Een wandeling langs de kust
Bezoek van de Spirit of Bermuda, wij laten hen ons schip zien, zij hun schip aan ons.
Roos gaat boogschieten
Maand: maart 2013
Het roer en wat filosofie
Het lijkt erop dat het roer te repareren is.
De wind is gaan liggen, en af en toe piept het zonnetje door de wolken. In het plaatselijke internetcafe is het goed toeven. Ik permitteer me de luxe van een cappuccino en een Brusselse wafel, een soort pannenkoek in de vorm van een kleine letterbak. Ik had nog wat dollars, die nu goed van pas komen.
De keuken aan boord is weer helemaal schoon gemaakt door de leerlingen. Ondanks dat alles zeevast gezet was, waren er toch een paar items ontsnapt aan hun tijdelijke gevangenschap.
Vandaag wordt er weer gestudeerd, vanmiddag mogen de leerlingen een uur aan de wal.
De kleine medische probleempjes die ik tot nu toe op mijn bordje kreeg waren meestal eenvoudig op te lossen. En één van de dozen met medicijnen die door de schipsbewegingen van zijn plek gevallen was, heb ik opnieuw ingepakt. We gaan de dozen extra zekeren met een lijntje.
Ik merk dat ik popel om weer te gaan varen, ik verheug me op de Azoren. De reis ernaartoe mag dan wel lastig en lang worden, eenmaal onderweg, komen we ieder uurtje dichter bij het reisdoel. Zonder het roerprobleem waren we inmiddels al 200 mijl in de goede richting gevorderd.
Telkens weer accepteren dat de dingen lopen zoals ze lopen, is misschien wel de grootste les die ik hier tijdens de reis voorgeschoteld krijg. Net als de constatering dat ik voortdurend moet kiezen uit iets wel doen of uit niets doen bij de medische problemen.
De natuur zijn werk laten doen of ingrijpen. Het valt me op dat de leerlingen, geen notie hebben van natuurlijke geneesprocessen en hoelang iets duurt voordat het beter gaat. Er wordt makkelijk gevraagd om pillen, terwijl een klacht ook vanzelf kan overgaan. Maar uitleg en geruststelling blijken daarentegen vlot geaccepteerd te worden.
We leven in een maatschappij waarin het hebben van pijn of een ongemak, direct verholpen moet worden, als waren we een machine zonder zelfherstellend vermogen. Is het niet geweldig dat een snee in de vinger zich zelf repareert en een infectie vaak ook zonder ingrijpen geneest, mits het afweersysteem zijn werk goed doet?
Dit al te mechanistische beeld van ons lichaam, baart me in dien zin wel zorgen. Het ‘maakbare’ lijkt een steeds overheersender rol te gaan spelen. Het imago, het beeld van ons naar de buitenwereld lijkt belangrijker dan wat er binnen in ons leeft.
Misschien dat jonge mensen dit op den duur gaan inzien en kunnen omvormen naar een meer evenwichtige mensbeeld. We zijn geen machines, geen robots waar je aan sleutelt, geen klonen van artiesten of BN-ers, maar stuk voor stuk individuen met een eigen identiteit en een eigen innerlijk leven.
Genoeg gefilosofeerd.
Ik ben blij met dit rustige moment na de hektiek van de laatste dagen.
Zoals gezegd; op naar de Azoren. Varen met die vogel.
Foto: de trossen liggen klaar.
Nog even zwemmen voor het vertrek.
Weer terug op Bermuda
Gedwongen terug naar Bermuda
Vo goede moed gingen we samen met de Regina Maris en de Eye of the Wind de zee op. Met twee voorzeilen en een staysail liepen we ondanks de golven van soms 22 feet (6-7 meter) zo’n 6.5 knoop. Mooi zeilen, maar dat we ons er allemaal lekker bij voelden is een eufemisme. Meer dan de helft van de opvarenden hadden in meer of mindere mate last van zeeziekte. Ondergetekende bleef er gelukkig vrij van, al vond ik de plotse bewegingen niet aangenaam, omdat ik, me voortbewegend over het schip, voortdurend tegen in de weg staande objecten gesmeten werd. Mijn reactiesnelheid is blijkbaar niet meer zo fief als die van de jonge mensen.
Zeeziekte is een raar fenomeen, ik heb het nu van dichtbij zien voorbijkomen. Vaak zag ik eerst het geeuwen, geeuwen op een aanstekelijke manier. Daarna of tegelijkertijd ontstaat er een soort rillerigheid, waarbij de kandidaat, zich steeds meer in zichzelf terugtrekt, het hoofd buigt en niets meer zegt. Dan is er het plotseling onbedwingbaar moeten overgeven. Even lijkt er een opluchting te zijn, maar dan volgt snel de tweede voedering aan de vissen. Een gesprekje op gang houden en het advies om naar de horizon te kijken, lijken tijdelijk te helpen.
Het is interessant om te horen wat mensen allemaal voor adviezen hebben om dit vervelende verschijnsel tegen te gaan. Wat zeker is dat copieus dineren overspoeld met alcohol, de kans op visjes voeren bepaald vergroot.
Men adviseert van alles, van gember tot pleisters, Belgische pillen, polsbandjes en zware doses van slaperig makende antihistaminica. Iedereen heeft zo zijn eigen favoriet. M.i. is dat naast de fysieke symptomen eveneens psychologische factoren een rol spelen.
Tenslotte wordt je hele basis-zekerheid onderuit gehaald, de wereld wankelt, letterlijk. Een vast punt, een vaste basis ben je even kwijt. Ook is het vreemd dat naarmate de leeftijd vordert de neiging om zeeziek te worden afneemt. Ook schijnen mensen met doofheid minder last te hebben. Misschien ben ik met mijn erfelijke doofheid, daarom wel gezegend weinig last te hebben van de zwabberdans van onze Swan op hoge golven.
In de avond, merkten we dat telkens het stuurautomaat-alarm afging, aanvankelijk door ons geduid als overbelasting van het systeem door de hoge golven. Later bleek dat één van de twee hydraulische stuurcylinders, het begeven had. De beslissing van de kapitein, om terug te gaan naar Bermuda, was niet leuk maar wel verstandig. Met 1200 mijl voor de boeg en slechts één werkende stuurcylinder, neem je een risico dat vermeden kan en moet worden. Pech, maar niet te voorzien.
Het is wel een voordeel is dat ik weer een blogje kan schrijven.
Dit soort probleempjes komen meestal niet alleen. Tijdens mijn wacht, kwam de leraar die het bed boven mij beslaapt, tijdens een heftige slingerbeweging van het schip een verdieping lager te liggen. De bedconstructie met inhoud bleek de zee niet te kunnen trotseren. De zee is een geduchte sloper.
Ik lag er gelukkig niet. Aan een platte dokter heb je niet zoveel. De bootsman heeft alles weer keurig gerepareerd zodat ik met een gerust hart het hoofd op mijn kussen kan leggen.
Dus nu liggen we wederom aan de kaai in St. George.
Hoe lang de reparatie van het roer gaat duren is nog niet duidelijk.
Foto’s:
De Thor Heyerdahl vertrekt als eerste.
Vertrek Wylde Swan, alles extra vastgesjord.
De Regina Maris staat op het punt van vertrekken.
De grens van ondiep en diep water.
Terug naar bermuda, de pilot vaart naast ons maar hoeft niet in te grijpen.
In afwachting van het vertrek naar de Azoren
St George
Het was een leuk feestje. De leerlingen hebben het schip ingericht voor het bezoek van de Regina Maris en een aantal bemanningsleden van de Eye of the Wind en de Thor Heyerdahl. De Barbecue gloeide aan het begin van de avond, verdekt opgesteld, achter een container, mooi uit de wind. Onder in het schip flikkerde een veelkleurig licht en er klonken wanklanken en oergeluiden die iets als muziek moesten voorstellen. Er werd volop gedanst en iedereen leek het geweldig naar zijn zin te hebben. De keukenploeg had zich uitgesloofd gezien de prachtige buffet-tafel vol met allerlei lekkers. Op het achterschip van de Swan, heerste een gemoedelijke stemming, ‘crew meets crew’ en er werden veel ervaringen uitgewisseld.
Toch werd het geen nachtwerk, vóór het middernacht-klokje tikte, was er voor het grootste gedeelte opgeruimd en werd al het bezoek naar huis gestuurd. Lekker vast liggend aan de kade, stoorden we ons niet aan de stortregens en windvlagen die het schip geselden.
Vandaag is de storm op zijn hevigst. Op de teller haalt de wind hier in de beschutte baai regelmatig de 40 knopen. Ik vermoed dat het buiten op het grote water, nog wel wat harder blaast. We gaan niet eerder weg dan dat de wind is afgenomen. Maar te lang wachten met weggaan is niet handig, omdat er na de storm een windstilte-gebied op komst is dat we graag vóór blijven. ‘Its raining cats and dogs’, zeggen de Engelsen. Nu die heb ik niet gezien, die zitten waarschijnlijk binnen. Als er hier een bui overkomt, dan lijkt het op een wolkbreuk. De kade staat blank, waar ik verwacht binnenkort een roeiboot nodig te hebben om naar het stadje te gaan.
Uit de 6 sollicitaties voor de functie van assistent-scheepsarts, heb ik 3 leerlingen uitgekozen, die ik gedurende het volgende traject ga inwijden in de eerste beginselen van het artsenvak. Met de leraren heb ik eerst overlegd of hun schoolwerk niet zou lijden onder de extra lessen die ze nu van mij krijgen. Voor deze 3 mensen heb ik groen licht gekregen.
Ze hebben er erg veel zin in. Tijdens deze spoedcursus krijgen ze 3 onderwerpen voor hun kiezen: Anatomie, anamnese/onderzoek en praktische EHBO.
Een examen krijgen ze niet, maar het plan is dat ze wel een nep-slachtoffer krijgen tijdens een oefening, die gaat plaatsvinden ergens voor de aankomst op de Azoren. Voor de rol van slachtoffer moeten we nog een geschikte persoon vinden die goed kan toneelspelen. De tomatenketchup-voorraad zal zeker aangesproken worden.
Ik hoop uiteraard dat ons echte narigheid bespaard zal blijven. We willen allemaal gezond en veilig in IJmuiden aankomen.
Eerst nog een speelse dans over de ongetwijfeld hoge golven naar de Azoren, die prachtige eilanden, waar meestal het mooie weer voor Europa zijn geboortewieg heeft staan.
Hamilton-St. George Bios
Hamilton 5
Met de bus richting St. George, maar nu met helder weer en niet met een stortregen in het donker, rijden we over dezelfde weg die ik eergisteren reed. Alles lijkt nu wel vriendelijker. Naast me zit een donkere lady, fraai opgetut, bril met een gouden randje en kunstig beschilderde, puntige plaknagels, waarmee ze een moord zou kunnen plegen.
We gaan naar het BIOS een biologisch research center, gerund door Amerikanen. Daar aangekomen, lopen we over een campus met fraaie palmen en een oud koloniaal ogen hoofdgebouw. We worden vriendelijk ontvangen door één van de wetenschappelijk medewerkers. Zij gaat direct van start met haar presentatie, en laat ons een voedselketen ontwerpen aan de hand van een paar foto’s van verschillende zeedieren en plankton. Met haar levendige verhaal weet ze ons te boeien, en ik kom veel te weten, over het zeeleven rond Bermuda en dit geheimzinnige zeegebied, de Saragossazee. Het is nog steeds niet duidelijk waar onze paling in dit gebied zijn eitjes legt. De wetenschappelijk medewerkers bevragen elkaar voortdurend, als een running joke, of ze het al gevonden hebben. We krijgen een bijzonder dier te zien, dat leeft in de wier-plakkaten die drijven op de zee. Ze noemen het de Saragossa-vis. Het beest ziet er uit als een stukje zeewier, en heeft 2 waaierachtige poten, waarmee hij zich afzet in zijn omgeving. Eigenlijk zijn de blauwe oogjes het enige herkenbare dierlijke aan het beestje, dat niet groter is dan een duim.
Een paarse zeeëgel zet zich zelf met schelpfragmenten een hoed op ter bescherming tegen eventuele vijanden. Lijkt me wat overbodig, alsof de stekels al niet afschrikwekkend genoeg zijn.
Sinds de jaren 60 wordt er continu onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het zeewater. Er worden nieuwe soorten zeedieren ontdekt en de mate van vervuiling wordt bijgehouden. Op het laatst van haar verhaal laat ze ons nog een aantal vreemde zeewezens zien die je in je dromen of in het echt liever niet tegenkomt.
Na een gratis( inderdaad gratis, een unicum op Bermuda) kopje koffie in de kantine van het instituut en een genoeglijke babbel met een op leeftijd zijnde aimabele medewerkster, vertrekken we lopend naar St. George. Aan de kade liggen nu 4 tallships; de Regina Maris, de Eye in de Wind, de Thor Heyerdahl , en de Wylde Swan. We wachten op beter weer. Het waait als de pieten, er wordt 50 knopen wind gemeten in de vlagen. Verstandig als de kapiteins zijn, zullen we niet eerder vertrekken dan dat de depressie is overgewaaid. Ondanks de stormachtige wind en de heftige stortbuien oogt het water in de baai tussentijds als waren we aan de Middellandse zee.
Vanavond zal het zijn, een gemeenschappelijke barbecue met vier schepen. Het wordt nog uitgebreider dan we dachten.
Nog even geduld en dan gaan we. We zijn klaar voor de overtocht naar de Azoren.
Foto’s : van alles wat
Hamilton 4
College economie.
Vanochtend vroeg op. Ik mag mee naar het Hamilton college, alwaar we een les krijgen van Graig Simmons, professor in de economie.
Met ons allen stappen we in de bus. De chauffeuse, een donkere dame, heeft heur haar op een gekunstelde manier op haar hoofd geplakt, zodat het lijkt alsof ze haar spaarzame natte haar in een netje heeft gestopt. Ze rijdt als de beste in het drukke verkeer.
Op het college aangekomen, is het even zoeken waar we moeten zijn. We krijgen hulp van een vriendelijke leraar. Deze week hebben de studenten vrijaf, zodat het erg stil is op het terrein.
Voordat de prof ons zou verlichten, heeft de pas aangekomen leraar economie, Eerde, zijn kunsten vertoont, omdat we veel te vroeg ter plekke waren. Hij wist de leerlingen al snel tot nadenken te prikkelen. Hij is duidelijk gewend om met leerlingen om te gaan.
Professor Simmons blijkt een vlotte erg Amerikaanse no nonsens figuur gekleed in spijkerbroek en sweater lopend op veelkleurige sneakers.
De kern van zijn verhaal gaat al snel in de richting van zijn zorg om het milieu op dit rijke eiland. Bedrijven zijn door afwijkende belasting-regels tov. het vaste land in staat om goedkoop hun verzekeringen te regelen. Hij noemt dit captive insurance. Daarnaast wordt er hier veel herverzekerd, om risico’s te spreiden. Deze rijkdom gaat steeds meer gepaard met een belasting van het milieu, die niet bestraft wordt, waardoor het voor dit eiland een groot probleem aan het worden is. Verbranding van het meeste vuil is niet voldoende. Er blijft veel liggen dat schadelijk is voor het eiland, maar ook voor de omringende zee.
Min of meer vermanend maakt hij de leerlingen duidelijk dat je zo de volgende generatie opzadelt met de gevolgen van je consumerende gedrag.
Behalve zijn links gekleurde ideeën over het milieu, is zijn idee over armoede op Bermuda, erg Amerikaans. Je hebt het aan jezelf te wijten, en een percentage van 20 % armoede lijkt hij niet zo vreemd te vinden. Een sociaal netwerk, georganiseerd door de regering is er niet. De vele kerken leveren de zorg voor de armen en werklozen.
Toch zegt hij generaliserend ‘rich people are not nice’, they become selfish’.
Niet van zelfkritiek gespeend zegt hij: ‘here on Bermuda we were pirates in early days, now we are still pirates on a legal base’.
In de gesprekjes die ik later met enkele leerlingen had, kwam naar voren dat dit nieuw voor hen was. Het college heeft indruk gemaakt.
In mijn geliefkoosde rock Cafe komen een stel meiden binnen van het Duitse equivalent van school at sea. Ze liggen eveneens met hun schip op Bermuda, de Thor Heyerdahl. Ook zij zijn bloed-enthousiast over het school at sea project.
Morgen zullen zij zich bij ons voegen bij de barbecue. Het wordt een internationaal feestje.
Ik hoop dat de voorspelde storm geen wind in het eten gooit.
Foto’s:
Een schattig kindje komt in het cafe bij ons buurten, zich gelukkig niet bewust van dit alles wat ik hierboven beschreef. Het papiertje om een rietje wordt uitvoerig bestudeerd en losgepeuterd. Een stralende lach krijgen we cadeau.
De andere foto is van een man die wacht op de bus, een tukje is nooit weg.
De was en excursies
06 03 2013 Hamilton.
Vandaag een rustig dagje. Ik zit in een internetcafe met de naam Rock Island Cafe. Een verademing tussen al het gelikte horecagebeuren in Hamilton. Ik waan me hier in een Portugees Cafe, dichtbij de zee, waar een mix van goedgeklede zakenlui en wat artistieker geklede types de clientèle vormen.
Een aantal leerlingen hebben onder begeleiding van een leraar vrijaf. Ik kwam ze tegen in de stad. Ze hadden een ijsje gekocht waar ze zichtbaar van genoten.
Zojuist de wasserette bezocht. De man die bij de ingang stond ontfutselde mij doelgericht mijn zak met was, en stopte de inhoud in de machine. Of ik maar even wilde tekenen, en mijn telefoonnummer wilde opschrijven. Dat laatste ried ik hem ten sterkste af. Een telefoontje naar mij over een provider in Nederland zou hem wel eens een flinke duit kunnen kosten.
Over twee uurtjes kon ik terugkomen. En jawel, bij terugkomst is alles klaar. De was is keurig opgevouwen en ligt in stapels klaar om ingepakt te worden. Kostte me 27 dollar, maar ik heb nu wel een schone was voor de komende weken. Aan boord wordt ook gewassen volgens een schema. Je bent er dan wel een hele tijd mee bezig, vooral het drogen neemt veel tijd. Ik heb me dus maar de luxe gepermitteerd voor de snelle methode.
De economie-leraar is gisteren gearriveerd. Hij gaat de leerlingen ondersteunen met zijn kennis. Als ik zie wat ze allemaal in hun koppies moeten stouwen, krijg ik acuut medelijden met hen. Veel van de algebra, natuurkunde en scheikunde heb ik vroeger ook moeten verteren. Nu zou ik jammerlijk falen als mij een vraagstuk voorgeschoteld zou worden.
Ik weet niet hoe hun toetsen zijn verlopen, ik zie alleen dat ze er hard voor werken, er wordt serieus geblokt. Mooi om te zien hoe een ieder zo zijn eigen manier van werken heeft. De één heeft een koptelefoon op, de ander werkt liever buiten, ook als het kouder is. Weer een ander ligt op dek met het hoofd op een kussen en een boek of laptop in de handen. De leraren zijn voortdurend in de buurt voor toezicht en ondersteuning.
Ik heb respect voor deze vrouwen en mannen, die er voor zorgen dat alles gestroomlijnd verloopt. Morgen is er een excursie naar een school waar ze een les krijgen van een prof in de economie. Overmorgen gaan we vroeg in de ochtend met een bus naar het oceaan-onderzoekscentrum in de buurt van St. George. Daarna krijgen we een flinke wandeling voor de kiezen naar het stadje zelf, alwaar de Regina Maris ligt, het zusterschip. Het is de bedoeling om een barbecue te organiseren met de leerlingen van de Regina Maris. Intussen heeft de crew van de Wylde Swan getankt en het schip naar St. George gevaren, zodat we in de avond met een vol buikje weer aan boord kunnen gaan.
Het is bijna tijd voor de lunch, ik brei er een puntje aan.
Foto’s:
Het Cafe en een fraaie spreuk in de spiegel.
Hamilton 2
Slingerend als een dronken eend raggen we met de bus over de smalle weg naar St. George. De inzittenden, met name gekleurde mensen, komen waarschijnlijk van hun werk. Ik had het idee opgevat om in de avond een bezoekje te brengen aan mijn collega op het zusterschip, de Regina Maris , dat daar nu aan de kade ligt.
De buschauffeur moet ergens een verborgen doodswens hebben, want hij blijkt een hardnekkige voorkeur te hebben om aan de verkeerde kant van de weg te willen rijden. Opvallend is wel dat het ook voor de andere weggebruikers lijkt te gelden, zodat ik na enige tijd iets ontspanner in mijn stoeltje kan blijven zitten. De mensen die de bus binnenkomen, hebben een merkwaardige manier van betalen voor de rit. Naast de chauffeur staat een bovenmaatse spaarpot met bovenin een grote gleuf, waar het busgeld in gedeponeerd moet worden, als je geen kaartje hebt. Het valt me op dat een deel van de passagiers, slechts een ritueel gebaar boven de gleuf maken, alsof ze er wat ingooien. De chauffeur lijkt het niet te merken, een welwillend gebaar om de de minderbedeelden tegemoet te komen. ‘Zwartrijden’ krijgt hier wel een heel bijzondere betekenis.
Als het dan ook nog begint te stortregenen en de weg verandert in een waterweg begin ik hem weer te knijpen. Een tocht over de oceaan is heel wat minder stressvol, dan deze wildemansrit over de kronkelweg van Hamilton naar St. George. Links en rechts water spattend scheren we lang hoge muren en nemen slippend onduidelijke rotondes in een richting die ik niet gewend ben. Steeds meer inzittenden verlaten onderweg de bus, waarschijnlijk omdat ze het niet meer kunnen uithouden. Het is een wonder dat ik de rit tot de eindbestemming heb uitgezeten. Met knikkende knieën en het zweet tot in mijn bilnaad sleep ik mezelf naar de uitgang, me realiserend dat ik straks weer terug moet met de diezelfde bus.
Maar het was het waard, ik had een prima overleg met de collega scheepsarts van de Regina Maris. We hebben uitvoerig gesproken over onze taken aan boord en herinneringen opgehaald uit onze huisartsentijd.
De Regina Maris is een totaal ander schip, stoer, een wat gedateerd uiterlijk, maar zeer zeewaardig ogend. Een groot contrast met de moderne zakelijkheid en efficiëntie van de Wylde Swan. Leuk om de verschillen te zien.
Ik begrijp dat zij iets eerder willen vertrekken dan wij, maar het weer is uiteindelijk de bepalende factor.
05 03 2013
Het zonnetje schijnt, de kapitein repareert een afvoerbuis, en de leerlingen zijn aan het werk. Vandaag verwachten we een nieuwe leerkracht, die met ons meevaart gedurende de volgende oversteek. De bemanningsleden zijn al vroeg begonnen met klussen. De keuken ploeg van de dag bakt brood en bereidt de lunch en het avondeten voor. Vandaag is de dag voor de eerste excursie. Ik moet in de buurt van het schip blijven. Vanmiddag is het rustig aan boord.
Voor het volgende traject heb ik bedacht dat de leerlingen die er voor voelen een sollicitatie mogen doen naar de functie van assistent scheepsarts. Ik ga diegene die ik uitkies en aspiraties heeft later een medisch vak te kiezen, iedere dag wat basic vaardigheden leren, die van pas kunnen komen als hij/zij tijdens de ‘take-over’ mijn rol mag ‘overnemen’, uiteraard met mij op de achtergrond als coach.
Ik ben benieuwd wie zich aanmeldt.
Op de foto’s: de leraren(op de eerste foto met tussen hen in een leerling)
Hamilton
Naar Hamilton en aan de kade van Hamilton
We varen van St. George buitenom naar Hamilton de hoofdstad van Bermuda. Het is een rustig tochtje binnen de begrenzing van het buitenrif in zuidwestelijke richting aan de westkant van het eiland. In Hamilton krijgen de trainees een paar excursies waaronder een excursie naar een biologisch oceaan-onderzoekscentrum. Misschien mag ik wel mee.
Rond de 10 de maart is het vertrek gepland naar de Azoren, uiteraard afhankelijk van het weer, dat er nu in de vooruitzichten niet best uitziet. Misschien kunnen we achter een depressie aankruipen, gebruikmakend van de westelijke wind en meestal tijdelijk wat rustiger weer. De afstand naar de Azoren is lang, ongeveer 1400 zeemijl, zo’n 2400 km. Een groot stuk oceaan met niets dan water en geen mogelijkheid om even een ankertje uit te gooien. Voor mij het spannendste deel van de reis.
Gisteren heb ik meegedaan aan het berenspel. Het berenspel is een soort ontgroening voor de nieuwe mensen die aan boord zijn gekomen. Ik mag niet verklappen hoe het gaat, maar het komt er op neer, dat ik na het spel nu officieel een lid van de familie aan boord ben. Ik kan niet zeggen dat ik me nu heel anders voel, maar het was wel grappig en ik kreeg de mededeling dat het wel erg snel ging bij mij.
Vandaag weer een aantal kleine ongelukjes, een snee in een duim en nog een snee bij een duim. In pleisters plakken heb ik inmiddels wel een graad verdiend.
Hamilton oogt als een stadje in grote welstand, dure bungalows, grote business-gebouwen en veel dure winkels. Alles is duur hier, vaak tweemaal zo duur als in Nederland. Je moet hier niet arm zijn.
De ellende is dat er hier juist veel minder-bedeelden blijken rond te lopen. Het viel me direct op dat er haveloos geklede donkere mensen bij de haven en in de stad rondhangen; ‘Poverty in Paradise’. Soms fluistert iemand me toe of ik wat voor hem heb, alsof hij zich er voor geneert te moeten bedelen. In het plaatselijk museum kreeg ik te horen dat er inderdaad veel armoede is onder de zwarte bevolking. Het kost moeite om een baan te krijgen door de ook hier toegeslagen crisis. De hulp vanuit het gouvernement is niet voldoende en de schrijnende kloof tussen arm en rijk is alleen maar groter aan het worden.
Aan boord wordt deze dagen geklust door de bemanning, vallen en schoten worden gecontroleerd en zo nodig extra versterkt. Er is ook altijd wel wat te schuren en te schilderen, de zee is een letterlijke ijzervreter. Deze week moet er verse waar ingekocht worden; groente, fruit en sap en wat er nog zoal nodig is voor de komende overtocht.
De kapitein overlegd met één van de leraren wat er ingekocht moet worden. Ook moet er drinkwater en diesel getankt worden voor respectievelijk opvarenden en de motor.
In het museum zag ik zowaar een paar schilderijen van een Brit, ene William Chatwick, die volgens mij in de vroege jaren van de vorige eeuw, schilderijen van Van Gogh heeft gezien. De schilderstijl doet erg Goghiaans aan. Hij vond Bermuda denk ik een prettige plek, want de schilderijen die ik zag waren allemaal hier gemaakt.
De kids (dat mag ik eigenlijk niet meer zeggen) zijn ijverig aan het werk en krijgen voortdurend toetsen. Als ik het nu ook nog voor elkaar krijg dat ze tijdens de overtocht naar de Azoren wat netter worden in het opruimen, wordt het vast nog leuker. Vooral in de keuken waar ze beurtelings koken en telkens weer culinaire hoogstandjes scheppen, wil het er nog weleens wat chaotisch toegaan. Maar wat wil je met zoveel creativiteit aan boord. Als arts maak ik me wel eens zorgen over de acrobatische slapstick die ik zie als een leerling met een pan erwten van links naar rechts door de keuken schuift. Ik ben jaloers op hun behendigheid in het omzeilen van obstakels en de vanzelfsprekendheid waarmee alles steeds weer lukt. De mogelijke valpartijen die ik meen te voorspellen, maar niet gebeuren, zijn als spoken en beren die ik beter kan negeren.
Ik voel de verantwoordelijkheid om hen te wijzen op de mogelijke gevaren tijdens het varen, maar krijg ook de indruk dat dat al eerder gedurende de reis flink bij hen is ingepeperd. Op weg naar volwassenheid en verantwoordelijk gedrag moet het ook mogelijk zijn om een foutje te maken. Mijn zoon Jeroen is daar heel goed in, ik bedoel om een ander een fout te laten maken. Ik herinner me een tocht samen met hem op de Atlantis, een tallship, dat naar Nederland teruggebracht moest worden. We zaten in een verschillende wacht. Toen ik aan de beurt was en de stuurhut betrad, dook ik onmiddellijk met mijn neus in de instrumenten, nieuwsgierig als ik was naar onze positie. Mijn zoon liet het begaan, maar voegde er fijntjes aan toe ; ‘Pa, voortaan eerst om je heen kijken, dan pas de instrumenten’. Voorwaar een stichtende opmerking voor een zeeman on duty.
Bij de foto’s:
Afmeren
Aan kade
Ik vond een kroeg met dit bord waar wij morgen zeker naar toe gaan.
Een schilderij van William Chatwick
St. George
Bermuda.
Hier in de baai van St. George op Bermuda liggen we mooi beschut. Er staat een forse wind die hier minder hard lijkt dan op zee. Het turkoois-kleurige water van de baai wordt af en toe overschaduwd door donkere wolken. De witte daken van de villa’s schitteren in het zonlicht. Wat moet het een ontdekking geweest zijn toen het eerste schip in het begin van de 16e eeuw hier aankwam. Een volledig ongerept eiland midden in de oceaan, zonder een mens of een dier, behalve de vogels die hier een rustplaats vonden of hun eieren legden. Rond het eiland ligt het tegenwoordig bezaaid met honderden wrakken, het was in de tijd van primitieve navigatie middelen een gevaarlijke plek. Na de de ontdekking van het eiland in 1509 door kapitein Bermude, een Spanjaard, was het een hele tijd stil op het eiland. Pas in de 17 e eeuw kwamen de eerste kolonisten. Later kreeg Bermuda vooral strategische betekenis onder de Engelsen.
We worden met School at Sea rondgeleid door het stadje. Veel van wat we zien is geïmporteerd, bomen, planten, beesten en mensen. Er leven nu veel mensen die afstammeling zijn van de slaven die door de Engelsen hier zijn gebracht. De nog steeds Engelse kolonie heeft een eigen bestuur en is met name georiënteerd op Amerika. Het lokale geld is niet de pond maar de bermuda-dollar, die evenveel waard is als de Amerikaanse dollar. De mensen zijn hier bemiddeld en alles is hier duur. Bedrijven hebben hier een belastingvoordeel, waardoor er goed verdiend wordt op het eiland.
Gisteren kennis gemaakt met de lokale specialiteit, gebakken wahoo, een grote vis die wat lijkt op een grote makreel zonder strepen. Ze kunnen volgens Alfred Konrad, een Oostenrijker die de scepter zwaait over zijn gelijknamige restaurant, een gewicht van 20 kg hebben en zo’n 2.50 meter lang zijn.
Rond het eiland zijn veel soorten vis, die door de locale vissers worden gevangen en aan de restaurants worden geleverd.
In de zomermaanden wordt Bermuda frequent bezocht door cruise-schepen, die hun souvenierjagende schepelingen uitspugen om het eiland financieel te spekken.
Na de rondleiding in het dorp worden we vergast op een veroordeling en executie van een vrouw die aangeklaagd was voor roddel en kwaadsprekerij tegen haar echtgenoot.
In de kledij van 17 de eeuwse burgers wordt de arme vrouw door een aantal wetsdienaren op een stoel gezet. De stoel is op het eind van een wip gemonteerd, bedoeld om de kwaadsprekende dame in het water onder te dompelen als straf voor haar daden.
Wat aanvankelijk leek slechts een grapje te zijn bleek bittere ernst, toen ik samen met een viertal collegae gesommeerd werd de executie uit te voeren. Tot 6 maal werd de vrouw die aanvankelijk geen berouw toonde ondergedompeld in de zee. Een pretje dat ik bij deze zeewatertemperatuur, liever aan me voorbij zie gaan. Uiteindelijk mochten wij de executie afbreken, omdat ze smeekte op te houden, en berouw toonde.
Druipend van het water, vluchtte de dame in kwestie, nadien naar huis, diep vernederd en haar lesje geleerd, naar haar nederige stulpje.
We blijven nog een dag hier in St. George, daarna varen we, binnen het rif, naar Hamilton, de huidige hoofdstad. Daar krijgen de trainees nog een aantal excursies en opdrachten.
Foto: links de stuurman Adriaan en rechts kapitein Ingo








































