9 04 2013
We bereiden ons voor op een kleine storm. Het zal niet lang duren als we de weerkaarten mogen geloven. Het is een kleine depressie die in 6-8 uur overtrekt. De wind zal achterlijk zijn, de snelheid van het schip kunnen we aftrekken van de snelheid van de ware wind. Dat scheelt al gauw 9 knopen in mindering op de ware windsnelheid, al houden de golven daar geen rekening mee en wordt het waarschijnlijk een heftig zeetje. De kapitein heeft bevolen alle luiken te sluiten en de luchtroosters te vergrendelen. Alles wordt extra gecontroleerd op zeevastheid. Van slapen zal wel niet veel komen, het schip maakt in de storm rare schuivers, je klem zetten of op bed liggen tegen het schot is de beste manier om je eigen veiligheid aan boord te verzekeren. De wacht die het schip bestuurt, mag zich alleen gezekerd in een harnas over het schip bewegen. Over het dek zijn extra lijnen gespannen waar de wacht zich aan kan vasthaken als ze over het dek moeten lopen. De altijd tijdens de reis aanwezige netten boven de reling bieden een extra veiligheid tegen overboord vallen.
Ieder uur wordt er een dekrondje gemaakt, om de verstaging, de schoten en de vallen te controleren. Ook binnen in het schip, waaronder de machinekamer, wordt voortdurend gecontroleerd. Ieder uur wordt het logboek bij geschreven. Op de grote kaart staan de posities die achter ons liggen ingetekend. Het is een continue bedrijf dat geen moment zonder toezicht mag blijven. ’s Nachts en op sommige momenten overdag staat de radar aan die in combinatie met de plotter en de AIS andere schepen of mogelijke obstructies signaleert.
Op de plotter zien we ook de windaanwijzers van de gribfiles, die iedere dag vers worden opgehaald van het internet. Zo kan de kapitein de beste route uitzetten, rekening houdend met de te verwachten windsterkte en windrichting.
We schieten lekker op en het lijkt erop dat de wind uit zuid-westelijke richtingen blijft waaien.
10 04
De storm bleek een stormpje zonder pit. De gribfiles vertelden een iets te heftig en deels fout verhaal. De kern van de depressie ging zuidelijker dan werd verwacht, waardoor we te maken kregen met een draaiende wind om de noord. Voordeel is wel dat het schip nu lekker op orde is. Klaar om straks bij de zuid-westelijke wind het kanaal in te schieten.
Vanmiddag krijgen we les in astronavigatie, waar ik zeker bij wil zijn. Nooit te oud om te leren.
12 04
Langzaamaan komt haven X naderbij, de ‘geheime’ tussenstop waar we 2-3 dagen uitrusten van de oceaan. Het wordt waarschijnlijk Oostende. Afgezien van het slingeren was het met de bakstagwind uit het zuidwesten mooi zeilen. Een gemiddelde snelheid van 9-10 knopen is niet onverdienstelijk. In haven X zal ik afstappen. Thuis kan ik mooi mijn taak afronden door de medische informatie over de leerlingen die ik behandeld heb uit te werken en vast te leggen voor de ouders. Op zondag 21 april ben ik bij de aankomst en ontvangst in IJmuiden. Daar kan ik de gegevens aan de ouders overhandigen.
13 04
Op de race of Alderney, het stuk zee tussen het eiland en de vaste wal, klokte ik een snelheid van 17.4 knopen! Even maar, dat wel. De stroom mee en een gunstige wind uit het zuid-oosten laat de zwaan laagvliegen. Het gaat nu snel, jammer dat de gestage regen de pret wat bederft. Het wordt Oostende waar we zondag, morgen, in de middag zullen afmeren. De leerlingen hebben nu het schip overgenomen, de crew doet een stapje terug. Tijdens de scheepsovername zullen mijn assistent-scheepsartsen de anderen een ehbo les geven, waarop ze dan van mij een aantekening krijgen in hun matrozenboek. Nu even stroom tegen, het laatste stuk naar Oostende voornamelijk stroom mee.
Samenvatting
In de 2 maanden die ik aan boord ben heb ik ongeveer 80 consulten gedaan. Vaak ging het om kleinigheden, die geen of nauwelijks behandeling vergden. De meeste tijd ging zitten in het omgaan met psychologische problemen, een aantal ongevallen, ontstekingen en huidproblemen.
Vanwege mijn positie aan boord stond ik enigszins op afstand van het geheel en nam ik een afwachtende houding aan t.o.v. wat er op me af kwam. Daarom was het juist leuk om 3 leerlingen op te leiden tot ‘assistent scheepsarts ‘.
Terugkijkend maakte ik me het meest zorgen om de eventuele ongevallen en ziekten die door mijn beperkte mogelijkheden en de afwezigheid van eventuele hulp midden op de oceaan, niet te behandelen zijn. Uiteraard is er de overleg-mogelijkheid met de radio medische dienst en de mogelijkheid om een backup te krijgen van mij bekende collegae aan de wal. Echter een ernstig hoofdletsel of een inwendige bloeding zou ik, zelfs met hulp van RMD, niet kunnen behandelen en zo kan ik nog wel meer ellende bedenken.
Een ander schip, dat maar net in de buurt moet zijn, heeft meestal niet meer behandel-mogelijkheden aan boord dan wij.
Als ik er verder over nadenk; Hoe ver ga je in het scheppen van behandelmogelijkheden aan boord tijdens een oceaan-oversteek of met wat kun je meestal volstaan? Internationaal zijn er afspraken over gemaakt die vastgelegd zijn in medische protocollen voor de verschillende vaargebieden. Op ieder groot zeegaand schip hoort dit boekwerk aanwezig te zijn. Daar is dus wel over nagedacht en dat is prettig. Het optreden van ernstige pathologie blijft een probleem dat je met de bestaande protocollen midden op zee niet altijd kunt ondervangen. Een risico dat genomen moet worden.
Gelukkig waren de meeste medische problemen die op de Wylde Swan gebeurd zijn goed te behandelen, al moest ik ter bevestiging van mijn diagnose op de Azoren met 2 leerlingen naar het ziekenhuis voor X-foto’s.
Met preventie van ongelukken (en ziektes) denk ik, kom je het verste. En juist daarin koste het me veel moeite om dat aan de leerlingen duidelijk te maken. Het leek erop dat er door de rest van de leerlingen geen lessen werden getrokken uit wat een medeleerling uit onachtzaamheid overkwam. Ik had vaak het gevoel dat wat ik zei niet binnenkwam of dat ik tegen een muur van onbegrip sprak. De leraren en de crew gingen daar beter mee om, ze zeiden gewoon, zo moet het, en geen discussie. Ik besef dat de houding van adviezen negeren of bagatelliseren past bij de leeftijd en dat je als oudere niet moet rekenen op dat wat je van een aanspreekbare volwassene verwacht. Dit risico op een risico moet je als arts incalculeren in de begeleiding van jongeren van deze leeftijd.
Ik vond het een bijzondere ervaring, deze trip over oceaan. Ik verlang ook weer naar mijn lief, mijn familie en mijn eigen bed. Ik vroeg één van de leerlingen of ze niet verlangde om naar huis te gaan. ” nee hoor, ik zou nog wel een tijdje willen door zeilen, maar dan wel zonder schoolwerk “.
Foto’s:
vertrek van Horta in alle vroegte
Onderweg naar Oostende
Aankomst in Oostende , opdoeken van het grootzeil
Onderweg 17.4 knopen bij Alderney , stroom mee.














