Op zee 2
24 02 2013
Daar is ie dan de eerste regenbui. En wat voor een, het lijkt wel of de sluizen van de hemelse waterwegen het hebben begeven. Het begon met een paar drupjes, van die drupjes die je beschouwt als aangenaam en verfrissend. Uit de niet eens zo donkere wolken neemt het buitje in intensiteit toe tot een waterval waarvan de vissen misschien denken er in omhoog te kunnen zwemmen. Het scheepsdek staat blank en de tent boven het middenschip veranderd in een zwevend zwembad, dat regelmatig met luid geraas overloopt. De leerlingen van de wacht lopen lachend in hun zwembroek over het dek. Buiten lekker douchen in lauwwarme regen.
Het eten is klaar, we eten ‘bami-Swan’. Als ik de pindasaus zie, verbleek ik ontzet en weet ik nog net op tijd mijn afzakkende broek op te houden. Hij is totaal geschift en lijkt meer op iets dat ik destijds in mijn studietijd zag bij het beroemde college ‘toiletpot-producten’ van onze professor gastro-enterologie( de goede man zijn naam was W.C. Veger).
Resoluut pak ik de pan en loop ermee naar de keuken. De leerlingen staan er beteuterd bij. Wat doet de dokter nou, wat wil hij? De korrelige bruine massa in de pan heeft zijn emulsie-toestand verloren. Pindakaas is vet en moet zich tot een emulsie binden met het water om tot saus te worden. Deze donkere brij schreeuwde om extra water en een stevig potje roeren. Verbaasd zag de keukenploeg hun uiteengevallen geschifte saus veranderen in een smeuïge, gladde, fluweelzachte pindasaus die met wat extra toevoegingen ook nog lekkerder smaakte. Enigszins over het paard getild door dit gebeuren eet ik teveel van de bami en saus waardoor ik onrustig slaap voor mijn wacht die om middernacht ingaat, beloning naar maat.
Het was me het dagje wel, veel kleine klachtjes en een enkel moeilijker geval. Het geeft me wel het gevoel dat ik nuttig ben aan boord en ik moet bekennen dat ik me veel beter voel dan tijdens het begin van de reis. Mijn rugklachten zijn beter te hanteren en de verkoudheid is vrijwel over.
Langzamerhand is het kouder aan het worden, er moeten laagjes kleren bij. We hebben nog 4-5 dagen te gaan eer we weer land zullen zien.
25 02 2013
Op de kaartplotter is de slingerkoers te zien, zuidelijk van de ideale koerslijn naar de Bermuda eilanden. Er staat een wisselende zwakke wind. Erg hard gaat het niet en voor het eerst is op dit traject gedurende de nacht de motor aan geweest. We hopen vanuit een iets zuidelijker positie de eilanden met de te verwachtten windrichting beter te kunnen bezeilen.
De leerlingen zijn aan het werk. De leraren geven geen les maar ondersteunen hen in hun individuele leerdoelen. Het is stil in de studiezaal die ’s middags en ’s avonds omgetoverd wordt in eetzaal en later spelletjes-ruimte. Veel leerlingen zie ik gamen op hun laptops. Games waar ik niets van snap.
Op het achterschip wordt iedere dag fanatiek gevist met een lange lijn. Maar bijten willen de tonijnen, dorades en andere roofvissen tot nu toe niet. De lijn wordt uitgerold en ingerold met een molen die aangedreven wordt met de accu-boormachine.
Ik heb bewondering voor de bemanning die met de voortdurende technische probleempjes en problemen oplossingen vinden. Dat gebeurd allemaal heel soepel en vakkundig. Na de enorme regenbui van gisteren, stond het gereefde grootzeil in het loshangende deel vol met water. Er hing een zak met water aan de giek. Met een dompelpomp hebben ze het water er uit gepompt. Slim bedacht en effectief.
Op zondag is het grote schoonmaak, het ‘happy hour’ eufemistisch genoemd (Ik heb daar een andere voorstelling bij, echter ook op zondag staat het schip droog, er wordt geen druppel alcohol gebruikt tijdens het varen). De keuken gaat op zijn kop, de koelkamer en vriesruimte worden leeggehaald en schoon gemaakt. De groente wordt voordat die terug gaat naar de koelkamer eerst gecontroleerd op eventuele rotte plekken die met een mes worden uitgesneden. Iedere dag wordt het dek geschrobd, er worden kleren en beddengoed gewassen en er hangt altijd wel was te drogen. Alles krijgt extra aandacht bovenop de dagelijkse schoonmaak-rondes die de leerlingen zelf doen. De kapitein heeft alles onder controle en zorgt ervoor dat al die taken gecoördineerd worden verricht.
Tot later


