
Klotsen en klutsen.
Het leek zo’n mooi tochtje te worden afgaande op de voorspelde gribfiles. Bft 2 uit het westen bleek later 2 -3 puntjes hoger uit te vallen. Maar laat ik bij het uitvaren van de haven van Bagenkop beginnen. Nauwelijks wind, een lichte miezer die niet echt doorzette in regen. Het plan was om langs de zuidkaap van Langeland naar het noorden te varen naar Kragenaes op Lolland. Hoe vaak hebben we niet gehoord en gelezen dat kapen bijna altijd klotsen en klutsen betekent. Dat het ’s nachts behoorlijk had gewaaid uit het zuidoosten, met een lange aanloop vanaf Bornholm naar het westen, had ik niet gehoord. Als ik slaap hoor ik niet veel. Nienke sliep ook en had ook niets gehoord. Zo ontspannend kan het bootleven zijn. Onze meevaarder Ted had de gierende wind wel gehoord, maar dat vertelde hij pas later.
Aan de oostkant van Lolland, Bft 4 op de kont
Niets vermoedend gingen we het water op richting de zuidkaap. Ons verheugend op wederom een mooi tochtje. Het was wel vreemd dat schepen die de haven verlieten allemaal stuurboord uit in Noordelijke richting vertrokken. Terwijl de wind geleidelijk naar het westen draaide en wij de kaap in zuidelijke richting naderden, werd het golfpatroon steeds onrustiger. Kleine vissersbootjes voor ons dansten als pingpongballen op het wateroppervlak. Dapper gingen we door, we hadden immers in ons hoofd dat het bij kapen meestal een rommelig zeetje is. Terwijl we, gedachtig aan de wijze raad van een Noorse reddingboot-kapitein, flink een eind de zee in zuidelijke richting voeren, alvorens de kaap te ronden, geraakten we in een wilde wirwar van golven uit alle richtingen, die ons scheepje met ons en onze spullen dusdanig door elkaar klutsten, dat we overwogen om rechtsomkeert terug te varen. Rollend en tollend werden we heen en weer geslingerd als zaten we met het schip in een giga- wasmachine op de extra vuile was-stand. Terwijl Nienke probeerde al wat rondvloog en rammelde in de salon met kussens te fixeren, stuurde ik de Nine Marit zo goed mogelijk recht in de golven, waarbij dat ‘recht in’ meestal te laat was. Een half uur schudden en slingeren bracht ons bijna in vertwijfeling. Golven en deining uit het oosten, die te hoop liepen in de opbouwende golven uit het westen. Kruisgolven schijnen ze te heten. Alsof je beurtelings van links en rechts een dreun tegen je lijf krijgt. De eieren zijn in de schaal geklutst, de slagroom geklopt, de muizen hebben het schip verlaten. Op het punt dat we bijna besloten om terug te keren, werden de golven rustiger en vlakker. Bij het ronden van de kaap waar de vuurtoren staat, kwamen we in de luwte van het eiland en hadden we alleen nog de zijdelings inrollende deining vanuit het oosten. Uit één richting. Een hele verbetering als je er een beetje schuin tegen in vaart. Toen een ruitenwisser, op een moment dat hij even nodig was, meende los te moeten schieten van zijn draaiarm, heb ik even luid het K-woord geuit. Dankzij een kabelbinder gaat hij nu niet meer los, evenals de andere ruitenwisser die ik voor de zekerheid er ook een schonk. Uiteindelijk is zelfs dit kleine leed van ons afgevallen. De golven werden steeds vlakker, de deining hield het voor gezien en ondanks een dikke Bft 4 op de kont vlogen we met 7 knopen de hoek om richting Kragenaes.
Leuk momentje voor ons. We werden door de veerboot op de marifoon opgeroepen. We hoefden niet op hem te wachten en hij verzocht ons om full speed de betonde geul naar de haven in te varen. Hij moest toch even wachten voor de uitgaande veerboot.
Kragenaes is een aardig vissers-haventje met een schitterende omgeving. Een wandeling naar een kunstwerk met grote stenen mensfiguren boven op een heuvel deed ons smelten voor dit eiland….








