Hoe gaat het met de bootjes-mensen? Durven we met onze schepen nog het water op te gaan? Draaien de bruggen? En zijn de havens open? In Friesland kunnen we varen. De bruggen draaien en sommige havens laten schepen toe, al zijn de sanitaire voorzieningen niet toegankelijk. In het afgelopen weekend en op Koningsdag was het Sneekermeer geplaveid met zeilboten, sloepjes en motorboten. Op het water was de anderhalfmetersamenleving met gemak te handhaven en ik denk dat het Corona virus niet als een kikkertje overspringt van boot naar boot.
Plannen maken is lastig geworden, dichtbij je standplaats, je thuishaven blijven, lijkt voorlopig de beste optie.
Zijn we, als bootjes mensen, niet bevoorrecht dat we bewegingsvrijheid hebben op het water in tegenstelling tot de landrotten in de steden? Dat we aan een steiger bij het riet kunnen afmeren en dat we kunnen mee genieten van de karekieten, de rietzangers en de rietgorzen die proberen elkaar met luid gezang te versieren?
We leven in een wonderlijke tijd, waarbij we als samenleving ‘stil’ lijken te staan. ‘Stil’ staan in de zin van de ‘verlamming’ die het virus ons oplegt te moeten ondergaan. Terwijl we ons zo goed mogelijk aanpassen is er tevens het gevoel dat de dagen voorbij vliegen omdat de gebeurtenissen elkaar snel opvolgen. De cijfers van het RIVM en de cijfers van de uitbraak van het virus in de rest van de wereld buitelen in hoog tempo over ons heen. Ondanks het overvloedige nieuws over het virus lijkt mijn eigen wereld compacter, dichterbij en meer gefocust. Niet helemaal onprettig moet ik bekennen. Dat wat verder weg gebeurt is verontrustend, maar dat wat dichtbij gebeurt lijkt overzichtelijker, misschien zelfs rustgevender. Ik spreek voor mezelf en realiseer me dat dat voor anderen juist niet zo werkt en dat de situatie heel bedreigend is, dicht op de huid, op allerlei persoonlijke vlakken.
We lijken te leven in ‘tussentijd’, een begrip dat ik laatst voor het eerst hoorde. De tijd tussen een onzekere toekomst en een recent verleden met een aaneenschakeling van verwarrende en totaal ongekende gebeurtenissen. Er heerst een soort stille spanning over datgene waar wij nu als mensen geen grip op hebben. De illusie controle te hebben is doorgeprikt. Heel begrijpelijk dat er stemmen op gaan om die controle weer snel op te pakken. We kunnen slecht tegen onzekerheid. Het virus dwingt ons die onzekerheid te onderkennen. De maakbare wereld die we als vanzelfsprekend hebben verondersteld blijkt ineens niet meer zo maakbaar.
Terug naar een kleiner perspectief, dichterbij: Wie kent niet het vervelende gevoel als er in je scheepje een lampje gaat branden dat niet hoort te gaan branden, of als je computer aan boord meldingen produceert die je niet begrijpt? Een wetende techneut maakt er geen probleem van, ‘dat los ik wel op’. In het geval van iets als een onbekend virus is dat een ander verhaal, al je technische kennis is dan ineens van generlei waarde.
Daarentegen. Is varen met je schip niet eveneens het bewust opzoeken van een (min of meer gecontroleerde) mate van onzekerheid, omdat we dat leuk vinden? Brengt het varen niet mee dat we met name in het nu zijn en niet al te veel bezig zijn met afleidende zaken? De controle te hebben over een behapbare mate van onzekerheid.
Inderdaad, de door het virus gecreëerde onzekerheid is van een totaal andere orde als die van het varen met je schip. Het bewustzijn dat we in de komende tijd met die grotere onzekerheid moeten leren omgaan lijkt me niet meer dan een understatement…… en dan is varen met je schip een mooie afleiding……
