Was het een goede beslissing? Heeft ons inschattend vermogen gefaald? Eerder voeren we de Weser fluitend op. Ik herinner me niet zoveel tegenstroom. Het heeft in Zuid Duitsland blijkbaar fors geregend. Met een gangetje van hoogstens 8-9 km per uur waar we normaal gesproken met dit toerental 11-12 km per uur varen kruipen we de Weser op. Een oefening in geduld. Door de grillige stroom en de onregelmatige ondergrond heeft ons schip er moeite mee om op koers te blijven. Als een schrijvertje op het wateroppervlak zwenken we af en toe van links naar rechts. De tegenwind die we hebben draagt ook bepaald niet bij aan de snelheid. Door steeds over te steken naar de binnenbocht van de rivier proberen we de stroom die het sterkste is aan de buitenbocht te vermijden. Af en toe wel wat riskant als je geen zicht hebt op wat er van de andere kant komt. Het weer dat enkele dagen geleden niet meezat deed ons beslissen om niet buitenom door de Duitse Bocht te gaan. Dat er zoveel stroming op de Weser stond hadden we niet ingecalculeerd. Het miezert op deze Hemelvaartsdag en er staat een straffe wind uit het zuid westen. Het beroemde bootgebakje met crème fraiche en zwarte bessenjam vergezeld van een kopje koffie, rolt ons hemels over de tong.
Gisteren hebben we weer ‘genoten’ van een sluis incident. Een motorboot met twee motoren waarvan één motor kapot was en waarbij de boegschroef ontbrak, probeerde rechtuit de sluis in te varen. Afmeren aan de sluiswand lukte niet zodat het schip, vanaf zijn hekstoel slechts met één lijn vastgehouden door moeder matroos, weldra dwars in de sluis lag. De schipper, die niet zijn beste dag had, probeerde door hard vooruit en achteruit gas te geven met zijn overgebleven motor de zaak te redden. Dat hij daarbij onze Nine Marit van achteren dreigde te bestijgen vonden we niet leuk. Dat moeder matroos daar bijna mee overboord werd getrokken had hij niet in de gaten. De vrouw vond het allemaal erg grappig want ze lachte vrolijk naar ons terwijl haar arm zowat uit de kom werd getrokken. Mogelijk uit verlegenheid schat ik in. Uiteindeljk wist Nienke met een door onze vrienden toegeworpen lijn het op drift geraakte schip te enteren, zodat we enige controle kregen over de wilde manoeuvre-pogingen van de ongelukkige schipper. Het koste de nodige overredingskracht om hem zijn motor uit te laten zetten omdat de beugel van zijn kuiptent van de sluiswand een aantal ferme tikken had gekregen. Zijn vrouw zat er gelukkig niet tussen. Toen de sluisdeuren dichtdraaiden kwam er rust in de tent. Gebroederlijk werden we 5 meter de hoogte in getild. Afgezien van de schade aan zijn tent-beugel zijn wij gelukkig verschoond gebleven van schade. Zijn kapotte motor bleek het tijdens de sluisgang ineens weer te doen. Een ingreep van een hogere macht, alleen wel wat laat…..
Rond de Weser zagen we veel wildleven. Ganzenfamilies met tientallen kuikens, een reebok op de wallenkant die ik op nog geen 10 meter afstand in de ogen keek langs. Het zelfde gebeurde met een vos die aan het picknicken was bij de waterkant. Een Rode Wouw en een biddende Ruigpootbuizerd vertoonden met verve hun acrobatische kapriolen tijdens de jacht.
Nog 2 uurtjes te gaan, om 1600 uur gaan de sluizen dicht, Sontagsruhe……

De haven-meesteres, haar bootje lag achter ons, is een schat. Zeer behulpzaam en uitvoerig vertelde ze wat we konden verwachten. De loopbrug waar je met je schip onderdoor moet is slechts 1.90 m hoog bij hoogwater. Een telefoontje naar de havenmeester en ze maakt hem open. Toen we anderhalf uur voor hoogwater vertrokken om een staartje van de vloedstroom mee te pakken, zwaaide ze ons vrolijk uit na het openen van de brug.










