Van Kragenaes naar Vordingborg varen was even spannend. De uitgezette koers leek zo mooi tussen twee ondieptes te gaan. Ik denk dat we iets te snel van koers waren veranderd. De dieptemeter gaf aan dat er geen water meer onder de kiel was. Op de kaart leek het alsof we ruim naast de ondiepte zaten. Blijkbaar is de bodem bij het eiland Femø aan verandering onderhevig. Gas terugnemen en naar bakboord bijsturen was de oplossing. De bodem hebben we niet geraakt.
Traag sloffend met een gezicht alsof haar gebit niet goed zit, komt de in een zwarte flodderjurk geklede uitbaatster van het restaurant ons de menukaart brengen. Plastisch afgebeeld staan de gerechten gerangschikt op een geplastificeerd blad met in het kort eronder wat het moet voorstellen en wat het kost. De beeldcultuur is ook in dit restaurant doorgedrongen. Wij zijn ‘uit eten’ in het visrestaurant bij de haven van Vordingborg. De entourage is simpel, maar de papieren servetten zijn plissé gevouwen. Als onze serveerster naar een andere tafel loopt zie ik hoe ze routineus alvast een nieuw servet in de plooi vouwt. Nauwelijks zitten we aan tafel of de tent vult zich met meerdere gezellige en welgedane Denen. De een nog gezetter dan de andere. Het echtpaar, dat zich naast ons in de stoelen drukt, heeft er duidelijk moeite mee zich aan de zetels over te geven. Goed en wel vast gewrikt, worden de drankjes besteld. Een halve liter bier voor meneer en een hele fles rode wijn voor hun samen. Het zijn vast geen zeilers, maar misschien, net als wij, motorboot vaarders of dorpelingen die iets te vieren hebben. De leuningen van de stoelen zijn inmiddels in hun lichaamscontouren verdwenen. Het eerste wat op tafel komt is een groot bord patat en een klein schoteltje sla. Even later volgt voor meneer en mevrouw, eensgezind, het zelfde hoofdgerecht, een sla-berg met daarop iets van gepaneerde gebakken vis, met een paar roze garnalen en een witte smurrie met daarin gebed een plukje zwarte nep-kaviaar( dat laatste is een aanname). Na het doorspoelen van het bier, weet meneer nog snel over te stappen op de resterende wijn. Hun bord patat is op, terwijl de patat op onze borden nog lang niet op is. Een aanbod om wat van onze patat te nemen wordt lachend afgeslagen.
Een tafel verder op zit een jongeling met zwarte handschoenen aan. Hij nipt van zijn halve liter bier. Die handschoenen begrijpen we niet. Ook begrijpen we niet waarom hij, tussen het nippen, meerdere keren naar buiten loopt en met een merkwaardige slepende tred als een gekooide beer voor het raam heen en weer beent. Enigszins gebogen, de haren in de war, strak voor zich uit starend. We opperen voorzichtig een aantal diagnoses; Eczeem-handen en/of overmatig drugsgebruik en misschien ook door liefdesverdriet overmand. Helaas zullen we het niet weten, want plotseling verdwijnt hij, zonder naar de kassa te gaan. Het bierglas op tafel is leeg…
Het waait zo hard dat zelfs de meeuwen de vaste grond boven het luchtruim verkiezen. We liggen veilig en wel aan de kade, de wind op de kop, de landvasten dubbel aan de bolders. Bo maakt het allemaal niet uit en rent even dol als anders achter de bal aan over het grind van het haventerrein.
Morgen krijgen we een windarme dag. In Nederland is het mooi weer, 30 graden, windstil. We moeten nog even geduld hebben…..

Leuk verhaal, Rob. Als vanouds.
LikeLike