
Beste allemaal,
Een bericht vanuit het diepe zuiden.
In Malaga schijnt de zon, het is hier 18 graden en we kijken uit over de bergen vanuit een huis dat op 600 meter hoogte ligt. Ons schip, de Nine-Marit, ligt in Sneek uit te rusten in haar box, winterklaar, bestand tegen regen, sneeuw en vorst.
Het is aardig voor ons om even met iets heel anders bezig te zijn. Gedurende een maand hebben we ons verschanst in een huis tegen de steile hellingen van Comares, een dorp dat als een adelaarsnest op een bergtop in de buurt van Malaga ligt.
De reis er naar toe vanaf de kustweg was een belevenis. Via een kronkelende steile weg langs de flanken van de bergen reden we vanaf zee-niveau omhoog het binnenland in. Achterom kijken was geen optie, de focus was gericht naar voren, waarbij je in iedere bocht verwachtte een local tegemoet te komen die veel harder rijdt, omdat hij de regio op zijn duimpje kent. Volgens de routebeschrijving op papier, de TomTom maakt hier foutjes, moesten we boven in het dorp door een poort naast een blauwe garagedeur een weggetje zoeken dat naar beneden liep. Dat liep inderdaad naar beneden, steil naar beneden, het was alsof we ons naar beneden moesten storten. Aanvankelijk over een betonpad, maar al snel overgaand in een ruw rotspad dat het meest weg had van een rivierbedding vol bulten en kuilen. Stapvoets zochten we al hotsend onze weg, waarna we op het laatst nog een steil stuk omhoog reden om bij het huis te komen. Niet eerder hebben we per auto zo’n potentieel kamikaze pad bereden.
De volgende dag maakten we vanuit huis een alternatieve route, daarbij gingen we steil omhoog. De voorwielen hadden nauwelijks grip en sloegen af en toe door op losse stenen. We misten een afslag en kwamen uit op een pad bedekt met losse stenen dat uiteindelijk steeds steiler werd. De auto gleed scheef terug op het pad en dreigde zelfs over de rand te gaan. We zaten fout, goed fout. Toen maar achterwaarts terug onder het toeziend oog van Nienke. Terug naar een vlak stuk grond waar het pad abrupt eindigde in een loodrechte rotswand naar beneden. Het was niet iets om vrolijk van te worden. Nadat Nienke de situatie in ogenschouw had genomen heb ik onder begeleiding van haar wapperende armen de auto op een stukje grond, misschien iets groter dan een royale theedoek gedraaid met het zweet in mijn handen. Terug gereden naar de plek waar we de afslag gemist bleken te hebben en omhoog over het pad dat deels bedekt was met beton, steil naar boven. 35-40 graden omhoog terwijl je het pad nauwelijks kunt overzien. Om misselijk van te worden.
Eenmaal boven, hebben we samen een poosje staan bibberen naast de auto.
Varen op zee is veiliger.
De huiseigenaar zegt dat het went. De Spanjaarden van hier weten niet anders en hobbelen met hun bestelwagentjes als jonge geiten over dit soort rotspaden.Het klopt wel, de tweede en derde keer ging het al wat makkelijker en nu nemen we zelfs de tijd om van het uitzicht te genieten, de bergen, olijfbomen, geplant in regelmatige rijen, avocado-bomen en in de verte de Middellandse zee.
Beneden in het dorp aan de kust is een Lidl en nadat we deze geplunderd hadden, besloten we de lunch in een dorp in de bergen te gaan genieten, althans dat was de bedoeling. Het was druk in de kroeg. Mannen met petten en baarden, die elkaar met luid praten probeerden te overstemmen en rennende serveersters die met bordjes tapas en bladen met flesjes bier de clientèle trachtten te bedienen. En dat alles om 3 uur in de middag. We waren er stil van. We bestelden het menu van de dag (omdat het zaterdag was), €10 in plaats van €8. Een 3 gangen lunch, inclusief wijn. We hadden er geen idee van wat er ter tafel zou komen. De jongeman, baardje en opgeschoren slapen onder een wilde kuif, heel erg Spaans ,kon ons niet duidelijk maken wat het menu inhield. Het enige wat ik verstond was iets van soppa, soep en sepia, de zeekat, die zo mooi met inkt kan spuiten als hij in gevaar is. Nu ben ik geen liefhebber van inktvis als octopus en zeekat op mijn bordje. Katten en zee is m.i. sowieso geen goede combinatie. Met handen en voeten maakten we de jongeman duidelijk dat we niet erg enthousiast waren over het hoofdgerecht en of het ook iets anders kon zijn. Gesierd met een brede grijns en een opgestoken duim liep hij naar de keuken om de bestelling door te geven.
De salade en de soep waren o.k. Als resultaat van onbegrip en de wederzijdse taalbarrière zette de jongen alsnog twee borden met sepia-foetussen in kruimeldeeg en stopverf-patat voor ons op tafel. Om niet al te onbeleefd over te komen zijn we er maar aan begonnen, de specialiteit van de dag.
Zoals gebruikelijk in Spanje stond de tv aan en vertoonde een documentaire over de jacht. Tijdens de soep zagen we het neerknallen van een patrijs, tijdens het hoofdgerecht werden er nog twee patrijzen geschoten en bij het toetje vond de jager die een lokpatrijs in een kooitje in de struiken had gehangen het nodig om de volgende 3 patrijzen de dood in te jagen, waarna een tv-opname van heren aan de maaltijd met gebraden patrijs. Dat het eten bij ons niet helemaal in de smaak viel is misschien niet verwonderlijk. Gelukkig waren de sepiaatjes die ons als witte geitenogen aankeken deels onzichtbaar door het vettige kruimelige deeg-korstje. De slappe patat ter opsiering deed de deur van de al aangetaste eetlust dicht. We voelden geen aandrang om alles op te eten, het toetje was lekker, ondanks de patrijzen.
Voorlopig houden we het op zelf klaar gemaakt eten, van de Lidl en de plaatselijke supermercado. Hoe lekker is dat, om na een dag buiten in de zon, een eigen maaltijd te bereiden.
We wensen een ieder fijne feestdagen, gebraden patrijs?……
Een warme groet van ons twee,
Rob en Nienke Peters, van boord de Nine-Marit.

