
Het is altijd weer leuk om te zien hoe mensen hun schip aan de kade leggen. Zeker als dat gebeurt vlak voor je raam terwijl je zelf meent onbespied te zijn. De Engelsman en zijn vrouw hadden er moeite mee. Hun 14 meter lange wit-groen geschilderde motorboot met opbouw, was voorzien van een vaal verkleurde Engels vlag. Hij, met een fraai getrimde witgrijze baard en zij met sliertig grijs haar dat als gebundelde palingen over haar schouders hing. Terwijl zij zwaar trekkend aan de landvast probeerde de kop van het schip bij de wal te houden, rende de man beurtelings naar de stuurstand en de hek van het schip om 2 dingen tegelijk te doen; De boegschroef laten razen en achter proberen een dubbele lijn te bevestigen die veel te ver van het schip onder de sier-reling van de kade was doorgehaald. Dat een en ander lastig was bleek duidelijk uit zijn intentie het perfect te doen. Steeds ontevreden over het resultaat, en zijn vrouw toeroepend dat het anders moest, bleef het schip minutenlang heen en weer schuiven langs de kade voor ons raam. Een stukje naar voren en een stukje naar achteren, weer een stukje verder en dan toch maar weer naar achteren. De voorste lijn te kort, de achterlijn te lang, waardoor het schip met haar kont van de kade afweek. Toen dat zo een kwartiertje doorging, kon ik het niet laten om als schipper aan de wal mijn neus te laten zien en een belerende opmerking te plaatsen. Mijn ironisch bedoelde opmerking dat hij ‘rather meticulous’ (nogal overmatig precies) was, werd ingetogen aanvaard met de mededeling dat hij voldoende ruimte wilde overlaten voor een ander schip dat misschien achter hun schip wilde afmeren. Toen hij het achterschip dat nogal afweek van de kade met een extra dubbele lijn verticaal en veel te kort aan de kade bevestigde, vroeg ik wijsneuzig of dat wel verstandig was. ‘Het gebeurt wel dat snel langsvarende schepen golven produceren waarop landvasten met weinig rek niet prettig reageren’. Hij was het met me eens en ging direct de spring met een ‘bigger angle’ bevestigen, waardoor de door hem bevestigde vier-dubbelde uitvoering ervan nog eens de nodige tijd en inspanningen vergde. Zijn vrouw, die nog steeds met een landvast voor bij de boeg stond, bezag een en ander met bewonderenswaardige lijdzaamheid. Toen hij vond dat het achterschip naar behoren, met dubbele en vierdubbele lijnen vast zat, was er eindelijk oog voor zijn vrouw, zijn boegschroef in den vleze op de wal. De vette haar-palingen over haar schouders leken nog dikker door de inspanning die ze moest leveren. Het is na zeker een half uur goed gekomen, het schip lag ‘te plak’ en kan niet voor- en niet achteruit. Laat de storm maar komen.
Het regent en de man en zijn vrouw zitten tevreden in de tent bij de roerstand aan de thee, English tea, I presume….
Zoals de attente lezer reeds heeft bemerkt, we zijn weer thuis, in Sneek. De probleempjes in de boot zijn voor het merendeel opgelost. Nine Marit ligt in de box waar ze geduldig wacht tot wij er weer zin in hebben om haar te gebruiken. Op het programma staan nog vage, niet nader besloten vaardoelen, maar die komen nog wel.

We zijn een uur later, en de Engelsen zijn weer weg. Ze zijn nu bezig om aan de overkant af te meren, de aanlegprocedure wordt herhaald. Zo te zien sneller dan daarnet. Misschien was de ervaring van een uur geleden ‘too embarrassing’ of is het omdat de supermarkt dichterbij is? Ik zal het niet weten…..

















