenen, een mij onbekend ras. Dit bijzondere dorp heeft vast niet voor niets deze naam en met mijn fantasie op hol komen wonderlijke verklaringen naar boven; Kan het zijn dat het dorp een sterk ras fokt met speciale ijzerhoudende veebrokken, of krijgen de koeien roestende hoeven door te veel ijzer in het water van de beek waaruit ze iedere dag drinken? Of hebben de koeien een neiging om voortdurend aan de ijzeren omheining en het schrikdraad te likken, zelfs als er stroom op staat….?

De Camperplaats was de mooiste tot nu toe, behalve elektra en toiletten was alles er. De 10 plekken waren gescheiden door bloemrijke struiken. Een hoge heg rondom het terrein gaf beschutting tegen de wind. Er stond een tafel met bank onder een prieel overdekt met druivenranken en, naar Nienke later ontdekte, er naast een zwarte bessenstruik met rijpe bessen. Alles keurig en met liefde onderhouden. Een gebruiksklare schoorsteen-barbecue maakt de plek compleet. Op het bord bij de ingang staat dat alles gratis is, service van het het dorp. Een donatie in het busje mag. Op loopafstand lag een café op de hoek, waar we een glas dronken op het terras. Een groep jonge mannen speelde voor onze neus een spel dat lijkt op jeu de boule. Bij navraag vertelden ze dat het spel ‘Palet Breton’ heette. Wat duidelijk was dat de geworpen platte ijzeren schijven op een vierkante houten plank op 8 meter afstand moesten belanden. Een vaardigheid die onder de deelnemers nogal varieerde, gezien de onbedoelde landing op een schijf die er al lag of gewoon een schijf die de plank miste. Ze hadden er reuze lol in en blijkbaar was er af en toe een verliezer zodat er een nieuw rondje bier op tafel kwam. De zwarte bessen smaakten top bij het ontbijt de volgende ochtend.

Op het programma staat boodschappen doen en de camper richting Bayeux sturen, het beroemde stadje Bayeux, vooral in verband met de tweede wereld oorlog, het eerste stadje dat door de geallieerden werd bevrijd na de invasie op dit deel van Normandië.

Maar bovenal ook het stadje van het tapijt, de Tapisserie de la Reine Mathilde, een geborduurd wandkleed van 70 meter lang(!) en 50 cm breed die als een stripverhaal vertelt over de slag bij Hastings in 1066, wat er aan vooraf ging en hoe de Normandische heerser Willem de Veroveraar met zijn leger het kanaal over stak, de Engelse koning Harold versloeg en Engeland innam.

Het straatje naar de Kathedraal van Bayeux
Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

Plaats een reactie