Het weer leek goed en aangenaam te worden. Hardzeildag is in de Sneekweek altijd op woensdag. Uitstekend idee om met ons schip de drukte te ontvluchten. Aanstalten maken om te gaan kost ons altijd moeite. Het huis goed achterlaten, welke kleren moeten mee, en wat zullen we onderweg eten. Boodschappen doen en dan even later merken dat we weer wat vergeten hebben, zodat we nadat we dachten klaar te zijn toch nog opnieuw naar de supermarkt moeten. En als we dan ook nog bij het aan boord gaan merken dat het achterschip wederom is onder gekakt door het zwemmende gevogelte is een deel van de pret pas weer op acceptabel niveau als we de box uitvaren en koers zetten naar de meren.

Al jaren waren we niet meer in Medemblik geweest. Het stadje aan het IJsselmeer waar we in de jaren 80 ons zeilavontuur begonnen met de aankoop van een Cornish Crabber. Een zeven en een halve meter, min of meer zeewaardig, kottergetuigd Engels bootje, naar het model van een krabbenvisser dat veel gebruikt wordt aan de oostkust van Engeland en Cornwall. Toen het schip klaar was en we haar zouden ophalen om over het IJsselmeer naar Friesland te varen, woei het stevig uit het westen. Volgens Onno Bosselaar, de dealer van de Crabbers, was dat geen enkel probleem. Gewoon het bijgevoegde driehoekige topzeil achter de mast vast maken in plaats van het grootzeil, fok erbij en varen maar. Enigszins benauwd voeren we vergezeld van de vader van Nienke, een ervaren boeierzeiler de haven van Medemblik uit, uitgezwaaid door de moeder van Nienke met onze beide zonen van 4 en 5 jaar. Met alleen een kompas, een dieptemeter, en een nieuwe kaart van het IJsselmeer richtten we de steven naar Workum. De geïmproviseerde zeilvoering hield zich goed en na een poosje wennen aan de korte maar steile golfslag groeide het vertrouwen in ons nieuwe schip doordat ze haast onaangedaan met de nodige flair de golven wist te bemeesteren.

Hoe anders was ons laatste tochtje met de Nine Marit. Van Stavoren naar Medemblik genoten we van een zwak windje vanuit het zuidwesten op het IJsselmeer, waar we allebei haast meditatief de ruimte en het wijde water op ons lieten inwerken. Een mooie oversteek en een prettige ontvangst in de Oosterhaven waar we langszij een Grouwstervlet konden afmeren. De volgende morgen zou de wind eveneens zwak uit het zuidwesten waaien. Daar gingen we vanuit. Pas in de avond zou de wind toenemen. Vroeg vertrekken was onze conclusie. Toen we de haven verlieten en dezelfde koers in omgekeerde richting aanhielden bleek er wat mis te zijn. Meer wind dan de dag ervoor, en niet uit het zuidwesten maar uit het zuidoosten. Met een koers naar het noordoosten betekent dat voor Nine Marit rollen op de inkomende golven van opzij. Zo mooi op één oor met de Crabber mist onze motorboot een steuntje van een zeil. De truck is, zoals de meeste motorboot-vaarders wel weten, schuin in de golven of schuin vanaf de golven varen. Het was een hobbelige schommel-tocht, niet aangenaam en zeker niet geschikt om meditatief naar buiten te staren. Van koers veranderen met een hoek van 90 graden betekent goed vasthouden en het ritme van de golven volgen om op een rustig moment zo snel mogelijk naar de gewenste koers te draaien. Klinkt misschien wel wat dramatisch, is het niet, alleen wat ongemakkelijk. Ons schip valt niet om en de bloemen en de olielamp in de kajuit hadden we vrij snel verhuisd naar de gootsteen in de keuken. Toen we na deze kruis-tocht de sluis van Stavoren binnen voeren, was het leed snel vergeten. De korte golfslag op het IJsselmeer is niet te vergelijken met de golfslag op de Oostzee. De zee is daar veel dieper en levert daardoor langere golven. De bewegingen van het schip gaan wat geleidelijker en zijn daarom aangenamer.
We liggen weer in de buurt van Sneek. Aan het steigertje is slechts plaats voor 3 boten. Achter ons ligt een klein zeilschip met twee jonge mensen. Ze gaan hier net als wij de nacht doorbrengen. Nadat ze hun potje zittend op de steiger hebben toebereid en naar het lijkt lekker hebben opgepeuzeld waren ze in de weer om een zeiltje over hun kuip te spannen. Een paar uur na ons en hun vertrek de volgende ochtend, kregen we een mailtje van hun. De naam van ons schip hadden ze gegoocheld en waren op onze Ninemarit.blog-site terecht gekomen. Twee studenten aan de technische universiteit van Twente die in de mail vermeldden dat ze het blog leuk vonden.

Een front met regen trekt vannacht en morgenochtend over. Het is ineens warm en klam. Zondag willen we weer thuis zijn. Er zijn nog sociale wensen te vervullen….
