Weer naar Friesland

Weer in Friesland.

De lichamelijke nasleep van de COVID infectie die we twee weken geleden opliepen lijkt achter de rug. Mijn reukvermogen is vrijwel als vanouds evenals mijn kuch.

Via dezelfde route die we naar het zuiden reisden, voeren we terug naar het noorden, met o.a. overnachtingen in Leerdam, Vianen, Maarssen en Muiden. In Muiden werden we aangenaam verrast door ons bezoek aan het kasteel, het Muiderslot. De schitterende rijke kruidentuin annex moestuin, aangelegd in vierkante vakken en omgeven door fraaie beukenhagen was een onverwachte ontdekking. Het slot zelf is een prachtig gerestaureerd kasteel waar P.C. Hooft en Floris de Vijfde de bekendste bewoners waren. Het is een Rijksmuseum en zeer de moeite waard om te bezoeken.

Vertrekken uit Muiden naar het Noorden plaatste ons voor een keuze. Ofwel via de oostzijde van Noord Holland, langs Pampus, Edam, Monnickendam, Hoorn naar Enkhuizen en dan verder naar het noorden ofwel langs de randmeren, Ketelmeer, Ketelbrug naar Urk en Stavoren. Het weerbericht voorspelde weinig wind uit het zuidwesten, dat bleek vroeg in de ochtend in Muiden niet zo te zijn. De wind was eerder West en kroop naar een 3 Bf. We besloten toch maar over de Randmeren te gaan en dat was een goede keuze. Een flink stuk varen met een prachtig einddoel, de IJsseldelta. Laat in de middag arriveerden we bij ons geheime aanleg-plekje achter een van de eilanden. Er bleken slechts enkele schepen te liggen en van de schepen die er lagen vertrokken ook nog een aantal aan het einde van de middag.

In de avond zakte de wind volledig in en beleefden we een zonsondergang uit de reclamefolders. Alle tinten rood, oranje en blauw, met elkaar vechtend in helderheid boven de inmiddels verdwenen zon achter de horizon.

IJsseldelta

Ons plan was om de volgende ochtend extra vroeg om 6 uur te vertrekken met het idee dat de wind zich nog een poosje gedeisd zou houden. Dat klopte deels. Op het Ketelmeer was het nog mooi varen. Na de Ketelbrug begon de ellende. Er stond een korte hoge golfslag uit het noordwesten bij een westelijke wind die niet eens zo sterk leek, Bf 3 volgens post IJsselmeer, misschien in de vlagen bijna Bf 4. Nine Marit bonkte als een koppige ezel en de ruitenwissers moesten aan vanwege het overspattende water. Richting het Noorden varen in plaats van naar het West-Noordwesten betekende golven van opzij en dat aan lager wal. Nu kan ons bootje het wel hebben, maar om 3-4 uur richting Stavoren over een buckelpiste te varen is niet ons ‘kopje thee’. Toen we Urk dwars hadden, hebben we een snelle draai over stuurboord gemaakt toen een paar aanrollende golven even wat minder steil leken. Met de golven op de kont, een stuk rustiger rollend, voeren we de haven van Urk binnen, waar we aan de wachtsteiger voor de sluis een uur moesten wachten voordat we om 9 uur gesluisd werden. Met een verval van bijna 6 meter zijn we in de polder gedropt. Varen door de polder was een verademing na het wildwatervaren op het IJsselmeer. Bij Lemmer in de sluis werden we eveneens met 5-6 meter verval omhoog geborreld, als waren we koffie in de percolator op het gas. Vrijwel aan de overkant werden we nogmaals gesluisd door de Lemmer-sluis, verval 20 cm naar beneden.

We vonden een prima plekje in de kom na de sluis. Ja, er was een terras, met heel rustige gasten, niet van die lallende types. We sliepen als twee eendjes op een vlot, hun snavels tussen de veren…

Lemmersluis vanuit de kom
Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

2 gedachten over “Weer naar Friesland”

Plaats een reactie