Hamilton

Naar Hamilton en aan de kade van Hamilton

We varen van St. George buitenom naar Hamilton de hoofdstad van Bermuda. Het is een rustig tochtje binnen de begrenzing van het buitenrif in zuidwestelijke richting aan de westkant van het eiland. In Hamilton krijgen de trainees een paar excursies waaronder een excursie naar een biologisch oceaan-onderzoekscentrum. Misschien mag ik wel mee.

Rond de 10 de maart is het vertrek gepland naar de Azoren, uiteraard afhankelijk van het weer, dat er nu in de vooruitzichten niet best uitziet. Misschien kunnen we achter een depressie aankruipen, gebruikmakend van de westelijke wind en meestal tijdelijk wat rustiger weer. De afstand naar de Azoren is lang, ongeveer 1400 zeemijl, zo’n 2400 km. Een groot stuk oceaan met niets dan water en geen mogelijkheid om even een ankertje uit te gooien. Voor mij het spannendste deel van de reis.
Gisteren heb ik meegedaan aan het berenspel. Het berenspel is een soort ontgroening voor de nieuwe mensen die aan boord zijn gekomen. Ik mag niet verklappen hoe het gaat, maar het komt er op neer, dat ik na het spel nu officieel een lid van de familie aan boord ben. Ik kan niet zeggen dat ik me nu heel anders voel, maar het was wel grappig en ik kreeg de mededeling dat het wel erg snel ging bij mij.
Vandaag weer een aantal kleine ongelukjes, een snee in een duim en nog een snee bij een duim. In pleisters plakken heb ik inmiddels wel een graad verdiend.
Hamilton oogt als een stadje in grote welstand, dure bungalows, grote business-gebouwen en veel dure winkels. Alles is duur hier, vaak tweemaal zo duur als in Nederland. Je moet hier niet arm zijn.
De ellende is dat er hier juist veel minder-bedeelden blijken rond te lopen. Het viel me direct op dat er haveloos geklede donkere mensen bij de haven en in de stad rondhangen; ‘Poverty in Paradise’. Soms fluistert iemand me toe of ik wat voor hem heb, alsof hij zich er voor geneert te moeten bedelen. In het plaatselijk museum kreeg ik te horen dat er inderdaad veel armoede is onder de zwarte bevolking. Het kost moeite om een baan te krijgen door de ook hier toegeslagen crisis. De hulp vanuit het gouvernement is niet voldoende en de schrijnende kloof tussen arm en rijk is alleen maar groter aan het worden.

Aan boord wordt deze dagen geklust door de bemanning, vallen en schoten worden gecontroleerd en zo nodig extra versterkt. Er is ook altijd wel wat te schuren en te schilderen, de zee is een letterlijke ijzervreter. Deze week moet er verse waar ingekocht worden; groente, fruit en sap en wat er nog zoal nodig is voor de komende overtocht.
De kapitein overlegd met één van de leraren wat er ingekocht moet worden. Ook moet er drinkwater en diesel getankt worden voor respectievelijk opvarenden en de motor.

In het museum zag ik zowaar een paar schilderijen van een Brit, ene William Chatwick, die volgens mij in de vroege jaren van de vorige eeuw, schilderijen van Van Gogh heeft gezien. De schilderstijl doet erg Goghiaans aan. Hij vond Bermuda denk ik een prettige plek, want de schilderijen die ik zag waren allemaal hier gemaakt.

De kids (dat mag ik eigenlijk niet meer zeggen) zijn ijverig aan het werk en krijgen voortdurend toetsen. Als ik het nu ook nog voor elkaar krijg dat ze tijdens de overtocht naar de Azoren wat netter worden in het opruimen, wordt het vast nog leuker. Vooral in de keuken waar ze beurtelings koken en telkens weer culinaire hoogstandjes scheppen, wil het er nog weleens wat chaotisch toegaan. Maar wat wil je met zoveel creativiteit aan boord. Als arts maak ik me wel eens zorgen over de acrobatische slapstick die ik zie als een leerling met een pan erwten van links naar rechts door de keuken schuift. Ik ben jaloers op hun behendigheid in het omzeilen van obstakels en de vanzelfsprekendheid waarmee alles steeds weer lukt. De mogelijke valpartijen die ik meen te voorspellen, maar niet gebeuren, zijn als spoken en beren die ik beter kan negeren.
Ik voel de verantwoordelijkheid om hen te wijzen op de mogelijke gevaren tijdens het varen, maar krijg ook de indruk dat dat al eerder gedurende de reis flink bij hen is ingepeperd. Op weg naar volwassenheid en verantwoordelijk gedrag moet het ook mogelijk zijn om een foutje te maken. Mijn zoon Jeroen is daar heel goed in, ik bedoel om een ander een fout te laten maken. Ik herinner me een tocht samen met hem op de Atlantis, een tallship, dat naar Nederland teruggebracht moest worden. We zaten in een verschillende wacht. Toen ik aan de beurt was en de stuurhut betrad, dook ik onmiddellijk met mijn neus in de instrumenten, nieuwsgierig als ik was naar onze positie. Mijn zoon liet het begaan, maar voegde er fijntjes aan toe ; ‘Pa, voortaan eerst om je heen kijken, dan pas de instrumenten’. Voorwaar een stichtende opmerking voor een zeeman on duty.
Bij de foto’s:
Afmeren
Aan kade
Ik vond een kroeg met dit bord waar wij morgen zeker naar toe gaan.
Een schilderij van William Chatwick

Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

Plaats een reactie