
Eindelijk kwam het er toch van. Oversteken naar een Waddeneiland. Corona, het weer, en huiselijke verplichtingen hadden de vaar-plannen nu wel genoeg gefrustreerd.
Een oversteek hoe kort ook ( oversteken naar Texel, Ameland en Schiermonnikoog vraagt meestal slechts één tot anderhalf uur varen) moet wel goed voorbereid worden. Een recente kaart, digitaal en op papier, het weer, het getij en de meest recente dieptemetingen langs de route zijn bepalend voor een veilige oversteek. Voor onze tocht van Lauwersoog naar Schiermonnikoog heb ik via de marifoon op kanaal 5, post Schiermonnikoog, me laten informeren over de minst geloode dieptes van de Reegeul (het laatste stuk over het wad naar de Jachthaven) en de route over de ‘geul van Brakzand‘, een afsteker die qua diepte nogal eens varieert. In beide geulen blijkt volgens de laatste metingen bij een waterhoogte gelijk aan NAP 5 DM (50cm) water te staan. Op de site van waddendata.nl zie je bij Schiermonnikoog de actuele waterstand +of- t.o.v NAP voor ieder tijdstip. Dat betekent dat bij een waterstandje van +70 cm t.o.v. NAP ( dus 70+50 cm =1.20 m diepte) we makkelijk over de ondiepte kunnen varen met ons schip dat 1.10 m diepgang heeft. Om het nog gemakkelijker te maken is er ook een App, QuickTide, waar je, zelfs actueel gecorrigeerd naar een eventuele verhoging of verlaging t.o.v. het astronomische voorspelde getij, kunt zien gedurende welke tijdsspanne een passage mogelijk is over de geselecteerde ondiepte op de huidige en de komende dag.
Het is alweer lang geleden dat we met een eigen schip Schiermonnikoog hadden aangedaan. Door de geul van Brakzand waren we nog nooit gevaren. Destijds volgden we meestal de route van de veerboot, die op de Zoutkamper laag eerst beduidend verder naar het westen vaart en dan afslaat naar het noord- oosten in de richting van het eiland. Zowel die route, als de route over het Brakzand, is tegenwoordig goed betond. De Reegeul naar de jachthaven loopt wat kronkelig naar het noorden, waarbij je de rode tonnen aan bakboord houdt. Dit kan je verwarren, want in de geul van Brakzand houd je, naar het noorden varend, de groene tonnen aan bakboord. De betonning draait dus om zodra je de Reegeul in vaart. Vlak voor de haveningang liepen vroeger vaak schepen vast doordat ze aan de verkeerde kant van de open(rode) prikken naar binnen voeren. De rode tonnen die er nu liggen laten geen twijfel toe hoe je binnen moet varen.

In verband met Corona, wil de havenmeester van te voren gemeld worden dat je van plan bent met je schip in de haven te komen liggen. Dus van te voren bellen of het kan, of er plek is. De schepen worden in pakjes van twee gestapeld aan langs-steigers, met gratis water en stroom. De haven ligt vooruitgestoken in het droogvallende wad. Talloze vogels foerageren op de grens van het wassende of wegvloeiende water. In de avond zagen we grote wolken zwermende goudplevieren en spreeuwen. De steenlopers, strandlopers, oeverlopers, kanoeten en andere wadvogels die er rondscharrelen vind ik lastig van elkaar te onderscheiden.
Schiermonnikoog heeft onze liefde voor het eiland nieuw leven ingeblazen. Kwamen we er vroeger met onze Cornish Crabber en de Friendship, met de Hutting was de bereikbaarheid twijfelachtig, het kon soms wel, soms niet. De Reegeul was meestal spelbreker, en als je pech had kwam je het eiland niet af vanwege een harde oostenwind met verlaging in de waterstand. De enige optie was je bootje laten liggen en met de veerboot naar de wal.
Het is de moeite waard om op Schiermonnikoog de Westerplas te bezoeken, waar een grote verscheidenheid aan eendensoorten, zilverreigers, lepelaars en aalscholvers te zien zijn. De eenden waren er in de meerderheid; nonnetjes, tafeleenden, slobeenden, pijlstaarteenden, kuifeenden, wilde eenden, tamme eenden, krakeenden, dobbereenden, zee-eenden, kortom het wemelde er van de eenden.
In de vogelhut bij de plas stonden een aantal echte vogelaars met kijkers die m.i. even geschikt zijn om planeten te bekijken, een soort telescopen op een standaard, waar je een iPhone op plakt om het object te fotograferen. Ik ging daar helemaal in de fout, zoals ik achteraf hoorde van mijn lief. Ik vroeg wat over een vogel, en dat is fout. Je hoort niets te zeggen, niets te vragen. In diep stilzwijgen doet een vogelaar zijn observaties. Door iets te vragen laat je alleen merken dat je er geen bal verstand van hebt. En het is zeker fout om je enthousiast te beroemen een purperreiger te hebben gezien, terwijl de vogelaar die er verstand van heeft net een dromerige peddelende pijlstaarteend aan het spotten is. Ik moet het toegeven, het is best knap dat je bij het zien van een onopvallend grijs vogeltje gelijk weet hoe die heet, eet en een partner probeert te versieren. Zoals de mevrouw op het eind van de steiger, die kijkend naar een zwerm gevleugelde vrienden hoog in de lucht, terloops vermeldde: ‘ kanoeten’. Fascinerend, de vogelwereld……
Sinds we een betere kijker hebben gaan we hen steeds meer waarderen. Vliegvriendjes….. met allemaal een eigen verhaal……






