Van Groningen naar Assen en bizar toeval

Schiermonnikoog, wat was het mooi , ook bij nacht

Het onstandvastige weer heeft ons doen besluiten om het plan richting het Duitse wad te varen maar even los te laten. Vanaf Groningen over de binnenwateren naar het zuiden varen is nieuw voor ons. Een ontdekkingstocht over het water naar steden die we vanaf het water nooit eerder bezochten.

Paterswoldse meer

Op deze broeierige maandag kwam pas laat op de dag de verkoeling. Eerst wat spetters op het einde van de middag en pas tegen de schemering de voorspelde waterval met onweer. Best lekker. We liggen met ons schip in Assen, midden ik het centrum. Aan de overkant van de vaart hoor ik de auto’s het klets-natte wegdek luidruchtig platwalsen.

Het tochtje vanaf Groningen naar Assen planden we, naar het bleek, een dag te vroeg. Op zondag draaien de bruggen in de stad gewoon, maar niet in de provincie Drenthe. De brêgewippers wippen niet, dan hebben ze gewoon vrij. Pas vanaf 1 juni wordt de zondagsrust voor de zomer opgeschort. Dus veel verder dan tot de eerste brug in Drenthe kwamen we niet. Het bleek niet erg. Op de wandeling vanaf het kanaal naar het westelijk gelegen Paterswoldse Meer was kwamen we bij een stuk water waar we ooit als studentjes met een gehuurde Vaurien de plas verkenden.

Het Noord Willems-kanaal dat we de volgende dag richting Assen bevoeren liet een afwisselend landschap zien, fris in het groen. Op het kanaal zelf zien we een komen en gaan van skiffs, tweetjes, viertjes (met of zonder stuurman/stuurvrouw) en een paar woest zwoegende achten van zowel vrouwen- als mannenploegen van roeivereniging Gyas. Nienke en ik hebben elkaar voor het eerst bij een Gyas-maaltijd ontmoet. Gyas lag destijds op een andere locatie in de buurt van het Eemskanaal. Een landelijke plek, waar een koe het presteerde het zadeldekje van één van onze fietsen, culinair te testen. Tegenwoordig ligt het clubhuis aan het Noord-Willemskanaal, een mooi breed, recht en vooral ook rustig kanaal, ideaal voor de roeisport. Langs het rechte stuk van het Noord Willemskanaal loopt een fietspad. Vanaf dat pad fietsen de coaches met de roeiers mee terwijl ze door een toeter opdrachten en commentaar schreeuwen. Een stuurvrouw in een viertje gaf op een merkwaardige manier het tempo aan; ‘Tweede klas, tweede klas, tweede klas’, in plaats van bv ‘In en uit, in en uit, in en uit’. Geen idee wat daarvan de diepere betekenis is, maar de roeiers voelden zich wel aangesproken om er nog harder aan de riemen te trekken. Zou het kunnen zijn dat ‘tweede klas’ slaat op de rangorde of de divisie die de ploeg in het wedstrijd circuit heeft ingenomen? Of bekt het gewoon lekker? Vanaf het fietspad klonk nog meer wonderlijks. Misschien heb ik het verkeerd verstaan: ‘niet snoeken, verdomme niet snoeken”. Commentaar dat meer lijkt te passen in de visvereniging, waar het ter plekke verboden is op snoek te vissen. Ik meen me vanuit mijn kortstondige roeicarière vaag te herinneren dat de term snoeken bij het roeien iets betekent als dat de roeispaan te diep in het water duikt waardoor er onbalans in het schip ontstaat. Bij skiffen leidt dat niet alleen tot onbalans maar ook nogal makkelijk tot onfortuinlijk omslaan, met gegarandeerd een nat pak. Vandaar mijn voorkeur voor de wat bredere bootjes die we tot op heden bevaren.

Een achtje met dames

Tot onze verrassing werden we in de drie sluizen tot in Assen telkens ruim 6-7 meter omhoog geschut. Meer dan 20 meter water boven het peil in Groningen. Ik begrijp nu waarom riviertjes stromen zelfs in ons plat lijkend land aan zee. De Drentsche Aa is zo’n riviertje, bekend onder wandelaars vanwege de schitterende ongerepte natuur.

Assen heeft een aardig oud centrum en een prachtig museum dat aan een lommerrijk plein ligt met statige oude bomen. Tot eind oktober is er een fraaie tentoonstelling te zien; ‘In de ban van de Ararat’, schatten uit het oude Armenië. Een verzameling archeologische vondsten van de prehistorie tot aan de vroege middeleeuwen, fraai opgesteld in het ondergrondse deel van het Drents Museum. Terwijl Nederland nog leefde in de klokbekercultuur, fabriceerden de inwoners van het huidige Armenië kunstig bewerkte artefacten van goud, brons, koper en zilver.

Heel oud zilver

Een bizar toeval, vandaag….. Al enige tijd was ik op zoek naar een beter horloge.Tijdens een wandeling door Assen, kwamen we langs een juwelier waar horloges in de etalage stonden. Het ideale horloge bleek hij te hebben, niet op een batterij maar voorzien van een zonnepaneel, lichtgewicht titanium en met grotere wijzers die flink oplichten in het donker. Met het oude horloge nog in de hand en het nieuwe rond mijn pols, zag ik dat er een verschil was in de tijdsaanduiding op beide horloges. Mijn oude horloge stond op 13.20 uur en het nieuwe horloge op 14.11 uur. Mijn oude horloge leek achter te lopen, dacht ik, maar in de avond bleek mijn oude horloge nog steeds op 13.20 uur te staan…… Een half uur voordat we de winkel vonden, er binnen liepen en het nieuwe horloge kochten had mijn oude horloge er al de brui aan gegeven. Alsof mijn oude horloge ruim voordat ik geïnteresseerd voor een etalage met horloges bleef staan, wist dat ik hem vandaag zou afdanken….. of wist ik onbewust dat mijn horloge er vandaag mee zou ophouden?

Assen

Waarom eigenlijk varen? Schiermonnikoog

De haven van Schiermonnikoog

Waarom zou je varen?

Wat is dat varen nou eigenlijk en waarom is dat zo anders als met je auto naar een hotelletje in de Ardennen rijden?

In het contact met één van onze vrienden, Aad Trompert van de Tiberius (https://tiberius.blog) verwoordde hij dat heel mooi: “Reizen over het water brengt een extra dimensie. Water geeft je een enorme vrijheid. Met een boot ben je afhankelijk van het water en het weer. Ook wel de elementen genoemd. En die zijn niet voor de poes. Als je daar niet goed mee omgaat kan dat grote gevolgen hebben. Maar als je er wel goed mee omgaat, en je past je aan, dan is de beloning groot. Je ziel stijgt op tot het bovenmenselijke”.

Nu wij eindelijk weer eens in staat zijn om het grote water op te gaan, merken we die toestand van ‘zijn’ als heel dichtbij. In de haven van Lauwersoog, aan de zeekant, klinken de schrille kreten van de meeuwen als welkoms-kreten. De zilte geur van het wad doet ons denken aan vroegere wadtochten. Er komt een gevoel van herkenning en verbondenheid die we anders ervaren dan op het binnenwater. Het vispotje aan boord bereid, smaakt hemelser dan ooit. We merken dat de wind afneemt en daar worden motorboot-vaarders als wij blij van…

Net door de Robbengat-sluis heen zagen we dat het laagwater was. De slikplaten langs de havenhoofden in de haven lagen bloot. In de buitenhaven gaan we de nacht door brengen om morgen in de loop van de ochtend rond 10 uur naar Schiermonnikoog te varen.

De havenmeester van Schier adviseert rond 1 uur voor hoogwater uit Lauwersoog te vertrekken om dan ongeveer rond hoogwater bij Schier aan te komen. Het laatste opkomende water van de vloed is op de Zoutkamperlaag nog een beetje tegen, maar dat is goed te doen. Er zijn twee vaar-opties: met onze diepgang van 1.10 meter is er een mogelijkheid om over de geul van Brakzand richting de jachthaven te varen. De groene tonnen worden aan de oostzijde gepasseerd ( dit staan niet erg duidelijk op de kaart). De tweede optie is over de Glinder, een afslag verder die de veerboot ook neemt.

In de Reegeul zelf, het laatste stuk naar de haven, is het verstandig om bij het begin van de geul dicht langs de groene tonnen te varen. Verderop moet men richting de haven de rode tonnen aan bakboord laten liggen, evenals de open prikken. De geul is smal waarbij het belangrijk is goed op te letten en vooral dicht langs de rode tonnen te varen.

De getij-gegevens haal ik van QuickTide, een handige app die precies aangeeft wanneer de ondiepte in de Reegeul bij Schiermonnikoog het beste kan worden gepasseerd.

De oostenwind zorgde vandaag voor een extra verlaging ook volgens QuickTide. De route over het Brakzand leek voor ons minder wenselijk en we kozen ervoor de route van de veerboot te nemen.

Inmiddels liggen we na een mooie tocht op Schier. Onderweg zijn we toch nog even vast gelopen in het begin van de Reegeul. Het was een kwartier voor hoogwater en we voeren niet dicht genoeg langs de groene tonnen. Door achteruit te slaan kwam de Nine Marit langzaam weer los. In de vooruit volgas doordrammen is niet een goede optie. Dat werd ons nog eens door de havenmeester later fijntjes ingepeperd. Regelmatig moet hij met zijn “powerboot” in actie komen om een schip dat buiten de geul is vast gelopen weer los te trekken. Doordat bij hoogwater schepen aankomen maar ook uit de haven vertrekken, is het elkaar passeren in de smalle geul soms lastig.

Het tij is gekenterd, het water zakt. De strandlopers op de havendam zijn druk aan het foerageren. Tijd voor een dutje……

Schiermonnikoog