
Bij iedere stap, verandert de blik op de omgeving, de bomen, de hagen langs de weg, de wolken. Dichtbij snel, ver weg langzaam. De beleving van de tijd verandert mee tijdens het lopen. Iedere stap tikt de tijd weg, lost hem op. Slechts de ervaring van mijn bewegen vertelt iets over de mate van inspanning en de moeite die ik doe tijdens het lopen. In de vorm van wandelen krijgt lopen een extra dimensie, wandelen is meer dan lopen. Wandelen verbreedt de ervaring. Door te wandelen in een mooie omgeving, wordt ik door de omgeving gedragen. Wandelen in een stad, zuigt na enige tijd aan mij, de overvloed aan indrukken zijn vaak te divers en te overweldigend. Ik kan aanvankelijk genieten van het aanschouwen van mooie gebouwen, grappige winkeltjes met een eigen signatuur, een plein, steegjes om in te verdwalen. Zo gauw de aandacht ook in beslag wordt genomen door druk verkeer, haastige mensen, kijken zonder te zien en te moeten uitkijken waar je loopt, ontglipt me de energie die ik aanvankelijk aan het begin van de stadswandeling nog had. Iets vergelijkbaars ervoeren we allebei in het museum. Een te grote veelheid aan indrukken. Er is teveel om te bekijken, waardoor het bekijken en ervaren van de kunstwerken verwordt tot een energie- slurpende exercitie, die in feite bedoeld is als een voedende ervaring. Minder bekijken en je beperken tot wat je wil zien is dan ook een aanbeveling van ervaringsdeskundigen.




Best merkwaardig dat we een wandeling in een divers landschap beide vrijwel altijd als voedend ervaren, ook wanneer het er fysiek op aankomt over steile weggetjes omhoog of lastige afdalingen over een smal met stenen bezaaid pad. Bij het ouder worden lijken we beiden gevoeliger te worden voor indrukken. We zijn zinniger als het gaat om wat er visueel op ons afkomt. De neiging om dan maar snel te oordelen over wat er te zien is lijkt een zelf-beschermende functie te hebben. In het Bonnefanten museum in Maastricht waren er zalen met kunstwerken van meerdere beeldende kunstenaars tegelijk in een ruimte. De meestal conceptuele werken verschilden nogal van elkaar, waarbij de beschrijving en bedoeling van het werk meer duidelijkheid bood dan de kunstwerken zelf. De bijbehorende of toegedachte emotie of mening voor de beschouwer sloeg bij ons meestal niet aan. In een poging er iets van te begrijpen werden we er alleen maar doodmoe van. Misschien was dat ook de bedoeling…. De bankjes in de filmzaal waren een prettig toevluchtsoord voor de opkomende rugpijn en de vermoeide voeten. Wat we erg mooi vonden was het werk van een Poolse Roma kunstenares Matgorzata Miga-Tas. Ze maakte van door Roma mensen gedragen kleding grote wandkleden met figuratieve motieven. Prachtig van kleur met een lading van trotsheid over een verguisd en verworpen volk.

Zo al wandelend was het de volgende dagen een feest om de omgeving van Mheer en Noorbeek te ontdekken. Het Margraten plateau wordt door verschillen beken doorsneden. Beken die in de loop der tijden diepe dalen hebben uitgeslepen met steile beboste hellingen.






Het is nog vroeg, maar op de hellingen aan de zonzijde en de begroeide kanten van de holle wegen beginnen Maarts viooltje, Bosanemoon, Bosaardbei, Speenkruid en Maagdenpalm hun bloemblaadjes te ontvouwen.

De bomen, nog zonder blad, steken met hun stam en takken contrasterend af tegen de wolken boven het plateau waar we af en toe de veldleeuweriken hoorden. Het landschap is dooraderd met meidoorn-hagen die als lange treinen door de nog kale landerijen slingeren. De hagen zijn aan hun bovenzijde afgesnoeid waardoor er een ‘strakheid’ ontstaat, hoewel kunstmatig, maar ook rustgevend voor het oog. Met de zon die af en toe door de wolken piept, is de kleurenpracht van het landschap ondanks dat het nog nauwelijks lente is al heftig aanwezig. Op veel plekken zien we dat de bodem wordt bemest op de ouderwetse manier, koeienpoep met stro, gewoon over het land uitgestrooid. Noorbeek en Mheer zijn 2 typische Zuid-Limburgse dorpen met een aantal vakwerkhuizen, boerderijen met een binnenplaats en een indrukwekkend kasteel. We wandelen zonder veel mensen tegen te komen, al vermoed ik dat dat later in het seizoen anders zal zijn. Het ontbreek er hier niet aan horeca bedrijven. Overal zijn er rustpunten om je culinair te laten verwennen. De Limburgse vlaai lieten we ons smaken…..












