25-28 ° C en alleen ’s avonds een sweater, schrijft onze zoon Jeroen. Cuba is aangenamer qua temperatuur dan de zuidelijke Carieb. Als het allemaal meezit staat er een welkomscommitée op het vliegveld. Ik verwacht minstens een taxirit per Dodge uit 1954 naar de haven. Het lijkt erop dat ik een tweede taak ga krijgen, behalve scheeparts zijn, krijg ik ook een taak in de wacht van 8 tot 12 uur en van 20 tot 24 uur. Dat wordt dus geen duimen draaien of relaxed op het zonnedek naar de dolfijntjes kijken.
Het voorbereiden spits zich nu toe op de laatste aankopen van zonnebrandmelk tot het kijken of de onderbroeken die ik mee wil nog voldoende elastiek hebben. Onderweg zal wel een wasje gedaan moeten worden, want meer dat 7 hemdjes en onderbroeken wil ik niet meenemen. De Belgische methode om de onderbroek na twee dagen omgekeerd aan te trekken lokt me niet. Dus ik hoop wel dat er wat te wassen valt. Mijn hemdjes in een netje overboord zetten en dan hopen dat het weer schoon wordt is eveneens niet zo handig. Voordat je het weet, meent een dorade of een tonijn, dat het een lekker hapje is. Als ik die dorade er mee kan vangen heb ik er wel een hemd voor over. Waarschijnlijk moet er dan wel een haak in verstopt worden, die ik voordat ik hem weer schoon aantrek, verwijderd moet worden. Aan de haak geslagen worden in mijn eigen hemd lijkt me nu ook niet de bedoeling. Ik vraag me af of we nog haaien zullen zien. Van jongs af aan heb ik respect, zeg maar angst voor haaien. Het idee dat zo’n beest vanuit de diepte omhoog schiet en me in mijn grote teen bijt is mij een gruwel. Ik wordt dan ook meestal heel blij als ik me voorstel een kopje haaienvinnensoep te mogen eten. Die haai gaat mijn teen tenminste voorbij. Ze schijnen nuttig te zijn, lees ik in de vakbladen. Het zijn de stofzuigers van de zee die veel opruimwerkzaamheden verrichten in de dierenwereld, als het gaat om verzwakte en zieke meezwemmers.
Genoeg gefantaseerd, terug naar het hier en nu. Nog een paar dagen te gaan en dan stap ik op het vliegtuig. Ik laat mijn lief een aantal weken achter en hoop dat ik het aankan om haar zo lang te missen . Jullie horen nog van me.
