
Sophia en David zijn hardwerkende beheerders, voortdurend zien we ze bezig met klussen op het kampeerterrein ‘la Raza’ bij het plaatsje Meillonnas, een prachtig gerestaureerd oud dorp in de buurt van Bourg-en-Bresse, dicht bij het meest zuidelijke puntje van de Jura. We hebben een nachtje bijgeboekt, de plek is goed en vandaag heeft Nienke de was gedaan. Het idee naar Galicië verder te reizen hebben we losgelaten gezien de verwachtte hitte in midden en zuid Frankrijk. Onder de indruk van wat we gezien hebben van de Jura, zijn we langzamer naar het zuiden getrokken en hebben we de oversteek naar het zuidwesten van Frankrijk uitgesteld. Het beviel ons goed, al die kleine dorpen en al dat natuurschoon, de rust, de heuvels en de bergen. In een grote stad zijn we eigenlijk niet geweest, Enschede was de grootste stad en die ligt niet in Frankrijk. We hadden grappige ontmoetingen met Fransen, Duitsers en zelfs af en toe Nederlanders. We zijn een maand onderweg en hebben voor ons gevoel veel meegemaakt. We waren op plekken die we nooit eerder bezocht hebben. Het rijden met de camper is een feest, vooral op al die slingerende D-wegen langs verlaten dorpjes waar ogenschijnlijk niets gebeurt. Heerlijk om geen vastliggend vooropgezet plan te hebben of tijdsdruk te ervaren. Met een plan B en een plan C op de achtergrond valt er steeds wel wat aardigs op ons pad te vinden. Vóórdat we hier in la Raza kwamen, troffen we een plek die we hadden uitgezocht, waar we het snel over eens waren dat dit niets was. Een slagboom met een betaalzuil, waar het leek alsof je behalve je naam ook je geboorteplaats, je strafblad en je gender moest invullen. Achter een kaal stuk grond lag een voetbalveld, volledig verlaten, geen voetbal te zien, met aan de Camperplaats grenzend een begraafplaats, naast de grijswater afvoerplek. Hoe wil je het hebben.

Plan B, door Nienke gevonden en in werking gezet, liet ons na een half uurtje slingeren zomaar aankomen op dit paradijsje van Sophia en David. De volgende dag opperden we het idee om naar het dorp Meillonnas te wandelen en daar de ‘plat du jour’ te nemen in Auberge Le Revermont. Mooie wandeling bergaf over een landweg, 3 km. Het bleek een gewild restaurant te zijn, een ontmoetingspunt en eetgelegenheid voor de locale werkmannen en vrouwen in de streek. We waren er voor 12 uur en zagen hoe de chef en de vrouw bezig waren de tafels te dekken op het terras. Even na 12 liep het terras vol met de stamgasten die alsof de klok erop gelijk stond, plotseling allemaal opdoemden uit busjes en dienstauto’s. Wij, als toevallige toeristen waren met nog een paar buitenlanders zwaar in de minderheid. Het ‘menu du jour’, bestond uit een uitgebreid salade buffet, zelf op te scheppen achter in de Auberge. De vitrine lag vol met de meest heerlijke waren, o.a. verse paté, rauwe ham, bonen met garnalen, aardappel salade met Comté , asperges in kruidensaus en barata met pesto. Een halve liter rode wijn stond al klaar op tafel naast een liter water met ijs. Het hoofdgerecht, aan tafel geserveerd bestond uit een groot bord met een soort gehakt met groenten onder een laag puree die met een gegratineerde laag kaas was bedekt, vergezeld van een romige wijnsaus. Dit om de illusie van een lichte lunch te ontkrachten.






Een sinaasappelcake met frambozensaus voor Nienke en een warme chocoladecake vormde het dessert, plus ‘un café’ toe. De werkmannen hadden met deze volumineuze plat du jour geen moeite en keuvelden er lustig op los. Het was erg lekker maar veel te veel voor onze middag-magen. En met die volle magen moesten we ook nog terug lopen, de heuvel op. Gelukkig was er eerst nog een kerk, om te bezichtigen. Een mooie kerk volgens een oude dame die ons een foldertje gaf. Een kerkje met fresco’s van uitzonderlijke kwaliteit uit de tijd van de renaissance, Giotto waardig. Wel behoorlijk beschadigd door een idioot in de 19e eeuw die wit gepleisterde muren mooier vond. Die fresco overblijfselen hebben we al uitbuikend bekeken.
‘s Avonds aten we simpel, een tosti, een cracker en wat fromage blanc, meer kregen we er niet in. Conclusie, zo’n ‘plat du jour’ als lunch, erg leuk voor een keer, maar niet te vaak. Onbegrijpelijk dat dit kan voor €17 all in.






Terug bij de camper was een bolbuikige Fransman, kort van stuk, bezig vlierbloesem-trossen van de boom te knippen, wat hem maar amper lukte. De trossen zaten te hoog, en ik bood aan om hem te helpen. Rap Frans pratend legde hij me uit dat hij er likeur van ging maken, witte wijn, nog wat alcohol erbij en ‘du sucre’. Ik verstond 40 uur laten trekken, maar dat was fout, moest zijn 40 dagen, op zijn minst. Glunderend kwam hij me later een halve fles van een eerdere lichting brengen ter dégustation. We mochten alles houden. Hem uitvoerig bedankend hebben we het inmiddels wat bruin geworden drankje na voorzichtig proeven buiten het zicht van de gulle gever onder de heg gemikt, die door de droogte van de laatste tijd best wat vocht kon gebruiken. De lege fles hebben we bij het verlaten van de camping de volgende dag aan de glasbak toevertrouwd. Leuke ontmoetingen en wat zijn ze hartelijk, die Fransen op het platteland…..
