Boegschroef

Begin Mei.

Pikmeer. Die zijn ook alweer actief

Het is stil, de wind laat zich niet horen. Het wateroppervlak voor ons huis in de Kolk is vlak. Er liggen een paar schepen afgemeerd, minder dan we in deze tijd van het jaar gewend zijn. Dat het nu zo’n lekker voorjaarsweer is kan ik niet zeggen. De 12 graden worden overdag net gehaald.

We zijn thuis. De Nine Marit heeft slechts korte periodes haar hok mogen verlaten. In de dagen rond Hemelvaart waren we even onderweg. Een prachtige plek bij het grote Gaastmeer was favoriet. De ruime blik over het meer, de stilte slechts onderbroken door vogelgeluiden en af en toe het gepruttel van een motorboot die langs vaart. Dankzij de twee vogelkijkers die we hebben speuren we het riet en de bomen af naar de kleine vrienden. Rietgorzen, karekieten, rietzangers, kwikstaarten, zwartkopjes en op het water een enkele krakeend en meerdere wilde eenden en waterhoenders.

Niet alleen COVID-19 houdt ons in de buurt van Sneek. We hebben inmiddels de inentingen gehad maar vanwege een onderzoekje moest het varen nog even wachten. Dat het dit jaar anders is voelen we allebei. Het virus heeft veel vanzelfsprekendheid onderuit gehaald. De doelen die we ons voorgaande jaren stelden zijn veel minder vastomlijnd. Onzekerheid over wat wel en niet kan, vertroebelt de plannen. Of we dit seizoen met ons schip nog naar het buitenland gaan, weet ik niet. Dat we wel gaan varen, staat vast! Aan boord zijn is een feestje. Mobiel op het water, een mooi plekje in de natuur om aan af te meren dankzij de uitstekend verzorgde en fraaie Marrekrite-aanlegplekken in Friesland. We willen dit seizoen in ieder geval naar het Lauwersmeer, de Waddenzee, de eilanden en zullen we dan eindelijk die zeearenden een keer zien?

Eind mei,

Het plan was om naar het Lauwersmeer en Schiermonnikoog te varen, met het vooruitzicht op mooi weer. Verder dan het Lauwersmeer kwamen we niet. Het liep anders, het werd een tochtje met hikken en verslikken. De marifoon was in eens niet meer afleesbaar en deed het soms wel en soms niet. En omdat problemen nooit alleen komen merkten we bovendien op het Lauwersmeer, in de haven ‘het Noordergat’, dat de boegschroef er de brui aan gaf. De eerste diagnose uit de losse pols was een gebroken breekpen bij de schroef. Inschakelen van de boegschroef, resulteerde in een gillend geluid (de motor deed het nog wel) als was het van een big in het nauw, krijsend om zijn moeder. Na overleg met onze monteur en Vetusdealer in Grou konden we 2 dagen later voor reparatie terecht bij een collega, de Grouwster-Vlet werf in Grou. Het schip werd uit het water getild en voor tijdelijk op een paar houtblokken gefixeerd. Super zo snel als de mannen wisten wat er aan de hand was en super zo snel als de reparatie verricht werd. Het binnenwerk van het staartstuk met schroef, dat deel van de boegschroef dat in de horizontale boegschroef-buis uitsteekt was kapot. Handige handen en geluk dat er nog een op voorraad was maakte dat ons schip een uur later weer in het water lag.

Kortom we kunnen weer lekker de kop van het schip naar bakboord of stuurboord laten ratelen. Het blijft een kelere lawaai, dus vandaar het woord ‘ratelen’. Het gemak van dat ding realiseer je je pas als hij het niet meer doet. Met slim gebruik van de schroefwerking en gedoseerd gas in de vooruit en de achteruit en wat duw- en trekwerk waren we zonder schade en boegschroefloos uit de nogal krappe plek van de Noordergat haven vertrokken. De schutting in de Lorjé-sluis leverde eveneens geen probleem op zonder boegschroef.

Wegvaren op een achter-spring als alternatief bij ongunstige omstandigheden als stroom of windrichting, komt dan in beeld, een fraaie methode die zeil-charterschippers als geen ander beheersen. Al denk ik dat het rechte achterschip met zwemplateau de manoeuvre niet eenvoudig maakt. Ik las ooit over het gebruik van een loeflijn om weg te varen van lagerwal bij harde wind. De lijn wordt vanaf het achterschip aan de loefzijde naar achteren op de wal uitgebracht, dubbel en liefst zo lang mogelijk. Veel ballen in de buurt van het achterschip en in de vooruit gas geven. Eenmaal flink los van de wal, de lijn lossen en wegvaren. Wel zaak dat de afstand tussen aandrijfpunt (de schroef) en het aangrijp-punt van de loeflijn enige afstand van elkaar hebben om een momentum te creëren. Hebben collegae motorboot-vaarders dit al eens geprobeerd? Aan lager wal en de boegschroef even vrijaf geven?

Maar laten we wel zijn, gemak dient de mens, ik ben blij dat dat propellertje voor in de boot weer werkt.

Vanaf het Pikmeer, aan een walletje een vaar-groet,

Rob en Nienke