Op zee

Op zee 1

Het valt niet mee met een opkomende verkoudheid lol te hebben op een hobbelend schip. Er is een verstekeling aan boord in de vorm van een virus dat al de helft van de opvarenden te pakken heeft gehad. Het is niet een erg gemene jongen, maar prettig kun je hem nou ook weer niet noemen.
Ik ben nog steeds aan het inslingeren. Er zijn een paar leerlingen wat zeeziek, maar dat is voor hun al een bekend gebeuren. Ze vragen meestal geen hulp.
De hondenwacht begint een beetje wennen. Overdag valt het wel mee, ’s nachts is het een lange zit. Langzaam aan komt er een ritme in de dag en het verloren gevoel begint bij mij te verbleken.

We stuiven met zo’n 8 knopen aan de wind naar het Noord-noordoosten. Aan bakboord ligt Miami, aan stuurboord liggen de Bahama’s. Er staat een wind Beaufort 6 uit het oost-zuidoosten en af en toe duiken we diep in de golven. De noordwaarts gaande golfstroom helpt om de gang er in te houden.
Voor het eerst zie ik vliegende vissen, kleine torpedo’s met doorzichtige vleugels die tientallen meters over golftoppen scheren. Wat een schitterende manier om aan je vraatzuchtige vijanden onder water te ontkomen. Volgens de leerlingen zijn er ook vissen aan boord gevlogen, een misrekening die ze met de dood moet bekopen. Ontsnappen aan de dodelijke kaken van een roofvis wordt ontsnappen aan het leven door voorgoed het natte voor het droge in te ruilen.
De dolfijnen laten zich niet zien, of wij vergeten misschien wel om naar ze uit te kijken.

Vandaag heb ik er een taak bij gekregen. In de middag ben ik voor de kapitein standby op het achterdek, als er geklust moet worden, ik hoef er niet continue te blijven, alleen als het nodig is. Daarnaast heb ik gemerkt dat ik ook een beetje leraar ben voor de leerlingen die opdrachten krijgen op het vlak van de biologie. Het moet dat wel medisch getint zijn. Als het gaat over de ontwikkeling van het Cambrium in de plantenstengel of hoe de Roerdomp zijn nest bouwt, stuur ik hen terug naar de biologielerares. Een vraag naast mijn vakgebied zoals wat een missionaris is, kan ik dan wel weer beantwoorden.
Mijn patiënten die gisteren in de keuken in glas meenden te moeten gaan staan maken het goed. Ik heb de wondjes onderzocht of er nog glas in zat. Bij éen van hen twijfelde ik, een nat verband en betadine bleek de volgende dag tot een goed resultaat te leiden. Vannacht droomde ik nog dat ik een operatieve ingreep moest doen, waarbij de kapitein naast me stond om de patiënt op momenten van ontwaken met de rubber hamer zachtzinnig weer in slaap te brengen. Later bedacht ik me dat er misschien wel betere manieren zijn om de patiënt te verdoven. In werkelijkheid verlopen de dingen gelukkig niet zoals in mijn dromen.
In de kapiteinsvergadering hebben we besloten er extra op te letten dat er schoenen worden gedragen in de keuken en tijdens de wachten buiten. Over 2 weken wordt het sowieso kouder, dan gaan de schoentjes vanzelf aan de voeten.
Ik ben erg te spreken over de communicatie tussen leraren en crew. De kapitein gaat daar zeer zorgvuldig mee om, en alles wat de rest van de begeleiding opvalt komt ter sprake. Zo is er duidelijkheid naar de leerlingen zodat zij weten waar ze aan toe zijn.
Naast mij worden de aardappelen geschild en in plakjes gesneden, 42 monden die vanavond gevoed moeten worden, iedere dag weer. Er wordt dagelijks brood gebakken, en de vrieskamer mag nu in versneld tempo leeg gegeten worden. De kapitein wil niet dat er veel eten over blijft op het eind van de reis. Rolf, één van de de leraren, zwaait de scepter over de keuken, bespreekt het menu, en zet de keukenploeg van de dag aan het werk. De leerlingen koken voor de hele bemanning en hun zelf. Er is steeds een andere ploeg verantwoordelijk. Afwisselend hebben de leerlingen tijd voor studie of tijd voor taken op het schip. Binnenkort krijgen de leerlingen een ‘take-over’ van het schip. Zij krijgen de leiding over het schip voor een dag waarbij de crew de taken moeten verrichten. Ze moeten eerst schriftelijk naar de verschillende functies solliciteren, waarbij ze moeten aangeven voor welke functie ze denken het meest geschikt te zijn. Ik ben benieuwd hoe dat gaat verlopen.
23 02 2013
Na het invallen van de duisternis heeft de kapitein het grootzeil gereefd waardoor we, iets rechter op, alleen maar sneller zijn varen.
Met een snelheid van 11-12 knopen stuiven we door het water. De stroom helpt een handje mee, en de iets ruimer inkomende wind geeft het schip eer aan haar naam. Het geluid van het langsstromende water zwelt ritmisch aan bij haar lichte schommelingen. Boven ons een heldere maan, af en toe bedekt door grijswitte wolken. Het zicht is opvallend helder zo midden in de nacht. Een passagierschip, als een fel verlicht flatgebouw, komt ons aan bakboord tegemoet. Om ons zichtbaarder te maken ontsteken we de dekverlichting. De 4 leerlingen die in de wacht zitten zijn goed wakker, bespreken de gebeurtenissen van de dag en bekijken een set kaarten met afbeeldingen van boeien en vaartekens.
Onder mij voel ik de Swan vibreren door de hoge snelheid, alsof ze siddert van genoegen. Dit is zeilen waar ik blij van wordt. Het doet me denken aan de terugtocht met de Nika over de Noordzee vanaf Noorwegen. Kijkend naar de wolken zie ik vormen die allerlei beelden bij me oproepen. Fantastische fabeldieren die voortdurend van uiterlijk veranderen, voortsnellend boven de horizon. Boven mij zijn de wolken eiler. Misschien zijn het witte wieven die de maan proberen te betoveren. De maan legt een brede zilveren loper van licht over de golven. Ver weg aan bakboord zie ik de lichten van een paar containerschepen die ons voorbij lopen.
Nog 850 mijl te gaan naar de Bermudaeilanden. Als het zo doorgaat zijn we daar met een dag of 5- 6.

Onbekend's avatar

Auteur: Rob en Nienke Peters

Gepensioneerd echtpaar dat met respectievelijk hun zeilschip en hun motorboot voer naar bij voorkeur Noordelijke bestemmingen, Oostzee en de binnenlandse wateren van Europa. Sinds de verkoop van de motorboot, eind 2023, maken ze per Camper reizen door Europa.

Plaats een reactie